1816 Herstel van het Nederlands bestuur in de buitengewesten gaat met grote moeilijkheden gepaard: de strijd in Palembang, 1818- 1825, eindigt met opheffing van het sultansbestuur, expeditie naar Zuid-Celebes tegen Boni en Tanette 1824, opstand op Saparoea (Zuid-Molukken), 1817. Specerijenmonopolie in de Molukken wordt verzacht, hongi-tochten afgeschaft. Stichting van 's Lands Plantentuin in Buitenzorg door de Duitse hoogleraar Reinwardt. Deze plantentuin groeit uit tot een der voornaamste botanische instellingen ter wereld. Reinwardt organiseert ook het Lager Onderwijs en de Geneeskundige Dienst. 1820 Begin van systematische inenting van de bevolking tegen pokken. 1821-1837 Padri-oorlog. De Padri's, een streng Islamitische stro ming moorden het vorstelijk geslacht van Menangkabau uit, waarna strijd met het gouverne ment. Verzet gebroken na vero vering van Bondjol, 1837. Mr. Godert Alexander Gerard Philip, Baron van der Capellen, Commissaris-Generaal en daana G.G. van Ned.-lndië (1816-1826) inheemse bevolking, afschaffing pijnbank, verbod slavenhandel. Invoering van de landrente als belasting. Wetenschappelijke verdiensten, schrijft 'History of Java'. Conflict met Sultan Hamengku Buwono II (Sultan Sepuh=de Oude) van Yogyakarta, kraton door Britse troepen veroverd, 1812. Als tegenwicht tegen sultanaat in 1813 een deel afgesplitst als onafhankelijk prinsdom, de Paku Alaman. Aan het bestaan van de sultanaten Banten en Cirebon wordt in de jaren 181 3-1815 een einde gemaakt. 1813 Na de slag bij Leipzig in oktober wordt Nederland bevrijd van de Franse overheersing en als onafhankelijke natie hersteld. In november keert de erfprins van Oranje als Souverein Vorst terug. In 1815, na de vereniging met België, wordt hij de eerste koning, Willem I, van het nieuwe koninkrijk der Nederlanden. 1814 De Imam van Bondjol de leider van de Padri's van de versterking Bondjol. Conventie van Londen. De meeste koloniën worden door Engeland aan Nederland teruggegeven, met uitzondering van Ceylon en de Kaapkolonie. Cochin aan de westkust van Voor- Indië, wordt aan Engeland afgestaan in ruil voor Banka. De commissarissen-generaal Elout, Van der Capellen (G.G. 1816-1826) en Buyskes worden naar Indië gezonden om het bestuur over te nemen van de Engelsen. Overdracht van het bestuur in Batavia door John Fendall, de opvolger van Raffles. De G.G., bijgestaan door de Algemene Secretarie, en de Raad van Indië voeren het bestuur, departe menten van Algemeen Bestuur. Het Binnenlands Bestuur op Java is dualistisch: Europees bestuur (residenten, ass.-residen ten, controleurs) en inheems (regenten, wedono's, ass.-wedo- no's), evenals de rechtspraak. Met betrekking tot de buitengewesten wordt een politiek van onthouding gevolgd, geen nieuwe vestigingen en gebiedsuit breiding, met het oog op de slechte financiële situatie van het gouvernement. 1824 Traktaat van Londen. Engeland staat Billiton en Benkoelen aan Nederland af in ruil voor Malakka. (Benkoelen is de plek waar Indische familienamen als Gibson, Leicester, Lewis en Palmer herinnerden aan de Engelse aanwezigheid aldaar sedert 1682. Namen als Townsend en Maidman zijn afkomstig uit Padang, dat van 1795-1819 in Engelse handen was). Nederland ziet af van het door Raffles in 1819 gestichte Singapore en belooft de onafhankelijkheid van Atjeh te respecteren en te zorgen voor veiligheid op zee voor de handel. Engeland belooft op Sumatra geen nieuwe vestigingen te stichten. Oprichting van de Nederlandse Handelmaatschappij, op initia tief van Willem I, de 'koning-koopman', ter bevordering van de opleving van handel, scheepvaart en industrie, die na de Napoleontische oorlogen in slechte staat verkeren. De N.H.M. krijgt, met uitsluiting van anderen, het recht gouvernements- produkten uit Indië naar Nederland te vervoeren en in consig natie te verkopen. 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 31