OPUWCE/ONDHEID
door J.A. Stolk, huisarts
De onverwachte consequenties bij het zoeken naar een therapie
Het heeft iets weg van wat je overko
men kan bij het zoeken naar een
gedachteloos verlegde bril of een sleutel
en dan ineens vind je die briefkaart van
tante Fiefie. Sta je maanden te laat met
dat ding in je handen, nu kan je haar
daarvoor niet meer bedanken.
Wezenloos heb je er naar gezocht, want
je wist niet meer waar ze met haar
'bejaardenclubje' naar toe was geweest.
Ze reisden nog wel een heel eind weg,
die 'oude vriendinnen' van rond de tach
tig jaar. Waar kwam die kaart vandaan?
Italië, Spanje, of was het dichterbij huis,
België? In elk geval, tante Fiefie heeft
nimmer een bedankje gekregen voor die
schreeuwerig gekleurde kaart van het
'Lago di Garda'.
Sir Alexander Fleming was een kweek
met pathogene bacteriën kwijt. Dat was
heel vervelend, maar veel vervelender
was dat die kweek van ziekteverwek
kende bacteriën was opgezet in een
reeks van resistentiebepalingen. Zo
werd onderzocht of bepaalde chemische
stoffen, z.g. chemotherapeutica, in ver
schillende verdunningen toch nog werk
zaam bleven tegen die bacteriën. Om
opnieuw een kweek op te zetten, gelijk
aan die welke was verdwenen, moest je
weten waar in die reeks, die kweek
thuis hoorde. Het was dus zoiets van
waar was tante Fiefie naar toe geweest?
Wist je dat niet dan hield het ook op.
Het verhaal vertelt niet of die petri
schaal met kweek en resistentiebepaling
is teruggevonden.
Tijdens het zoeken naar die bewuste
schaal kwam Fleming en zijn medewer
kers meer dan eens 'oude kweken'
tegen, die vernietigd moesten worden
en waarbij dat dus nog niet was
gebeurd. Petrischalen met bacteriekwe-
ken en ook schalen met schimmelkwe-
ken. Alles onder het stof en ongesor
teerd, door elkaar heen. Het valt
Fleming in een aantal gevallen op dat
centraal in de kweek van een bacterie
stam een 'leegte' te zien is en die leegte
is 'anders'. 'Iets' heeft die leegte veroor
zaakt, het is niet ontstaan door de groei
van de bacteriestam op de voedingsbo
dem. Het lijkt zo simpel en eenvoudig,
maar om op die redenering te komen, is
wel het genie van Fleming nodig.
Uit die 'leegte' werd de schimmel 'peni-
cillium notatum' gekweekt. Die schim
mel produceert het penicilline. In deze
dagen een zeer algemeen bekend antibi
oticum maar in 1929, toen Fleming zijn
vondst beschreef, niet meer dan een
wetenschappelijk interessant fenomeen.
Het heeft tot 1941 geduurd dat, pas
toen, de patholoog Florey en de bioloog
Chain er in slaagden het penicilline te
zuiveren en het voor therapeutisch
gebruik gereed te krijgen. Het middel
bleek levensreddend in eerder onge
neeslijke gevallen en was een zegen voor
alle gewonden en zieken in de tweede
wereldoorlog. Aan geallieerde zijde in
eerste instantie en later voor allen in
deze wereld.
Terecht kregen Fleming, Florey en
Chain in 1945 de Nobelprijs voor de
geneeskunde. Fleming was bacterioloog
van zijn vak. Een arts, een bioloog en
een bacterioloog deden één van de
belangrijkste ontdekkingen van deze
eeuw op medisch gebied.
In het begin van de jaren veertig waren
er nog nauwelijks psychofarmaca op de
therapeutische markt verkrijgbaar. Er
werd toen naarstig naar gezocht en nog
steeds zijn er onderzoekingen op dat
gebied gaande. Psychofarmaca worden
gebruikt tegen 'gekte' en gekken zijn er
altijd en overal al geweest. Zo oud als
de mens is, zo oud is zijn gekte.
Het is nog niet zo lang geleden dat de
psychotische mensen, dat wil dus zeggen
de gekke mens, de idioot, de krankzinni
ge, de dolgedraaide alcoholist en de
door verliefdheid geflipte hysterica, wer
den behandeld met slaapmiddelen. Die
mensen kregen barbituraten of broom-
preparaten toegediend tot ze te suf
waren om pap te zeggen. Zij werden let
terlijk knock-out behandeld. Of men
sloot die zielepieten, in een dwanglaken
gegespt, op in een geluiddichte kamer en
men liet hen uren en soms dagenlang
schreeuwen en krijsen. Wanneer het
dagen achtereen door ging dan werden
die arme mensen gedwongen gevoed en
af en toe zette men er de brandspuit op
om ze schoon te spuiten van alle viezig
heid waar ze in hadden gelegen.
Dat waren slechte tijden voor wat de
behandeling betreft en dus ook slechte
tijden voor deze mensen, maar para
doxaal was er toen voor die zieke men
sen intensievere en liefdevoller aandacht
dan nu het geval is. In een inrichting
werd je vroeger opgenomen en voor de
rest van je leven verzorgd. In deze tijd
van bezuinigingen en te weinig geld voor
voldoende hulpverleners leren wij onze
gekken voor zichzelf te zorgen. Het
hoort bij de 'quality of life' zoals de
kreet dezer dagen luidt. In dit geval is
het niet alleen grote onzin, maar is het
ook een wreed standpunt. Dat is echter
een ander verhaal.
Intussen was het reserpine als medicatie
tegen de psychose er bij gekomen,
welke stof werd gewonnen uit de wor
tels van de 'rauwolfia serpentina'.
Dit bleek ook een bloeddrukverlagende
werking te hebben en later is enkel voor
deze eigenschap van het rauwolfia com
plex gebruik gemaakt. Alle gevonden
antipsychotica bleken ook goed bruik
baar als slaapmiddel of bleken werkzaam
tegen duizeligheidsklachten en uit die
categorie werden de middelen ontwik
keld tegen zeeziekte en wagenziekte.
Het verhaal lijkt nu helemaal niet meer
op de vertelling over de briefkaart van
tante Fiefie, maar de strekking is dezelf
de. Naar heel iets anders zoekend, ont
dek je dingen en kwesties en nog wat
andere zaken, die vergeten waren en op
een andere wijze toch nuttig blijken te
zijn.
Ziek zijn, patiënt zijn en beter worden is
nu een vak. Een keihard vak. Je moet je
beterschap wegritsen onder de vingers
van de staatssecretaris van volksgezond
heid met zijn bezuinigingsmanie en
bestuurlijk wangedrag. Als patiënt zal je
de artsen-specialisten moeten overtui
gen om naar jou te luisteren. Waar het
nog altijd om gaat dat zijn mensen. U
bent dat en ik ben dat, het gaat om uw
en mijn gezin en al die anderen, de zieke
en gezonde mensen, die dit deel van het
ondermaanse bevolken, deze zand- en
kleigronden.
Ook schreef ik ergens al eerder, dat het
doel van de mensen is om in de hemel
te komen, maar dan vooral niet te snel
en dus blijven wij opkomen voor patiën
tenrechten, meningen en gedachten.
Patiënten, de zieken, de stervenden, de
herstellenden willen steeds weer en
steeds meer weten en het uitgelegd krij
gen. Waarom zijn wij ziek? Waarom
geneest de ene en is het voor de
andere een hopeloze zaak?
Nog een een opmerking over het
woord cliënt. Een modieuze vinding in
ons taalgebruik, welke samen ging met
34