VAN i) N H MENSEM
EN DINCEN DIE
MISSCHIEN VOORBIJGAAN
PASAR MALAM, EEN HERINNERING
De Dierentuin
Net in Nederland gevestigd, gingen wij
voor het eerst naar een Pasar Malam, in
de Dierentuin Den Haag. De Dierentuin
die niet meer bestaat. Grote gebouwen
zijn er voor in de plaats gekomen. Het
was vlak bij het Malieveld. Ik was elf of
twaalf jaar. "Wat is dat, een pasar
malam, mam?" Mijn moeder legde uit.
We deden nette jurkjes aan en waren
heel benieuwd. Eenmaal binnen, moes
ten mijn ogen wennen aan het weinige
licht. Ik vond het er donker. Het was
een grote zaal, met aan alle kanten stal
letjes. Het rook er heerlijk, naar de
saté's die mijn vader zo lekker kan
maken. Mensen slenterden rond, of
zaten te eten. Er klonk muziek en regel
matig hoorde ik uitroepen van herken
ning. Mensen die elkaar ontmoetten, na
vele jaren, ledereen was blij. Ook mijn
ouders kwamen vele vrienden tegen die
ze jaren niet hadden gezien. Zus en ik
werden dan voorgesteld en kregen een
aai over onze bol of een kneep in een
wang. Zus en ik hebben alle stalletjes
bekeken en besnuffeld en van alles
gesnoept. Samen gebanjerd. Terug bij pa
en ma, wilden we vertellen wat we
gezien hadden. Zij stonden te praten
met een lange man. We moesten een
handje geven. Pa zei: "Dit is Tjalie
Robinson, hij organiseert dit alles." Vaag
hoorde ik dat, want toen ik hem een
hand gaf en naar hem opkeek schrok ik
van zijn ogen. Zo intens licht. Eén keer
in mijn leven heb ik hem van zo dichtbij
gezien en nu nog zie ik die ogen. De
sfeer, de mensen en de geuren, maakten
dat wij vanaf die tijd ieder jaar mee zijn
gegaan naar de Pasar Malam.
De Houtrusthallen
Wij gingen niet iedere dag, maar wel
vaak naar de Houtrust. Een paar keer
ging pa mee, en de andere keren gingen
we met tantes en vriendinnen van ma.
Dat staat het scherpst gegrift in mijn
geheugen. Het plezier en de verbazing
die ik ervoer als ze weer bekenden van
vroeger tegenkwamen. De herinnerin
gen die werden opgehaald tijdens het
eten of snoepen of drinken. Op die ont
moetingen kon ik me intens verheugen.
Later vertelde Ma dan uitgebreid wie
het allemaal waren met alle details erbij.
Ma werkte later op de Pasar Malam in
een stand van weer een tante, zij ver
kochten sieraden, bestek en snuisterijen
uit Siam (Thailand). Zus en ik werkten
ook op de Pasar. Niet bij tante, maar
algemeen werk, bij de 'bioscoop' bij
voorbeeld. We werden overal ingezet.
Hebben we jaren gedaan. Later ook
modeshows gelopen. De avonden waren
echt tropisch, het was overvol, zeker in
het weekend, rokerig en steeds die geu
ren van het eten. Het was in de
Houtrust, dat ik steeds dezelfde kleine
man zag lopen met fotocamera. Wist
niet wie het was, maar hij viel op door
zijn lichte ogen in het donkere gelaat.
Later vertelde ma dat hij de zoon was
van Tjalie Robinson.
Het Malieveld
Het is er groot, heel groot, er is veel te
zien en veel te doen. Het is anders, heel
anders dan de Houtrust of de
Dierentuin. Er is al veel over gezegd en
geschreven. Als het lelijk weer is buiten,
regen en wind, is het binnen koud en
waai je weg. Is het zomerweer buiten,
dan is het binnen als de Houtrust, soms.
Zo kan je vergelijken. Mensen zeggen
dat het er zo groot is dat je geen beken
den meer tegen het lijf loopt. Er zijn
zoveel eettenten dat je niet weet waar
je moet eten. Ik kan me heel goed voor
stellen, dat zulke dingen gezegd worden
en dat oude getrouwe bezoekers weg
blijven omdat het anders is.
Met ma en tantes ga ik nog altijd, steeds
weten ze weer wat nieuws te vertellen,
voor mij tenminste. Dat uitje is nog
altijd een ervaring. Jalan jalan, natuurlijk
zoals altijd. Zij kunnen nog echt slente
ren. Dat vind ik ongelooflijk. Met hen zie
ik veel meer, ervaar ik veel meer.
Vorig jaar heb ik voor het eerst in die
tenten gewerkt, in de stand van
Moesson. Veertien dagen. Dat is lang.
Doodmoe waren we allemaal na afloop.
Net zoals vroeger. Nog steeds hetzelfde
publiek, maar nu aangevuld met mensen
die geïnteresseerd zijn geraakt door bij
voorbeeld een reis naar Indonesië. Zij
komen ook aan hun trekken. Er is veel
cultuur, er zijn tentoonstellingen, voor
drachten, film, noem maar op. Over
toen en over nu. En dat vind ik zo knap
van de organisatie. Zij verstaat de kunst,
en dat is ieder jaar weer aftasten, om
toen en nu te combineren. Ik proef nog
steeds een stukje toen en ben geboeid
door wat er over het nu gebracht
wordt. Het is een evenement dat ik niet
wil missen. Ook het uitje met Ma en
tantes zou eeuwig moeten blijven. Zij
leren je dat stukje geschiedenis dat
ongeschreven is. En lichte ogen in een
donker gelaat? Iedere dag, als ik aan
Moesson werk, kom ik ze tegen. Als ik
een redactioneel probleem tegenkom,
kijk ik in die ogen en vraag me af wat hij
er van zou denken?
LIESBETH STEUR
Gezelligheid op de Pasar Malam, begin jaren 60 in Houtrust.
(Foto Rogier Boon)
39