BRIEVEN OVER... Twee zijden van een water scheiding Japan maakt Romusha 'film Wij willen een huis In Moesson no.6 van 15 december 1992 heeft Edy Seriese een kritiek geschreven op het onlangs uitgekomen boek van Elien Utrecht 'Twee zijden van een waterschei ding'. Deze kritiek verbaasde mij ten zeer ste na alle goede beoordelingen die ik ero ver las. Zelf vond ik het boek uitermate boeiend geschreven. Het geeft een uitste kend beeld van twee tijdperken in Indonesië, namelijk Eliens 'koloniale' jeugd vóór de oorlog en haar leven als 'warga negara' na de onafhankelijkheidsverklaring waarin zij met haar man Ernst intens bezig was met de opbouw van het land van hun jeugd, door een groot idealisme gedreven. Elien tipt inderdaad zo nu en dan persoon lijke verhoudingen aan zonder deze verder uit te diepen. Ze beschrijft ook niet uitge breid haar gevoelens toen ze koos voor het Indonesische staatsburgerschap, niet in hoeverre ze zich Nederlands of Indisch voelde na haar besluit. Maar m.i. zijn die onderwerpen ook niet relevant in dit boek. Ik denk dat Edy Seriese bepaalde verwach tingen van het boek had, die ze er niet in vond en daarom teleurgesteld was. Blijkbaar had zij een breder - uitgemeten - analyse willen zien van het gevoel van 'Indische zijn'. Maar Elien Utrecht had haar eigen bedoeling met haar document en naar mijn mening is ze er uitstekend in geslaagd haar lezers deelgenoot te maken van haar belevenissen vóór, tijdens en na de oorlog, zonder zich te verliezen in ein deloze beschouwingen over onderwerpen, die op zichzelf heel interessant zijn, maar in dit boek niet thuis horen. MW. E.C. NIJSEN In het Indonesisch Nieuws (15 maart 1993) las ik over de 'tetanus epidemie' die plaats heeft gevonden gedurende de oor log op Java. Voor mij was dit de eerste officiële annonce van dit zo droevig gebeu ren. Hoewel niets nieuws voor mij per soonlijk, het zal velen uit Indië onbekend zijn. In feite komt het er op neer dat een aantal Romushas overleden aan een vacci natie tegen tetanus. Dit vaccineren van Romushas gebeurde op Java als voorberei ding op hun transport naar buitengebieden om daar als slaven te werken voor het Japanse ideaal. Naar mijn beste weten was dit verontrei nigd vaccin bereid in één of meer labora toria in het bezette Indonesië. Het is mij niet bekend hoeveel Romushas hieraan overleden zijn. Waarom, vraag ik mezelf af, heeft de Japanse Broadcasting Corporation het idee gekregen om over dit onderwerp een documentaire te maken. Zullen ze bereid zijn om te melden wat er in deze affaire gebeurd is achter de schermen met de 'getuige-deskundigen'? Van de artsen die uit de kampen werden gehaald om hun opinie te geven in deze zaak en om die reden zes maanden als gevangenen wer den behandeld door de Kempetai in Batavia? Mijn vader Dr. W.K.Mertens, voormalig directeur van het Eykman Instituut in Batavia was één van hen. Hij overleed enige dagen na zijn terugkomst in het Tjimahikamp. Zij die verantwoordelijk waren voor het verontreinigde vaccin, zijn onthoofd. Zo is mij verteld. Zal de Japanse Broadcasting Corporation de moed heb ben om te vertellen wat er echt gebeurd is toen?? Wij vragen ons af. GUUS MERTENS MD, FRCP (C) Ik zou graag willen reageren op het artikel van R.A.M.A. in Moesson van 15 mei 1993 "Wij willen een huis...wij willen een huis" Tot voor zomer 1991 heb ik persoonlijk nooit geweten dat er een Indisch Cultureel Centrum zou komen. Ik vernam dit op de Pasar Gambir, zomer 1991 dus. Dat is mooi, dacht ik. Ik heb toch wel wat Indische kennissen, kleine en grotere boengs, maar men kende het niet of heel erg veel bekendheid heeft men er niet aan gegeven volgens mij. Ook bij Indische ver enigingen is dit niet erg bekend. Men las Moesson wel doch ICC was niet erg bekend. Jammer...jammer! In het Pasar krantje heb ik ook gelezen dat er nog I miljoen nodig is. Ik heb een mogelijkheid, misschien, om op een snellere manier aan het resterende bedrag te komen. Als de heer E. Schenkhuizen eens alle Kamers van Koophandel zou opbellen of aanschrijven en van alle Indische verenigingen incluis hun adres kan verkrijgen en deze vereni gingen het probleem voorlegt, promoten, kunnen er wel eens voor de voorzitter van het ICC positieve dingen uit de brie ven rollen! Wat denkt u van benefiet voorstellingen, feesten, muziek uitvoerin gen. Ik zou het prachtig vinden als wij Indo's ook een eigen Iets hebben en inder daad niet het voortouw moeten nemen t.o.v. andere groeperingen. Laat a.u.b. die Gen. B.D. Huyzer maar eens zelf het voor touw "trekken". Er zijn groeperingen in deze Nederlandse samenleving die nooit of nagenoeg nooit aan opofferingen heb ben gedaan zoals wij. Familie, vaders, broers zijn door de u wel bekende oorlog en bersiap tijd gestorven en wel voor de Rood-Wit en Blauwe vlag. De tropen vol keren die hr. Huyzer bedoelt zijn volgens mijn bescheiden mening hier gekomen met de gulden tekens in hun ogen. Kom...kom Huyzer u moet wel weten dat wij hier echt niet voor de lol kwamen. Wij Indischen hebben voor onze verworven heden zelf keihard gewerkt. Ondanks dis criminatie in de jaren '50, hebben wij het toch verdiend en gemaakt (nog niet hele maal) vind ik. Ik hoop dat de voorzitter het benodigde bedrag verkrijgt en zelf misschien kan en mag bepalen wie van de andere groepen ook gebruik mogen maken van het ICC. Er zal, als dit lukt, meer respect voor de Indo-groep komen. U heeft gelijk dat wij Indischen ons overal kunnen aanpassen maar worden wij wel ook geaccepteerd? Wanneer het ICC inderdaad door meer dere groeperingen moet worden gebruikt dan hoeft het voor mij ook niet meer. De Hollander heeft ons dan eindelijk in de hoek die hij ons zo graag wil zien, nl. de hoek van de "Buitenlander". Zoals bij u ook bekend zal zijn ziet de bevolking ons nog steeds als ook min of meer "buiten lander". Niet de overheid, die wil ons of moet ons als Nederlander erkennen. De gewone Nederlandse burger kan het woord Indische Nederlander nog. steeds niet door zijn keel (strot) krijgen. Speciaal het woord Nederlander komt er niet uit. Hij komt heel beleefd knikkend tot het woordje Indisch, maar krijgt dan meestal een soort ademhalingsprobleem. Dit heb ik vaak meegemaakt bij mijn collegae op kantoor. Vreemde zaak vind ik. Hij is en blijft een tani dus goblok! Conservatief zegt men het netjes. Inderdaad gaat de Indo niet aan de bel trekken of staken en de boel saboteren als hij iets wil bereiken. Maar ik ken groepe ringen die zo hard, te hard, aan de weg timmeren zodat het asfalt aan barrels, flin ters gaat en dus ook de goodwill van de Blanda's. Voor de beltrekkers geldt het zelfde. Vooral met deze recessie op komst trekken ze tali-pasar gauw stuk. Dus dat is ook niet goed. Wat de eerste generatie betreft, daar hoor ik bij. Als wij toen al in de jaren '50 en '60 op onze rechten gingen staan en met geweld dit hadden geforceerd kan ik u wel vertellen dat mijn kinderen het nu niet zo gemakkelijk hadden. Ook niet die van alle andere Indischen. Repercussies zou den het gevolg zijn! Nee, die kat van Hr. Schenkhuizen heeft de Iste generatie niet verdiend. Wij hebben het gewoon juist ingeschat dat de tijd toen niet rijp was. Maar wat let de Hr. Schenkhuizen dan om samen met die I ste generatie de steken die toen waren gevallen, op te halen en te corrigeren? Ik wil hierbij nog even duidelijk maken dat ik geen intolerante figuur ben, maar mis schien wat cynisch. Wat het identiteitsverlies betreft, wel, Indo's zijn door hun integratie individualist geworden. Prachtig, maar als ze in de spie gel kijken, blijkt het vaak niet echt te zijn. Dit komt omdat men geen Hollander is en het ook nooit kan worden. Je denkt Hollands om in dit land te overleven. Je had geen tijd voor onze eigen waarden en hebt steeds minder contact met je landge noten. Gevolg: eenzaam voelen, en niet meer weten wat en wie je bent. J. GROHÉ 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 4