CESTRUM - Indische Sering - Tumbu Tumbuhan
Solanaceae Nachtschade-achtigen
Bloeiende Cestrum Purpureum, de tuin
met kleindochter Mira. De Cestrum
was toen meer dan twee meter hoog.
Uit Mexico komt de Cestrum Elegans
die rode of oranje bloemen draagt. Ze
bloeit in het vroege voorjaar en heeft
niet zo'n behoefte aan warmte.
De langbladige (20 cm) Cestrum
Nocturnum heeft onopvallende crè
mekleurige bloemen die heerlijk geuren
's avonds. De vruchtjes zijn wit.
De planten zijn soms te koop in bloe
menwinkels of tuincentra. Het zijn
kamer- en kuipplanten die gedurende de
zomermaanden in de tuin kunnen staan;
zonnig en beschut. De hardgroeiende
planten hebben veel water nodig. In de
wintermaanden moet ze koel en licht
overwinteren bij vijf tot 10 graden C,
weinig water geven maar niet uit laten
drogen. Ze bloeien vanaf april en moe
ten na de bloei gesnoeid worden. Jonge
kopstekken bewortelen onder glas op
bodemwarmte van 20 tot 25 graden C.
Door middel van zaaien kan ook. Bij
slechte zomers rijpen de zaden echter
slecht. Zonodig verpotten in voedzame
bloemistengrond. Het spreekt vanzelf
dat tijdens de groei en de bloei de plan
ten bemest moeten worden. Ze kunnen
meer dan twee meter hoog worden.
De Cestrum Parque
is bladverliezend en heeft
smalle twaalf cm lange
bladeren. De bloemen
zijn geelachtig groen en
geuren 's avonds heerlijk.
De vruchtjes zijn violet-
bruin. Deze soort is erg
vorstgevoelig.
De Cestrum
Purpureum heeft over
hangende takken met
purperrode bloemen en
vruchten.
Tropisch Amerika is het'vaderland van
deze kleine boom of heester. Ofschoon
deze plant voornamelijk wordt aange
troffen in subtropische gebieden, komt
ze in de koelere gebieden van Indonesië
ook voor. In het plantkundeboek voor
middelbare scholen in Indonesië wordt
ze vermeld als Indische Sering.
De Cestrum werd ontdekt door Louis
Feullee in het begin van de 18e eeuw.
Hij ontdekte de plant in de bergen van
Chili. Omstreeks 1787 werden Cestrum
planten in Engeland ingevoerd.
Er zijn ca 12 soorten die als sierplanten
gekweekt worden. In landen langs de
Middellandse Zee treft men
Cestrumhagen aan. Ze kunnen goed
gesnoeid worden. Het is een snelle
groeier, scheuten van anderhalve meter
of meer zijn geen uitzondering.
De ronde groene stengels verhouten bij
het ouder worden. De donkergroene
gaafrandige langwerpige vier cm brede
en zestien cm lange bladeren eindigen in
een punt. Ze staan verspreid aan de
plant. Vlakbij de bloemtros zitten de bla
deren op dezelfde hoogte. De twee
slachtige buisvormige bloemen staan in
eindtrossen van een twaalftal bij elkaar.
De bloemen richten zich horizontaal,
naar beneden of naar boven. De kelk en
de vijfdelige kroon zijn vergroeidbladig.
De vier cm lange bloemen bezitten vijf
meeldraden en hebben een bovenstan-
dig vruchtbeginsel. De mooie bloemen
bloeien rijk en lang in de kleuren room
wit, groengelig, rood,
roze, oranje en lila,
afhankelijk van de soort.
Ze worden vaak door
nachtvlinders bestoven.
De ca. twee cm grote
doosvrucht is tweehok
kig en springt met twee
kleppen open. Ze bezit
ten veel platte zaadjes.
De rijpe vruchten kun
nen wit, rood of lilabruin
van kleur zijn.
Cestrum Purpureum.
Eerst bloeide ze met geelgroene bloemen alleen aan
het eind van de tak, dus dacht ik dat het om een
Cestrum Norturnum ging. Het jaar daarop was dit het
resultaat.
De Cestrum Auranti-
cum draagt oranje bloe
men en witte vruchtjes.
De bloemen van
Cestrum Newelii
zijn lila.
20