EEN ONBEKEND PORTRET
Van Kunsthandel Ivo Bouwman B. V. in Den Haag
ontving Moesson een keurig verzorgde brochure met
kleurenafdrukken van drie recent (her)ontdekte
schilderijen van de Nederlands-Amerikaanse schilder
Hubert Vos, welke op de in maart jl. gehouden
Europese Kunstbeurs in Maastricht voor het eerst in
Nederland ivaren te zien. De reden waarom wij er
hier aandacht aan besteden is, dat twee van de schil
derijen een Indonesisch onderwerp uit het voormalige
Nederlands-Indië hebben en wel, een dorpsgezicht
Dorpje op Java' en een ten voeten uit geschilderd por
tret 'Prins Boeminoto, broer van de sultan van
DjokjakartaHet derde schilderij heeft niet recht
streeks met Indië te maken al is er wel een symbolisch
verband. Het stelt prinses Wilhelmina voor op 11-jari
ge leeftijd, staand met enkele rozen in haar hand.
Later, op 18-jarige leeftijd zou zij als koningin ook
over Nederlands-Indië regeren.
Bij gebrek, aan aanvullend bronnenmateriaal beperk
ik mij tot de volgende beknopte gegevens, die ik aan
de tekst van de brochure ontleen.
Hubert Vos werd in 1855 in Maastricht geboren. Hij begon
zijn studie in 1880 aan de Koninklijke Academie van Brussel,
bekwaamde zich verder in Parijs en Rome en voltooide zijn
leertijd in 1885 in Brussel. Reeds tijdens de Parijse Salon van
1886 ontving hij zijn eerste gouden medaille en in datzelfde
jaar volgde een tweede gouden medaille op de tentoonstelling
van Levende Meesters in Amsterdam. In 1887 vestigde hij zich
in Londen waar hij een eigen atelier met leerlingen begon en
zich al gauw ontpopte tot een zeer gevraagde society schilder
wiens portretten bijzonder in de smaak vielen bij de mondaine
en internationale kringen van zijn tijd. In 1893 vertrok hij naar
New York, nam de Amerikaanse nationaliteit aan en vestigde
zich voorgoed in Amerika, waar hij in 1935 stierf. In 1900
bezocht hij Java en aan dit verblijf herinneren beide bovenge
noemde 'Indische' schilderijen. Tot zover de relevante gege
vens uit de brochure over Hubert Vos. Voor Nederland een
onbekende meester, wiens naam na ongeveer een eeuw plot
seling weer opduikt door de drie schilderijen, waarvan het
portret van prins Boeminoto hier nadere aandacht verdient.
We zien een zelfbewuste Javaanse edelman met sierlijke kne
vel in traditionele Yogyase kratondracht (geen statiedracht)
staan. De linkerhand rustend op de heup, de rechterhand
steunend op een wandelstok met gouden band en ivoren
knop. De benen iets uit elkaar, de voeten gestoken in zwartle
ren muilen. Om het hoofd de donkerblauwe, geplooide hoofd
doek met uitstaande gebatikte slippen. Een hooggesloten
bruinrood zijden jasje, waarvan de over elkaar geslagen voor
panden in lange punten eindigen. En om de heupen de gebatik
te kain met het vorstelijke parang rusak barong patroon, van
voren in plooien afhangend. Het jasje wordt met een pronkju
weel gesloten en om de hals hangt het kastekoord waaraan
een horlogeketting is bevestigd.
Inderdaad een indrukwekkende verschijning. Maar wat weten
wij verder van deze prins af? In welke relatie stond hij tot sul
tan Hamengku Buwono VII (1877-1921)?* Was hij van dezelfde
moeder, Kanjeng Ratu Ageng, die als vrouw van niet-vorstelij-
ken bloede toch als hoofdvrouw was uitgeroepen omdat de
eerste wel-vorstelijke gemalin, de Ratu Kencono, geen manne-
22
Prins Boeminoto
(copyright Ivo Bouwman)
lijke nakomelingen kon krijgen? Werd hij ter plaatse door
Hubert Vos naar het leven geschilderd of heeft, zoals wel
meer gebeurde, een foto (gedeeltelijk) als model gediend? De
achtergrond roept eveneens vragen op. Het stelt de Javaanse
natuur voor met een bamboebos langs de oever van een kali
en een doorkijk op een bergdorp met sawahs tegen een heu-