Sierbord: dulang
leerde lotusbloem, die met een korte,
dikke steel uit een buikige vaas oprijst.
De zwarte of koraalrode ondergrond
van lakwerk is minutieus beschilderd
met een netwerk van kleine Chinese
motiefjes en bloemenmedaillons in
goudlak. Bijzonder charmant zijn de ver
lakt-houten dekseldoosjes op schotel, in
de vorm van allerhande miniatuurvruch
ten zoals durian, manggistan, delima
(granaatappel), tèrong (aubergine),
tèrong belanda of labu (kalebas, pom
poen), die een vaste plaats in de pronk-
kasten kregen. De verlakt-houten sier-
borden (dulang) in rood, zwart en goud
met een middellijn variërend van 50 cm
tot 10 cm, werden gebruikt als dienbla
den bij feestmaaltijden, maar ook als
wanddecoratie. Zij vertonen Chinese
afbeeldingen van draken, feniksen, vlie
gende vogels of chrysanten in combina
tie met randversieringen in Palembang
stijl. Opvallend van vormgeving zijn de
ouderwetse koperen hanglampen, die
van onder in een lotusmotief eindigen.
In het midden zweeft aan koperen ket
tingen het kelkvormige lampeglas. Aan
Koperen olielamp
andere kettingen hangen koperen sier-
bollen, die het licht weerkaatsen. De
verre voorouders van deze olielampen
werden ooit in de 17e eeuw door de
V.O.C. vanuit Zuid-lndia in Indonesië
ingevoerd. Al deze voorwerpen - en de
vele andere, die hier onbesproken
moesten blijven -, droegen bij aan de
luister van het ceremoniële bruidsver
trek, dat het middelpunt van het tradi
tionele adathuis vormde.
Apart genoemd moeten worden de
prachtige weefsels en adatkostuums.
Zelden zal men zo'n variatie aan tech
nieken, zo'n rijkdom aan soorten en
zo'n hoge graad van perfectie bijeen vin
den als juist hier in Palembang. Ook aan
deze materie is tot nu toe veel te weinig
serieuze aandacht besteed. Helaas moet
ik hier met een korte opsomming vol
staan: de zijden ikatweefsels of limar
met inslagikat in rood, blauw, geel,
groen. In combinatie met de rode scher-
Borduurwerk
ingdraden ontstaan reeksen van vaag
omlijnde patronen, die lichtrood, licht
geel of crème oplichten tegen een
purperen achtergrond. De goud
draadweefsels of kain songket met hun
goudglanzende middenvlak van geome
trische bloempatronen, aan de uiteinden
begrensd door tumpal (punt)motieven,
zijn dikwijls verlevendigd door kleine
accentjes in roze, oranje en paars. De
kain prada, beplakt met kleine stermo
tiefjes van bladgoud op die plaatsen, die
bij het dragen goed zichtbaar zijn. De
plangi-en tritikdoeken, waarbij de motie
ven door afbinding of inrijging van de
stof na het verfbad als lichte nopjes,
puntjes en zigzag streepjes volgens tevo
ren uitgedachte geometrische bloem- en
palmetmotieven te voorschijn komen.
Vertegenwoordigen deze weefsels een
typisch indo-maleise wereld, bij het
schitterende borduur- en tamboureer-
Anak Gadis in feestgewaad, 1930
werk zien we dat ook Chinese en in
mindere mate Europese invloeden zijn
doorgedrongen.
Het is werkelijk ongelofelijk hoe vrou
wenhanden met een eindeloos geduld
en gevoel voor verhoudingen, composi
tie van motieven en gewaagde kleuren
combinaties, de ontelbare figuurtjes tot
in de kleinste details hebben aange
bracht met zijde garens, goud- en zilver
draad en lovertjes. Zo ergens, dan komt
deze zucht naar pracht en praal van
Palembang wel het best tot zijn recht in
de feestgewaden van de anak gadis, de
jonge meisjes, die in de welkomstdans
Tari Padang Kisir op symbolische wijze
sirih aanbieden aan hooggeëerde gasten.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië
werd deze adatdans verheven tot Tari
Gending Sriwijaya.
RENÉ WASSING
Met welgemeende dank aan de dames
T.l, Poppmga-van der Laan, S,J. Jonker-Zaremba,
M, Trouwborst-Bemelmans en E.C. Amiabel, die
welwillend fotomateriaal en literatuurgegevens ter
beschikking stelden.
Bronnen:
R.H. Moehamad Akib: Sejarah dan kebudayaan
Palembang: I. Rumah adat limas Palembang. II. Adat
istiadat perkawinan di Palembang. 1975
C.J. Batenburg: Catalogus van eene verzameling
voorwerpen van kunstnijverheid uit de hoofdplaats
Palembang en de landstreek Pasemah Lebar.
Amsterdam 1922
F.M. Schnitger. Oudheidkundige vondsten in
Palembang. Leiden 1936
N.K. Sholihat Irfan: Kerajaan Sriwijaya. Pusat peme-
rintah dan perkembangannya. Jakarta 1983.
R. Wassing-Visser Sumatraanse schoonheid. Cat.
Indonesisch Ethnografisch Museum Delft. 1974
M.O. Woelders: Het sultanaat Palembang
181 I -1825. 's-Gravenhage 1975