ïSuiÈsnLrzzLttLnqzn KRAKATAU TOUR TRAVEL dooi mzuxouvj 2\ ds ■Pdaadt-dPrangs dzzC 7 Wat wist je er van af? Je was in de grote plaatsen op Java op de H.B.S. geweest, je studeerde in Holland, of op Java, het was Java waar je familie woonde. De sui kermensen woonden op de suikerfabrie ken, de andere cultures dito en nader hand bemerkten we dat de Deli planters Java niet kenden, maar met vakantie naar Singapore gingen. Je bracht je jeugd door in een beschutte omgeving en als ze je zouden vertellen dat je op een grote python kon trappen, was dat een fabel. Ze vertrokken, pas getrouwd, met de Rindjani naar Indië, beladen met pakjes als je toch langs Kediri of Malang kwam... En de eerste klap kwam, toen Chris doodsbleek van het Departement terug kwam met de boodschap dat we de laat- sten van de lichting waren, niet geplaatst werden op Java, maar op Pontianak. Atlas open, oh, dat was op West- Borneo, aan de kust. We klaarden op, dachten aan Padang met het heerlijke strand, misschien kregen we wel een huis aan zee! Van ons voorschot kochten we op Pasar Baroe twee bedden, een rotanzitje met schemerlamp en de hoognodige meu bels. En dan onze kisten met het porse leinen servies van Oudoom Cor en het dubbele wastafelstel van de Tantes en alle huwelijkscadeaus tot een zilveren notekraker toe. Vervelend was dat ik steeds misselijk en duizelig was, zeker malaria. En na 14 dagen stapten we aan boord van een KPM-stomer, die ons naar Pontianak zou brengen, naar ons hutje aan de zee! De stomer was afgeladen met goederen en vee, en tussendek-pas sagiers hadden manden met vruchten, kippen en geiten bij zich. Maar wat rook er toch zo raar? Chris hing al over de reling vóór we vertrokken. We leerden de combinatie van lucht kennen, die bestond uit stookolie, doerians, slacht vee, copra-ruimen, gemengd met de modderlucht van Priok. De bemanning was erg aardig voor ons, twee getrouw de kinderen die naar Pontianak gingen! We hadden te horen gekregen dat mijn schoonmoeder, hertrouwd met een verificateur van de douane, om onze plaatsing daar gevraagd had, toen Java onze neus voorbij ging. Langzaam drong het tot ons door, dat we geen hutje aan zee kregen, dat we vijf uur de Kapoeas moesten opvaren, dat er misschien hooguit 100 Europese families woonden, dat Pontianak een grote handelsplaats was met een groot Chinees kamp en dat ik moest oppassen voor krokodillen, slangen en tjèlèngs (wilde varkens), dat bij vloed alle sloten overstroomden en elk huis een bruggetje had, net als in Giethoorn, volgens de vrolijke stuur man. Ik lachte maar, het zou wel geen Afrika zijn. Wat me zwaar op het hart lag: hoe zou mijn schoonmoeder zijn? Een vrouw met een driftig temperament, vertelde mijn man, die haar in geen jaren gezien had. En toen stoomden we de Kapoeas op, die sinistere rivier, met rechts beklem mend stil oerwoud, krokodillen lagen soms op een uitstekend oeverdeel, en links - niets - zo breed was de rivier. Na vier uur varen floot de bootsirene. Toen eindelijk wat kaden - de Boom - de val reep werd neergelaten, we waren er, op de Buitenbezittingen. Op de kade stonden Oom, onze P.T.T.- chef, en de tweede man, die door Chris vervangen zou worden. Die straalde, hij ging terug naar Java. We zouden bij Oom logeren, tot de vendutie voorbij was en het huis schoongemaakt. In een dogcar reden we naar de Baratweg. Och Pontianak viel best mee, van de Boom stapten we in een vierkant parkje, omringd door kapitale huizen en Het Hotel, 't postkantoor op de hoek, een brede weg langs de rivier met de grote huizen van de Resident, Overste en ten nisbanen, verderop de Europese school en het Chinese kamp. Alles gekruist door twee wegen en daar waren de slo ten en de bruggetjes. De stuurman had niet gejokt. Verder een kerk, een hospi taal en dan de Baratweg, die doodliep op rubberbossen, een paar sado's reden er rond. Neen, het was niet angstwek kend. Oom wachtte ook op een groot huis, dat hem beloofd was, en nu stapten we uit voor een ouderwets houten huis op palen. Moes huilde bij de ontmoeting met haar zoon, die ze zo lang niet gezien had. En dan was daar baboe Oudje, die al 30 jaar in de familie was.Daar begon het overgeven weer en Moes raakte in paniek, -malaria? Ze verwacht een baby! En Moes was zelf pas 40 jaar. O, wat was ik blij met al dat groen en planten van het erf naast hen. Holland leek zo ver achter ons. Oom maakte grapjes over het huis.de lange overloop langs de keuken zwiepte mee, als iemand liep. Volgens hem kon je een aardbeving in de badkamer voe len als iemand in het huis zijn tanden poetste. Het was een geluk, dat Moes en Oudje me allerlei rimboe-dingen leerden. Water werd opgevangen in grote regen tonnen, met deksels er op. Ze stonden om het hele huis heen. Dan werd het in een filter gezeefd, gekookt en weer gefiltreerd. Niet lekker! Ik hing er met mijn neus op, ik zou het straks zelf moe ten doen. Er was geen ijsfabriek, dus het schone water werd gekoeld in aarden gendies. Alleen aan boord van de sche pen kon je een ijskoud biertje halen. De boten kwamen om de beurt van Batavia of Singapore, alles werd geïmporteerd. Jakarta-Pangandaran-Yogya-Bromo-Bali-Lombok 22 dagen/groep (min. 35 personen) Prijzen: volwassenen US$ 825, kinderen US$ 645, min. 4 personen: volwassenen US$ 875, kinderen US$ 725, Lampung-Ranau meer (5 dg.) vertrek v. Jakarta Prijzen: volwassenen US$ 200, kinderen US$ 175, Inclusief hotelaccomodatie, ontbijt en AC bus. Reservering: Krakatau Tour Travel Kayu Manis Barat 78 Jakarta 13130, Indonesië Tel.: 8504931 of 8581731 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 16