DE SCHOOLBUS
gen' zag ik een stervende man die vele
(huis)artsen had gesleten, die hem allen
hetzelfde hadden gezegd: "Zo erg is het
nu ook weer niet, wanneer u het wilt en
u verzet zich tegen die ziekte dan is
beterschap mogelijk". Dat men dit heeft
kunnen zeggen aan een doodzieke man is
voor mij bijna een abstractie en het
abstraheren van klachten van zieken is
toch zoiets als 'vloeken in de kerk'.
Enkel het aanhoren, soms urenlang, van
zijn klachten over pijn, een door ziekte
verwoest leven, de stank van het ziek
zijn. De grote belasting voor zijn gezin
door zijn ziekte ontlokte hem op het
einde van zijn dagen de opmerking: "Ik
ben blij op het laatst nog een geneeshéér
te hebben leren kennen". Wat enkel lui
steren niet vermag. Luisteren, geduldig
luisteren, dat is bijna het gehele vak. Ben
je een goede dokter, een alles-beter-
kunnen-maker dan is dat mooi meegeno
men. Kan je echter niet met je patiënten,
met mensen dus, praten en breng je daar
het geduld niet voor op, dan ben je een
patser en misschien een goed vakman.
Een goed geoliede machine that's it!
Daar gaat 'ein Berliner' denk ik dan wel
eens. Ik klink misschien bitter, maar
meer nog ben ik teleurgesteld.
Teleurgesteld in het systeem en het sys
teem is door mensen bedacht en ge
maakt. Ben ik dan in mensen teleurge
steld? Wie is dat niet zo nu en dan.
Alle somberheid en ergernis probeer ik
weg te krijgen met de dichtregels van de
dichter Bloem, ook al geen voorbeeld
van vrolijkheid en optimisme. Die regels
zijn soms voor mij een steun en mis
schien kunnen zij voor u ook wat bete
kenen.
'Dat het een dagelijks wonder is te leven'
'En elk ontwaken een herrijzenis'
In onze jeugdjaren woonden wij op de Boeloe-Kendalweg te
Semarang. Iedere ochtend als we naar school gingen, liepen we
naar het Wilhelminaplein om daar op de gemeentelijke school
bus te stappen. Bij de halte stonden altijd heel wat kinderen,
zoals die van Liefveld, de kinderen Dannenveld, Agatha Morpey
en nog vele anderen. Aan het Wilhelminaplein lagen allemaal
belangrijke gebouwen zoals het Gouverneurshuis, de openbare
lagere school, het kantoor van de N.I.S. (Nederlandse Indische
Spoorwegen) en het Gerechtsgebouw.
De Indonesische conducteur van de schoolbus was een vrien
delijke man met wie wij maleis spraken. Hij kon heel goed met
kinderen opschieten. Van de conducteur mochten we tijdens
de rit in de bus zingen. Hij vond het zelf heel prettig. Soms pro
beerde hij ook mee te zingen, wat wij weer heel leuk vonden.
De meisjes gingen naar de lagere school van de Zusters
Franciscanessen op Gedangan en de jongens naar de
St.-Bonifatiusschool van de broeders, aan de Karrenweg.
Wij kregen les van een non, zuster Theresia. Het leesboekje
dat wij ter bestudering kregen om te lezen, droeg de titel
'Omhoog de harten'. Godsdienstles kregen we van pastoor
De Kuyper van de Gedangan Parochie.
Toen kwam de tijd, dat we de lagere school vaarwel moesten
zeggen, om hogerop te 'klimmen'. Maar de Indonesische
busconducteur kunnen we niet vergeten.
L. VAN DER WORM-FLOHK
Het N.I.S. gebouw aan het Wilhelminaplein
39