Guus van den Broeke op zoek naar zijn 'roots' EEN TOCHT NAAR HET LAATSTE PARADIJS 'Van den Broeke' is voor insiders een bekende Indische naam. Om nog specifieker te zijn een bekende perkeniersjamilienaam, van bet eiland Banda. Tot op de dag van vandaag woont er een Van den Broeke op Banda, Wim van den Broeke. Hij is een afstammeling van stamvader Pieter van den Broeke die rond 1600 op de Banda-eilanden voet aan wal zette. Guus is ook familie, woont in Nederland en heeft met een aantal familieleden de reis onder nomen naar Banda om kennis te maken met Wim en het paradijs waar bij vandaan komt. De eilanden Banda is gelegen in het oostelijk deel van de Indonesische archipel, ten zuiden van de belangrijkste plaats Amboina. Men rekent de eilanden tot de Molukse Wim van den Broeke, de laatste perkenier te Banda, met zijn echtgenote Tie en de papegaai Jacob. archipel, een archipel die uit meerdere eilandengroepen bestaat. De Banda- groep bestaat uit drie centrale eilanden met daar omheen nog vier kleinere en ook nog drie hele kleine onbewoonde eilanden. Zoals andere eilandengroepen in Indonesië heeft ook Banda zijn eigen werkende vulkaan: de Gunung Api ofte wel de Vuurberg, die alles overheersend aanwezig is in deze kleine archipel. Banda-Neira is het hoofdeiland, ruim 3 km lang en iets meer dan I km breed. Het is het enige eiland met een stad. Op de andere eilanden wonen de mensen in kleine aantallen bijeen in kampongs. De stad Neira op Banda bestaat trouwens maar uit enkele straten en lanen. Neira is gebouwd op een vlak gedeelte en niet zonder reden. Tegenover Neira ligt de enige goede rede van Banda. De enige plek waar geankerd kan worden, de Banda-Zee is op andere plaatsen zeer diep. Dicht in de buurt van Neira zijn ook prachtige stranden, die je op geen ander eiland van deze archipel tegen komt. De rest van het eiland is vrij heu velachtig en telt twee bergtoppen. De Gunung Tuju en de Papenberg, die resp. 125 en 240 m hoog zijn. De Papenberg is historisch bekend omdat daarop een seinpost was gebouwd voor de scheep vaart, door onze voorouders. Het eiland dat geheel uit de Gunung Api bestaat heeft de vorm van een piramide, spits en steil, rijst ruim 650 m hoog boven de zeespiegel uit en ligt nauwe lijks 200 m van Banda Neira verwijderd. Bij heel laag water kan je er naar toe lopen. Het eiland Lonthor (of Lonthoir) ligt ten zuiden van Neira en de Gunung Api. Lonthor wordt ook wel Groot- Banda genoemd (het is het grootste eiland). Het is een boog vormig en sluit de beide andere eilanden in aan de zuid- en oostzijde. Het is ruim 12 km lang en op z'n hoogst 3 km breed. Dit Banda-eiland is even groot als Schier monnikoog. Het is er heuvelach tig en de Gunung Bandaris is de hoogste berg met zijn 536 m. Op het eiland zijn 29 muskaatperken, die de hele opper vlakte in beslag nemen. De Banda-eilanden waren het allereer ste bolwerk van de VOC, van waaruit uiteindelijk de hele Indonesische archipel werd gekoloniseerd. De Banda-eilanden vormden voor de VOC een buitenge woon aantrekkelijk gebied vanwege de nootmuskaat die daar aan de bomen bloeit en (nog steeds) van uitzonderlijk goede kwaliteit is. Om het monopolie op de nootmuskaathandel te verwerven moest de VOC onderhandelen met de Bandanezen. Dat gaf echter problemen. De Bandanezen wilden ook met andere landen vrij handelsverkeer kunnen heb ben en zo werd de Hollandse admiraal Verhoeff, die alleen op onderhandeling was uitgestuurd, door de Bandanezen in een hinderlaag gelokt en vermoord. Jan Pieterszoon Coen werd woedend en het droeve resultaat was dat de hele bevolking werd uitgemoord. 15.000 Bandanezen door de VOC omgebracht. De Banda-eilanden waren ontvolkt en de VOC had niemand om de nootmus kaathandel op gang te brengen. J.P. Coen stelde toen voor aan de Heren Zeventien (het bestuur van de VOC) om de eilanden in plantages te verdelen en het beheer van deze plantages (per ken) in handen te geven van Hollanders (perkeniers). En een van die VOC'ers was Pieter van den Broeke. Heel Banda is eigenlijk een groot oud heidkundig monument. Er zijn diverse forten van de VOC, verspreid over de diverse eilanden. Overal zijn nog oude perkenierswoningen te vinden, veel uiteraard in zeer vervallen staat. De gra ven van vele perkeniersfamilies (waaron der ook bekende namen als Hoeke, Delmaar, Camerlingh) stammen uit de 17e eeuw. Waar je ook bent op Banda, de Gunung Api is allesoverheersend zichtbaar. Deze vulkaan is in 1988 weer uitgebarsten en heeft veel schade veroorzaakt. De bewoners van Banda zien het positief en menen dat iedere uitbarsting een teken is dat er een belangrijke nieuwe ontwik keling staat te gebeuren voor Banda en zijn bewoners. Banda telt tegenwoordig weer ruim 15.000 inwoners, die leven in een omge ving waar de tijd praktisch heeft stilge staan. Een onvergetelijke gewoonte is de manier waarop zij elkaar begroeten als zij bij elkaar op bezoek gaan, per boot. De roeier pakt een hoorn (schelp) waarvan de achterkant is weggeslepen. Hij roept 'kapaloe', gevolgd door de naam van de persoon die hij komt bezoeken. Dan volgt een langgerekte kreet: 'Kotjekoooiiiii'. Bij het afscheid nemen gaat het net zo. De familie Rond 1626 startte Pieter als perkenier. Generatie op generatie ging dat zo en vooral in de 17e en 18e eeuw werd er behoorlijk verdiend aan de specerijen- handel met Europa. Maar toen de markt in de 19e en 20e eeuw verzadigd raakte, liepen de inkomsten geleidelijk terug. Daardoor vertrokken de perkeniers 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 24