van een statenbond met Nederland. Met beperkte middelen wordt getracht de defensie te verster ken. Tevens komt er steun van de Indische samenleving in de vorm van bijdragen voor de voortzetting van de strijd door uitgewe ken Nederlandse strijdkrachten in Engeland en aan het Spitfire Fonds. Eind 1942 begint de internering van Nederlandse vrouwen en kinderen. Een groot deel van de Indo-Europese gemeenschap blijft onder moeilijke omstandigheden buiten de kampen. In de 7 december-rede van Koningin Wilhelmina wordt expli ciet uitgesproken dat bij een Rijksconferentie na de oorlog de overzeese Rijksdelen een gelijkberechtigde plaats zullen inne men. 1941 Koningin Wilhelmina stelt een Rijksconferentie in het vooruit zicht, die zich na de oorlog over de structuur van het Koninkrijk zal beraden (10 mei). De onderhandelingen met Japan worden afgebroken. De Nederlandse delegatie o.l.v. Dr. Van Mook wijst de vergaande Japanse eisen af (17 juni). De Japanners bezetten steunpunten in het zuiden van Frans- Indo- China (29 juli). Luitenant-Generaal Berenschot, legercommandant, komt om bij een vliegtuigongeluk (13 okt.) en wordt opgevolgd door Ter Poorten. De Japanse aanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor is het begin van de oorlog in de Pacific (7 dec.). Nederlandse regering verklaart Japan de oorlog. 1942 Dr. Van Mook wordt tot Luitenant-Gouverneur-Generaal benoemd (I jan.). Generaal Wavell wordt benoemd tot algemeen bevelhebber van de geallieerde strijdkrachten op Java (3 jan.). Het grootste deel van de buitengewesten wordt door Japanse troepen bezet (jan.-febr.). Singapore valt in Japanse handen (15 febr.). Slag in de Javazee waarbij het grootste deel van het geallieerd eskader, onder bevel van schout-bij-nacht K. Doorman ten onder gaat (27-28 febr.). Japanse landingen op Java (I maart); vliegveld Kalidjati valt in Japanse handen (3 maart); een hevige strijd vindt plaats bij de Tjiater-stelling bij Bandoeng. De capitulatie van de Nederlands-Indische strijdkrachten wordt op 8 maart te Kalidjati getekend. Op Sumatra, Borneo, Timor en Celebes zetten eenheden van het KNIL de strijd nog enige tijd voort. Merauke (Z.O. Nieuw-Guinea) is het enige gebied van Nederlands-lndië, waar de Nederlandse vlag blijft wapperen. Een groep hoge ambtenaren verlaat voor de capitulatie Java, met als doel om in Australië de Nederlandse belangen te behartigen. Bij deze groep behoren o.a. Luitenant-G.G. Van Mook, Van der Plas en Soejono (later minister in Londen) van de Raad van Indië en militairen onder wie Spoor, de latere legercommandant. De Nederlandse Binnenlands Bestuurs ambtenaren worden geïnterneerd en ver vangen door zowel Japanse militairen als ambtenaren en Indonesiërs. De Volksraad en alle andere vertegenwoordigende lichamen worden opgeheven. Het brute optreden van de Kempetai neemt een aanvang. 1943 Medio 1943 is de internering van totok-bevolkingsgroep prak tisch voltooid. Indië wordt opgenomen in de 'Groot- Aziatische Welvaartssfeer', d.w.z. volledig ondergeschikt aan de economische belangen van Japan. Indonesische arbeidskrachten (Romusha's) worden geronseld. Vele duizenden komen om bij de tewerkstelling binnen en bui ten Indië. Indonesiërs worden aangetrokken als hulpsoldaten van het Japanse leger en politie. De jeugd wordt georganiseerd naar Japans model. Oprichting van de Poetera (Poesat Tenaga Rajat, centrum van volkskracht) o.l.v. Soekarno (8 maart). Van de Japanse kant is dit een tegemoetkoming aan het Indonesisch verlangen naar een politieke organisatie. Andere nationalistische leiders, o.a. Soetan Sjahrir distantiëren zich van de Japanse bezetter. De Japanse premier Tojo bezoekt Java (juli). Instelling van vertegenwoordigende lichamen met aan de top een Centrale Adviesraad wordt toegezegd; op enige hoge pos ten worden Indonesiërs benoemd. Oprichting van een Indonesisch vrijwilligersleger onder Japanse leiding (okt.). 1944 Japanse premier Koiso belooft de Indonesische onafhankelijk heid in de toekomst; de rood-witte vlag en het Indonesia Raya worden toegestaan (sept.). Oorlog neemt voor Japan een ongunstige wending: Hollandia (Nieuw-Guinea) wordt als eerste bevrijd in april; Morotai (sept.); Amerikaanse landing in de Filippijnen (nov.). De ministers Weiter (Koloniën) en Van Kleffens (Buitenlandse Zaken) brengen in april/mei 194 I vanuit Londen een bezoek aan Indië. Op de foto minister Weiter (links zittend) met resident Tydeman van Preanger en Soendanese regenten. Links staande Raden Ario Adipati Wiranata Koesoema, regent van Bandoeng. 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 31