Si *1 In 1978 zag ik het huis terug waarin ik tot 1922 had gewoond... Zweden ging. Lien van der Velde was, ondanks haar donkere huid, een mooi meisje in haar jonge jaren. Zij werd de "Roos van Surabaya" genoemd. Toen zij als correspondente buitenland een betrekking bij de Zweedse firma zocht, was het van mijn vaders kant liefde op het eerste gezicht. Voor haar was hij de eerste en de enige. Boven in de vuurto ren van Pèrak viel hij voor haar op zijn knieën en vroeg haar ten huwelijk. Ze zei "ja" en heeft er nooit spijt van gehad. De bruiloft vond plaats in januari 1909. Er werden drie kinderen geboren, waarvan ik de oudste ben. Harskulle jag vilja beratta...O, förlat! Ik zou willen vertellen over onze reis naar Zweden in 1916, in oorlogstijd. Omdat mijn vaders vader in Stockholm op ster ven lag. Maar wij kwamen te laat, de reis had ons om de hele wereld gevoerd. Ik heb nog een foto van baboe Mirah, die met mij was meegegaan. Ze had een dikke mantel aan. Ze had een hoed met een veer die recht omhoog stak. Die veer, ja, die wilde ze wel! Wat vond ze Zweden een wonderlijk land. Maar daar over een andere keer. In 1978 zag ik het huis terug waarin ik tot 1922 had gewoond. In het voormalige Kroesenpark, naast het postkantoor, nu Taman Apsari nummer 5, als ik mij goed herinner, vlak bij het monument van Djoko Dolog. Djoko Dolog heb ik natuur lijk ook opgezocht. Ik heb mijn hand op zijn hoge knie gelegd en hem bedankt voor al het oude en hem geluk en voor spoed met al het nieuwe gewenst. Ons huis was, na meer dan vijftig jaar, nog zo goed als intact. De vloer was nog dezelfde oude tegelvloer en de kunstzin nige atoerans van mijn vader, Javaans of Balisch houtsnijwerk in de ruime door gang tussen kamer en achtergalerij inge bouwd, ze waren er nog. In 1991, toen mijn dochters Agneta en Maria, en Agneta's dochter Lina, het huis bezochten, was het veranderd in een groot luxe- restaurant. Het houtsnijwerk was er nog. De meisjes werden door de eigenaar als "oude sobats" begroet en op een echte Indische rijsttafel getrakteerd. In 1992 kregen mijn drie nichtjes dezelf de ontvangst. Mijn kleinkinderen zijn alle maal vast besloten met deze "sentimen tal journeys" door te gaan. Tenslotte mijn fröbelschoolvriendje Jan Mullemeister, een bekend advocaat. In Tong Tong van 15 januari 1974 werd een foto uit 1914 van ons klasje afgedrukt, met een artikeltje van mij. Door die foto heb ik Jan teruggevonden, of hij mij. Wij ontmoetten elkaar in Holland. Nadat Jan en zijn vrouw naar Australië waren geë migreerd, correspondeerden wij met elkaar. Na Jan's dood bleef ik in contact met zijn weduwe Bea, ook uit Surabaya. Bea is zelfs bij mij in Malmö op bezoek geweest. Het monument van Djoko Dolog Dank zij een blad dat Tong-Tong heette, en dat niet meer bestaat of tegenwoordig een andere naam heeft, zoals Agneta schrijft, die heus wel beter weet. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 11