BAHASA INDONESIA Het is bij weinigen bekend dat - even als het "Ivriet", het moderne Hebreeuws zoals dat in Israël wordt gesproken en het "Nynorsk", de tweede officiële taal van Noorwegen - óók de taal van Indonesië een wetenschappelijk geordende kunsttaal is die nu alweer vele tientallen jaren als eenheidstaal zijn waarde en praktisch nut iedere dag bewijst in dit ontzaglijk uitgestrekte eilandenrijk, waar zo'n vierhonderd verchillende talen worden gesproken. Een gebied dat een oppervlakte bestrijkt van Londen tot Sverdlowsk achter het Russische Oeral- gebergte en van Zweden tot halver wege de Middellandse Zee. De taal van Indonesië is sterk ver want aan het Maleis, de taal die gesproken wordt op het Maleisische schiereiland Malakka en de kleinere eilanden daar omheen, zoals de Riau-archipel gelegen tussen Singapore en Sumatra. De zeevarende bewoners van deze Riau- archipel hebben vele eeuwen lang handel gedreven o.m. langs de einde loos lijkende kusten van het voormalige Nederlands- Indië, het huidige Indonesië. Naar verluidt is het hun versie van het Maleis, de "Bahasa Malaju", dat - waarschijnlijk in vereen voudigde vorm - de "lingua franca" werd in dit deel van Zuid-Oost Azië. Eerst slechts langs de kusten, maar later steeds dieper het bin nenland in op de grote eilanden, waar in het bijzonder op de door verschillende bevolkingsgroepen bezochte markten (pas ars) deze sterk vereenvoudigde, vrij snel aan te leren tussen taal, genoemd de "bahasa Malaju pasar", steeds meer opgang maakte. In tegenstelling tot de taalpolitiek in bijvoorbeeld de Engelse, Franse, Portugese en Spaanse koloniën, hebben Nederlanders in "de Oost" nimmer van overheidswege hun taal opgedrongen aan de inheemse volkeren. Alle bestuursambtenaren en aldaar wonende Europeanen spraken tenminste deze "bahasa Malaju pasar" maar veelal ook nog één of meer lokale talen. Geboren en getogen op Oost Java, leerde ik in de twintig jaren die ik daar doorbracht, opgroeide en de middelbare school bezocht, thuis eerst Nederlands praten, maar al gauw diende ik mij verstaanbaar te maken in de "bahasa Malaju pasar", de "bahasa Madura" met bewoners afkomstig van het eiland Madura en bovendien in twee talen van de Midden- en Oost- Javaanse bevolkinsgroep. De Javaanse cultuur is zeer hoog staand. Het Javaanse volk kent drie, mogelijk zelfs vier talen! In deze gemeenschap spreekt een mindere- in- rang tot een meer dere het Hoog Javaans en een meerdere spreekt zijn onderge schikte aan in het Laag Javaans. Beide talen verschillen even veel van elkaar als bijvoorbeeld het Nederlands van het Frans. Hovelingen van de vorsten van Djokja en Solo spraken ook nog het Hof Javaans en volgens zeggen bestaat er zelfs nog een Literatuur Javaans. En dat alles in één volk Voor snelle en betere communicatie met de autochtone bevol- king, maar evenzeer ter bevordering van onderlinge contacten tussen de verschillende taalgroepen, ontstond in het begin van deze eeuw bij de Nederlandse regering in Den Haag en het gouvernement in Nederlands Indië tezamen met de Volksraad de behoefte aan een deugde lijke lingua franca om dat grote eilandenrijk met zijn vele volkeren, rassen, stammen en talen doelmatiger te besturen. Het was de Nederlandse taalkundige C.A. van Ophuijsen, zoon van een bestuursambtenaar in destijds Fort- de- Koek, thans Bukit Tingi op Sumatra, die in 1908 de primitieve "bahasa Malaju pasar" kunstmatig heeft geordend en voor deze taal de eerste grammatica heeft geschreven. Zijn taaiproject werd de "bahasa Malaju Van Ophuijsen" genoemd. In de jaren 1925- 1930 heeft een gemengde commissie zijn plantaal verder ont wikkeld en in 1948 werd wettelijk vastgelegd dat deze tussen taal, genaamd "bahasa Indonesia" (letterlijk: taal Indonesisch), de nationale taal was voor alle volken van de nieuwe staat Indonesië. Na de officiële onafhankelijkheid in 1949 heeft deze van oorsprong kunstmatige taal zich volledig kunnen ontplooien. In 1940 sprak nog slechts 6% van de bevolking de taal, maar in 1960 was dat reeds 60%! Kenmerkend voor de verhoudingen in de voormalige Nederlandse kolonie is het feit dat inheemse voorstanders van politieke autonomie reeds op 28 oktober 1928 vrijelijk konden proclameren: "Indonesië, één land, één volk, één taal "Bahasa Indonesia". Het is te hopen dat intellectuelen en politici in de Europese Gemeenschap eens dezelfde grootse visie zullen hebben als de toenmalige voorvechters van de Indonesische onafhankelijk heid. En dat zij - ter bescherming en behoud van ieders eigen taal en cultuur - zullen streven naar de invoering van het betrekke lijk gemakkelijk te leren, politiek- neutrale, bovennationale com municatiemiddel, de internationale taal Esperanto. EDWIN BURG Hoewel in het "Woordenboek van Dale", 10e druk 1976, ver meld staat dat "bahasa Indonesia" onzijdig is, heb ik in dit artikel bewust geschreven de "bahasa Malaju" enz., omdat ik meen dat er sprake is van een onjuistheid. Wij zeggen "hét Engels, hét Frans, hét Indonesisch, enz. maar: dé Engelse taal, dé Franse taal, dé Indonesische taal, dus óók dé "Bahasa Indonesia". Tenslotte betekent "bahasa" niet anders dan taal. (Zeg dus bijvoorbeeld ook niet: Spreekt u "bahasa"? Spreekt u "taal"?) 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 22