's Morgens wat laat opgestaan, in de queue voor de wasbakken! Iets te bespreken bij de purser? In de rij! Dat gold voor de kapper, de toiletten, maar ook voor de bar. Die ging s' ochtends om 10 uur open en 's avonds om 9 uur weer dicht. En dat voor dorstige kelen die al die drankjes, in het vaderland nog altijd gerantsoeneerd, al zoveel jaren hadden moeten missen. Dus verzamelden zich een uur van te voren de eerste gegadig den en stonden we vóór het sluitingsuur weer achter elkaar om nog gauw een voorraadje voor de rest van de avond in te slaan. Toch werd er weinig gemopperd. De stemming was opperbest, ledereen was opgelucht dat we eindelijk aan de slag konden gaan om "Ons Indië" weer te maken tot wat het eens was, een geor dende maatschappij met een integer bestuur. Dat gevoel van: "Het zal best wel weer voor elkaar komen!" was zelfs niet kapot te krijgen toen halverwege de reis bepaalde tekenen erop wezen dat de voorraden niet onbeperkt waren. Boven de bar kwam een bordje met "Keep smi ling!", dat al verdacht was. En ja hoor, de daaropvolgende dagen verschenen mededelingen dat bepaalde drankjes waren uitverkocht of op rantsoen gesteld. Weer een reden voor lange files. Vooral toen het bier werd beperkt tot 200 glazen per dag. Maar voor de maaltijden behoefde men niet, zoals de soldaten tijdens het oor- logsvervoer, in de rij te staan. De twee eetsalons, één voor en één achter, waren in ere hersteld. De 800 passagiers wer den verdeeld over een aantal zittingen. Door roulatie kreeg iedereen op zijn beurt een vroege dan wel een latere zitting. De mannen waren ondergebracht in de rui men en sliepen op stapelbedden. Prominente figuren, gezinnen en de wei nige vrouwen hadden de nog intact zijn de hutten toegewezen gekregen. Direct nadat het schip IJmuiden had verlaten was de onderlinge verkenning begonnen, en een groep van ongeveer 20 meisjes in khaki- uniform had onze aandacht getrokken. Leden van het "Vrouwen Hulp Korps", dat aan het leger was toege voegd. Pogingen tot toenadering verlie pen succesvol en nog vóór Gibraltar had den zich vier paartjes gevormd, waartus sen het bijzonder goed klikte. We trokken de hele dag met elkaar op, behalve in de eetzaal, waar de meisjes als groep aan een aparte tafel zaten. Het was mooi na- zomerweer, overdag genoten we van zon en zee en het spel van de dolfijnen. Egypte had, vanwege onze houding in Indië, de vaart door het Suez- kanaal nog net niet verboden maar wel geweigerd de nodige faciliteiten te verlenen. Daarom zou het schip Algiers aandoen. Daags vóór aankomst stonden we met ons vie ren in de rij voor een excursie, de dames waren vanzelfsprekend uitgenodigd. Algiers Met motor-launches werden we van het voor anker liggende schip naar de kade gebracht van de tegen de rotsen opklim mende stad. Daar stonden twee bussen gereed, elk goed voor 40 passagiers. Met klapstoel tjes op het middenpad lukte het alle hon derd er in te krijgen. Nauwelijks was dat de sterk gesticulerende gids gelukt of de chauffeur zette er vaart in. Over een bou levard met waanzinnig druk verkeer met daartussen trolley- bussen en driedelige trams. Wat een contrast met Nederland, waar behalve het overbelaste openbaar vervoer en militair transport de straten nog vrijwel leeg waren. Het konvooi Het paleis van de Dey van Algiers, september 1947 wrong zich er voorzichtig tussendoor, waarna buiten het centrum de klim omhoog begon. De eerste bezienswaar digheid kwam in zicht: "Ladies and gent lemen, Botanical Garden, you see, you see!" Voor we het hoofd konden wenden snelden platanen, cactussen, palmen en agaven in sneltreinvaart voorbij. Een vol gend punt eiste de aandacht: "The Zoo, you see, you seel". Maar zonder stoppen ging het verder, steeds hoger, constant in de eerste ver snelling want steeds weer versperde één of ander vehikel de weg. Weer iets bij zonders: "Look here, beggars, you see!" Zijn uitgestrekte vinger wees naar de ook hier aan de rand van de stad liggende krottenwijken. En dat in wat zich een pro vincie van Frankrijk mocht noemen! Maar de bus vloog ook dit trieste schouwspel voorbij, nu langs prachtige villa's van de meer gegoeden, in schril contrast met voorgaande beelden. Op het hoogste punt mochten we even uitstappen voor een blik over stad en haven. Ver in de diepte lag de "Indrapoera". De fototoe stellen klikten. Maar de gids had haast: "Entrez, entrez! Hurry, hurry! Step in please!" Een paar dames bleven achter om wat bloemen en planten te bewonderen. Hij werd er zenuwachtig van: "Please, plea se, ladies, don't stay behind! Follow me, please?". De andere bus was reeds ver vooruit en de chauffeur zette er extra vaart in om hem in te halen. In bochten werden we flink dooreengeschud, en de wankele klapstoeltjes gingen geregeld omver. Het volgende object, het vroegere paleis van de Dey, thans museum. De geschie denis van de verovering van Frans Noord Afrika in woord en beeld. Wapens, unifor men, portretten van generaals, trofeeën en panorama's van veldslagen. Het kost te de gids enorme moeite om de over de diverse vertrekken verdeelde mensen bij een te houden. Van kamer tot kamer snellend klonk overal zijn stem, soms smekend, dan weer overredend: "Vite, vite, hurry, hurry, keep together please!" Zijn inspanning had succes en veel te snel naar onze zin stonden we weer bui ten. Het hoogtepunt van de excursie was de Kasbah, de oude Arabische wijk. Omgeven door een cordon politie- agen ten werden we er door geleid. Nauwe steegjes, waar men zich eerder in de middeleeuwen waande, die ook dienst deden als riool, vuilnisbelt en openbaar toilet. Niemand scheen zich iets aan te trekken van de bordjes met: "Défense d'uriner". De geuren logen er niet om en hadden beslist niets met Franse parfum te maken. Hier hoefde de gids geen moeite te doen om de kudde bijeen te houden. "Beware of piek- pockets!" De sloppen werden voornamelijk bevolkt door nogal onguur uitziende mannen en een ontstellend aantal bedelende kinde ren. Velen met staar, alsmaar "Hello, captain!" roepend, om ons eraan te herin neren dat de Amerikanen ons voor waren geweest. Niet als toeristen! Vrouwen zag men niet. Een nieuwsgierig paar ogen, spiedend vanuit een gat in de muur, werd schielijk teruggetrokken. Duidelijk opgelucht verlieten we deze wijk. Ondanks politie-escorte bleken enkele passagiers toch nog van vulpen nen, horloges en portefeuilles te zijn 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 25