t3aeben9m 31 waren beslist Paultje Kloesmeyer, Betsie Visarius, Lucie Heida (de volgorde is natuurlijk willekeurig). Ja, langs de Goebengboulevard had je kenari- en kedondong- bomen, daar kon je kenaries zoeken. Gek, na de lagere school werd er niet meer naar getaald. Dan waren er mangga's. Het huis op de hoek Celebesstraat - Goebengboulevard, vlak tegenover ons, had wel vier of vijf bomen in de voortuin. De Chinese familie die daar woonde, had een stuk of vier gemene honden, die vrij in de tuin rondliepen en iedereen die langs kwam heftig aanblaften. Dat was verdraaid hinderlijk, want op weg naar school moest je er langs en als de mang ga rijp was, waren de honden laaiend door al die belangstelling. Vanuit ons platje had ik een prachtig zicht op de mangga's en ik wist precies wanneer een raid voorbereid moest worden. Gewoonlijk waren we met vijf of zes man. Eén voor het afschieten van de hoge vruchten (de lage waren al lang wegge kaapt door allerlei venters en katjong kat jong) en de rest voor het oprapen en om de honden af te leiden. De kunst was om de honden bezig te houden op een afstand van de boom, raak te schieten en vlug de vruchten binnen te halen, voordat de asoes je opvraten. Jannie Gout was branie en zou het een keer klaren. Mijn schot was raak, Jannie hield met opgehe ven hoofd de steen in de gaten, zag daar door de kanjeuse mangga niet, die fron taal op zijn ogen kwam. De klap kwam behoorlijk aan en hij stond versuft te kij ken naar de aanrennende honden. Ik weet niet meer hoe we hem over het muurtje uit de tuin kregen, maar het was wel op het nippertje. De mangga hebben we pas later, toen de andjings gekalmeerd waren, opgeraapt. Het slachtoffer werd nog dagen gepest met het deuntje: "Jantje zag eens mang ga hangen als klaperrr zo groot". Jaren later, toen we op de H.B.S. zaten, ver huisde de Chinese familie en kwam de familie Meyer er wonen. Naar de mang ga's werd niet meer gekeken, ja toch? Hugo Burgemeestre

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 31