Integendeel, om half 12 ging hij naar 'een
vendutie'. En dan moest ik toekijken als
het kabaal in 5 en 6 te erg werd. De jon
gens uit de 7de waren erbij gevoegd, een
paar waren langer dan ik, en ik ging met
loden schoenen er wel eens heen en
smeekte ze om kaartjes te tekenen en
rustig te zijn. Ik hoorde dan het gegiechel
van de paar meisjes, maar ze hadden
medelijden met me, want ik gaf soms
over en ze wisten dat ik een baby ver
wachtte.
Verder was er een dikke juffrouw, die 1
en 3 had, en zei: "Ik houd me kalm, ik
heb hoofdpijn!"
Nu, de 2e klas telde 11 kleintjes, en de
4e maar 12 leerlingen, dus ik begon wel
gemoed. In de 4e zaten de twee kinderen
van de notaris, die vlak bij me woonden.
Ze werden het kleine eind naar school
begeleid door een djongos in lakei-uni
form, die ze bij de stoep van de klas
ieder hun broodtrommeltje overhandigde.
Om één uur kwam hij weer met twee
zonnehoeden of twee pajoengs naar
gelang van het weer. "Bemoeit u zich er
niet mee", zei de dikke juffrouw, "ze vin
den dat het bij hun stand hoort". En ze
snoof minachtend.
De meeste ouders leerde ik kennen in de
Soos en de 4de klas was heel ordelijk en
ijverig. Een kleine dikke bruine jongen
sloofde zich uit, maar Wimpie kende
niets. Weer de raad: "Bemoeit u zich er
niet mee, zijn moeder is een Dajakse en
er is niets met hem te beginnen. Hij is al
drie jaar aan het eerste lesboekje". Ja,
lezen kon Wimpie goed.
Hij keek bliksemsnel naar de bank voor
zich, bladerde en ging met zijn vinger
langs de regels. Maar hij las niet, hij had
in driejaar alle lesjes uit het hoofd
geleerd, en als hij nu het plaatje zag,
startte hij vlot. Later zou ik begrepen heb
ben, dat Wimpie debiel was, maar ik liet
het trouwhartige baasje veel griffels slij
pen, want sommetjes kende hij ook niet.
De meeste kinderen waren blank, twee
witkoppen uit het kampe ment, een snoe
zig Arabisch- achtig meisje. De dikke juf
frouw zei: "Dat is een kind van een
Joodse vaderen Inlandse moeder, heel
ijverig!"
In de 4de klas, met maar vijf meisjes, zat
Rietje (Maria) Petterson. Zodra we zou
den rekenen, legde ze haar hoofd op de
bank en schudde de twee zware vlechten
van het huilen. Haar broertjes zaten in de
2de klas: Ezecheel Petterson (Zeetje) en
Daniël Petterson (Deetje) en konden vol
doende meekomen. Zeetje vertrouwde
me toe, dat Rietje niet kon rekenen. "Ze
ken heus niet, juffrouw, ze doet het niet
expres!" "Och", zei de baas, "de oudste
werkt bij uw man op het postkantoor, die
kende in de 7de klas niet eens de tafels.
Laat 'r maar."
Ik dacht aan de Leidse Kweekschool, die
zou rillen bij de uitspraak - laat 'r maar!
Maar ik had het te druk met de uitvoering
van de School. De Secretaris had een
missive gezonden, dat hij op Koningin
nedag iets verwachtte van de Europese
School. En na veel lelijke woorden liet de
Baas de brief aan ons lezen. "Ze zijn
gek!" zei de dikke juffrouw, "in één
maand iets leren aan al deze kinderen..."
en ze snoof.
Maar ik belegde een vergadering van
moeders in de Soos. De heren moesten
vergaderen over een prauwenwedstrijd
en 'andere vermakelijkheden'. Dat duur
de tot twaalf uur 's nachts. Niet alzo de
dames, in een uur was alles verdeeld.
Mevrouw Haringhuizen uit Monnikendam
zou met andere moeders 16 kostuumpjes
naaien, de schoenmaker van het kampe
ment zou klompen maken van zeildoek
en die verven, een harmonica zou
bespeeld worden door één van de
vaders. Zang: 'Twee emmertjes water
halen' en 'Zeg, Nonneke, kunt ge al dan
sen?'
Andere leerlingen van de vier laagste
klassen met oranje sjerpen eromheen. Ik
deed dus in plaats van aardrijkskunde
mijn best op - Zeg, Nonneke... tot de
Baas binnenstapte en zei: "daar krijgt u
geduvel mee. De nonnen komen ook en
die zullen dit niet nemen". Wat een
schrik!
Maar mevrouw Haringhuizen leende de
auto van haar man en we reden naar de
Skola Nonna Kathliek, een soort klooster
school. De nonnen ontvingen ons heel
vriendelijk en lachten om de bezwaren
van de Baas. Ze lieten ons hun schooltje
zien en vertelden, dat de paters in de
middaguren een handelcursus gaven, en
dat veel Chinese meisjes typen leerden.
Overal hingen foto's van bruidsparen, en
nu vroeg ik hen waarom de bruiden in
roze waren. Wel, dat was vanwege het
Chinese ge loof. Wit was de rouwkleur,
en daarom verhuurden ze zwarte pakken
en roze bruidskleren voor de minder
bedeelden, en lichtgroene bruidsmeisjes
vrolijkten het geheel op. Nu, na veel
geconfereer werd de verjaardag van
Njonja Radjah Wilhelmina een succes!
Oei, wat had ik een kiespijn - mijn oog
trok ook en in de nacht bleek het mijn lin
kerhoektand te zijn. Chris sliep en in de
donkere nacht was de pijn een ramp.
Een watje jenever hielp niet, Odol erop
was ook nietje dat! Wat moesten we
doen? Naar Java gaan kostte vijf maal
ons kleine salaris, en Singapore was ook
te ver. Chris ging er knorrig van naar
kantoor, maar om 11 uur kwam er een
postbode met een briefje. Of ik even naar
het Hotel kwam? De dikke Mevrouw Van
de Heuvel had een zwak voor me, haar
luie Mieltje vond het leuk op school, en
toen Chris bij haar langskwam, kwam er
een oplossing. Er bleek in het Chinese
kamp een doofstomme tandarts te
wonen. Zijn bruggen en gebitten waren
goed, en we konden het toch probe ren,
is het niet? Ja, alles beter dan die pijn.
Zo togen we om 5 uur in een dogcar
erheen. Het bleek in een zijweg van het
Chinese kamp te zijn, een net gekalkt
huis. In de voorgalerij stond een Chinese
dame met een gebloemde kabaja en ze
nodigde ons uit in de wachtkamer te
komen. Wat een schok! De hele linker
muur was bedekt met een reusachtige
wandkaart, niet van landen, maar van
kiezen en tanden. De plaats waar de
tong zat, was vuurrood gekleurd, het was
een grotesk geheel.
Nu vroeg de njonja waar de pijn zat.
Links? Aanwijzen! Aan mijn betraande
ogen zag ze, dat ik gehuild had. Even de
dokter roepen. Een grote vriendelijke
Chinees stond in de deuropening. Er was
een echte tandartsstoel, een glas water
met een kleedje erover, een boorinstru-
ment en een kastje met tangen - keurig!
Nu begon de uitleg. Njonja legde haar
hand op haar wang en wiegde en siste
hevig. Ze maakte de beweging van sla
pen, schudde het hoofd en huilde. En tot
mijn verlegenheid trommelde ze op mijn
buik. Hoe wist ze dat nou? Toen pakte ze
een kaartenstok, zoals ik er een op
school had, en wees de verstandskies
aan. Was het die? Nee! En zo vorderden
we tot de pijnlijke tand, en wild zwaaide
ze tegen haar man. Of ik maar wilde
gaan zitten? De dokter knikte, of ik maar
plaats wilde nemen. Net als op een trap-
naaimachine begon de boor te werken,
en ik gilde opeens. Dan zwaaide de njon
ja met een zakdoek voor zijn gezicht.
Een scherpe kruidnagellucht, een stufje
ertegen en ik moest over drie dagen
terugkomen. Njonja waarschuwde: niet
eten, drinken mocht. Ik was blij, dat Chris
was meegegaan, hij verstond beter
Maleis dan ik.
We liepen door de stille avond terug, en
bij de Japanse toko stelde hij voor, eens
naar binnen te gaan. In de deuropening
stond een Japanner, die een beleefde
buiging maakte, maar een Japans vrouw
tje bediende ons. Het was heerlijk om
alles te bekijken, alles werd geïmporteerd
uit Singapore en Java. Lampen onder
druk, fietsonderdelen, servies en glas
werk, kunstbloemen, kleren en gym
schoenen, letterlijk van alles. Jammer dat
we geen geld bij ons hadden en alleen
maar drie batterijen voor Chris z'n elektri
sche lantaarn konden kopen. Weer een
buiging bij de deur en we liepen opge
wekt het hele eind terug naar huis.
wordt vervolgd
37