<3T©cvêcR- lAIoh 60+ kwestie van vertrouwen, dat bij het vriend- zijn hoort, anders ben je geen vrienden. Respect, vertrouwen, trouw, genegenheid, de kernwoorden van een vriendschap. Vijanden Daar tegenover staan de vijanden. Echte vijanden moeten op hun tellen passen ten opzichte van elkaar. Zij vertrouwen elkaar niet en zij willen alles zwart op wit. Zij moeten rekenen en alert blijven op elkaar om hun grenzen te bepalen en te behouden. Wat is van jou? Wat is van mij? Ja, zij moeten wel blijven rekenen, want ze kunnen niet op elkaar rekenen. Basis Als basis voor een goede verstandhou ding zal dan toch echte vriendschap moeten zijn en vertrouwen in elkaar. Als dat er, om wat voor reden dan ook, niet meer is, dan is de basis om iets met elkaar te ondernemen weg. Natuurlijk komen er in elke vriendschap wel eens wrijvingen en ruzies voor. Echte vrien den, echte eerlijke en loyale mensen kunnen daarover praten, kunnen praten over hun eigen tekortkomingen en de tekortkomingen van een ander. Zij kun nen elkaar vergeven, en opnieuw begin nen. Maar als geen van de beide zoge naamde vrienden het verleden en de gemaakte fouten in oprecht nieuw ver trouwen in elkaar kan loslaten, dan is het kapot. Dan is de vriendschap over, weg. Dan is er geen basis meer om door te gaan. Want niemand wil meer de moed opbrengen om zijn trots opzij te zetten. Niemand wil proberen een echte vriend te zijn. Levens als vrienden, rekenen als vij anden Waar zou zo'n regeltje nou beter van daan kunnen komen, dan van het wes ters- imperialistisch en kolonialistisch denken Natuurlijk voelden de zaken mensen geen vriendschap voor elkaar, zij waren eikaars concurrentjes en om de boel een beetje fatsoenlijk te laten lopen, maakten zij regels en wetten, omdat zijn in de maatschappij elkaar anders naar het leven zouden staan, omdat het anders in het westen een troep zou wor den. En natuurlijk zijn die regeltjes nodig in het zakenleven. Maar niet in vriendschappen en in vriend schappelijke verenigingen. In dat ver band wil ik dan ook die uitdrukking nooit hanteren. Daar wil ik toch echt boven staan. Ik vind het een minderwaardige westerse uitdrukking en ik vind, als dat de basis moet zijn voor een vriendschap, dat dan die vriendschap me ook geen barst waard is. Natuurlijk realiseer ik me, dat ook in de niet- westerse samenlevingen vijandschap, corruptie en wantrouwen voorkomen. Ik blijf er echter bij, dat de uitdrukking "leven als vrienden, rekenen als vijanden" een produkt is van een samenleving, waar de waarden "vriend schap", "respect", "genegenheid" en "ver trouwen" ver te zoeken zijn. Van deze samenleving wil ik mij distantiëren. Daar wil ik niet bij horen... Tot zover mijn vriendin! In de Indische taal zijn de begrippen "hebben" en "zijn" als zodanig niet echt aanwezig. Daarom trof mij het volgende gedicht, een sonnet, van Ed Moornik, (1910- 1970), die in de oorlog twee jaar in Duitsland in een kamp zat: Hebben en Zijn Op school stonden ze op het bord geschreven Het werkwoord hebben en het werk woord zijn; Hiermee was tijd, was eeuwigheid aan gegeven, De ene werkelijkheid, de andere schijn. Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven. Is van de wereld en haar goden zijn. Zijn is boven dingen uit geheven, Vervuld worden van een goddelijke pijn. Hebben is hard. Is lichaam. Is twee bor sten. Is naar de aarde hongeren en dorsten. Is enkel zinnen, enkel botte plicht. Zijn is ziel, is luisteren, is wijken. Is kind worden en naar de sterren kijken, En daarheen langzaam worden opge licht. Zou dit westerse gedicht nu van toepas sing zijn op de situatie rond het ICC en al die andere ruzietjes en ruzies, zoals bin nen de Semarang- reünies? Mij kwam ook al ter orde, dat er nog veel meer ruzietjes en onenigheden binnen de Indische gemeenschap waren. Gaat de Indische gemeenschap in Nederland nu zover, dat al die westerse woorden en begrippen op onze eigen rijke bescha ving van toepassing zijn? Is het dan niet mogelijk ons zelfrespect en onze rijke beschaving te bewaren als een kostbare parel van onze Gordel van Smaragd? Verlagen wij ons tot het gif van deze westerse materialistische samenleving, waar onze eigen waarden en normen ver te zoeken zijn? Integratie is nooit weg en in een ander land zal je je moeten aanpassen. Maar moet die integratie zover gaan, dat er over een aantal jaren misschien wel woorden in het Bahasa Indonesia zijn gekomen voor de westerse begrippen "hebben" en "zijn" Moet integratie zover gaan, dat onze eigen beschaving, waarden en zelfre spect opgeslokt worden door alles wat naar geld en macht ruikt Mij rest een machteloos en verdrietig gevoel. Dit schrijven is met medeweten en goed keuring van de heer Dr. A. Eysenring en de heer J.Ph. Ranty. Rob van Rees Uitgeest Een koude, sombere dag in november. Diep weggedoken in de kraag van mijn jas haast ik mij over de markt te Overschie om nog wat extra fruit te halen. Dan zie ik een oude Indische dame aan komen die zich moeizaam een weg baant tussen buggy's en andere obstakels. Ik druk mij plat tegen de kratjes van een groenteboer om haar te laten passeren. Vriendelijk knikt ze mij toe en zegt dan: "Dank je wel, non". NON...als bij toverslag zijn kou en ver moeidheid verdwenen en een weldadige warmte gaat door mij heen! Ik recht mijn rug en lichtvoetig als de non die ik heel lang geleden was, vervolg ik mijn weg. Op het goede moment gespro ken kunnen woorden wonderen doen!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 7