me ook suf gelezen om brokjes Indo geschiedenis naar boven te halen. Ik weet nu waar ik trots op kan zijn, daarom kan ik aan Thea's zijde mijn dagen wijden aan de Stichting Insulinde Contact (SIC), en waar nodig kwetsbare personen van dienst zijn'. Hoogste stadsrecette Beginjaren zestig in Hengelo (O) neerge streken, raakten Hans en Thea Füglis- tahler betrokken bij de terplaatse gedane eerste poging van Indische mensen om samen een feestje te bouwen. Hans nam de oeroesan voor zijn rekening en de eer ste Indische Avond ten behoeve van N.A.S.S.I. draaide uit op een denderend succes. Niet zonder voldoening vertelt hij dat het kleine plaatsje aan de oostgrens van het land Tjalie Robinson de hoogste 'stadsrecette' kon aanbieden. En met iets van spijt onthult hij toen niet te hebben kunnen ingaan op het voorstel van Tjalie om als organisator met hem mee te gaan naar Amerika: 'Ik stond toen voor mijn onderwijzersexamen en wilde op de ingeslagen weg voortgaan. Gewoon, omdat ik wist dat ik dat als Indische jon gen doen moest. Overigens ging dezelfde Commissie van Indoburgers na het eer ste succes aan de slag om een soos van de grond te tillen. Dat lukte, de Indische Contact Club (ICC) ontstond en de Indische mensen kwamen daar op af. Zelf was ik er maar kort bij, omdat het een club van louter Indo's werd. Met Thea als penningmeester begon ik de Jongeren Contact Club (JCC). Doelgroep was de Indische/Twentse jeugd. Het eerste lustrum van de JCC werd gevierd onder de nieuwe naam Club Sixty Six. De club zat goed bij kas, waardoor de jeugd op drie avonden in drie plaatsen kon genieten van het eerste optreden in het Oosten van The Tielman Brothers. Te betreuren viel dat de club later door de feodale manipulaties van de burgemees ter van een naburig dorp terziele ging; en Thea en ik met een persoonlijke lening van acht mille in de maag kwamen te zit ten. Geen mens die ons toen te hulp schoot. 'Tida lagi, never again, nooit meer', heb ik toen gezegd. Niet lang daarna ging ook TWIC mati-dood en viel er voor de Indo's niets meer te beleven in Hengelo. Ik bleef wel warga negara- Indo's naar Nederland helpen komen, maar dat kun je beschouwen als een inleiding van wat ging gebeuren. Hengelo-stijl Eind 1986 stond in de krant dat door de Twentse afdeling van Madjoe, de ge meente, de Stichting Welzijn Ouderen, Pelita en Icodo een koempoelan was georganiseerd die zo'n honderd bezoe kers had getrokken. Dat trok de aandacht van het echtpaar Füglisthaler. Hans: 'Thea informeerde naar een mogelijke voortzetting van dat evenement, waarop ze bezoek kreeg. Paniek in die tent van hun, want wat was er aan de hand De organisator was dood. Thea stelde zich beschikbaar als voorzit ter, stelde haar voorwaarden en kreeg die functie. De oude commissie vertrok en in februari 1987 ging de eerste koempoelan van Insulinde Contact (IC) van start. Dat gebeurde op een dermate voortva rende en ook afwijkende manier dat Pelita, de 'uitvinder' van de Nederlandse koempoelans, nog steeds spreekt van de Hengelo-stijl'. Tulung-menulung 'Insulinde Contact richt zich op de doel groepen Indische ouderen, hun nazaten, venwanten, oud-OVW'ers, andere belang stellenden en sympathisanten. Er bestaat geen lidmaatschap, waardoor deelname binnen ieders bereik ligt. De organisatie is ook niet regionaal bezig, want dat werkt warrigheid in de hand. Door plaat selijk actief te zijn, dus op beheersbare schaal, kan men zich met meer effect concentreren op het tegengaan, opheffen of voorkomen van isolementsituaties bij voormalige repatrianten', aldus Hans. Hij voegt er aan toe dat men leden van de tweede generatie - indien zij daarnaar zoeken - de goede cultuurwaarden van hun afkomst wil aanreiken. Maar ook wordt de plaatselijke samenleving geïn formeerd, om zodoende meer begrip voor onze doelgroep te kweken. En ijveren we voor aansluiting bij plaatselijke professio nele instellingen. Zo verlenen we hulp en bijstand aan hen die sociale- en maatschappelijke proble men hebben, maar gaan daarbij niet op de stoel van de hulpverlener zitten. Heeft, bijvoorbeeld, de financieel kwetsbare en/of sociaal achtergebleven doelgroep behoefte aan een koempoelan, dan komt de sterke in het geweer voor de zwakke. 'Tulung menulung', zullen we maar zeg gen. Dat is mogelijk, omdat alle werk wordt gedaan door vrijwilligers en de opzet van de koempoelans 'ouderwets' is: eenvoudig, gezellig omong-omong met elkaar, goeie makanan en muziek voor weinig geld. Dus geen dure artiesten en gewichtig ronddravende regelbaasjes. Maar er wordt natuurlijk wel een zekere discipline gehandhaafd. Vertoont iemand een gebrek aan fatsoen, dan komt die dat te weten en wordt netjes en onopvallend verwijderd. 'Van standsverschil is ook beslist geen sprake, het is gewoon gotong-rojong, onder elkaar en met el kaar', legt Hans een paar doelstellingen bloot van een vrijwilligersorganisatie, die gedirigeerd door een dubbelbezet bestuur haar idealen zonder stagnatie weet te verwezenlijken. Onder de Waringinboom Een te trekken parallel met de gang van zaken bij Moesson is het zonder over heidssubsidie doordouwen van Insulinde Contact, welke onafhankelijkheid duidelijk een positieve invloed heeft op het pro gramma. Hans: 'De activiteiten zijn meestal van bijzondere aard. Maandelijks wordt een koempoelan georganiseerd en tweemaandelijks een soos. Voor de koempoelans bestaat trouwens de 'vul mij-sokongpot', waaruit het vervoer van minder-validen wordt betaald. Dan heb ben we op koempoelans de Biblio Kerstkoempoelan 1988 Insulinde Contact in het dienstencentrum van het bejaarden centrum 't Swafert. 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 24