HEEFT DE NATUUR NOG TOEKOMST? In de vorige Moesson (januari 1994) is enige aandacht geschonken aan de milieu problematiek, in het bijzonder aan de schadelijke invloed van grootschalige ontbossing. Bij deze ontbossing zijn veel tropische ontwikkelingslanden (maar ook een land als Canada) als houtproducen ten betrokken. In dit artikel komt aan de orde wat reeds gebeurt om het ontbos- singsvraagstuk het hoofd te bieden. i$r F. van Garling Wat betreft Indonesië kan gesteld wor den, dat het land ongeveer tien procent van het totaal aan tropisch regenwoud op aarde bezit. Hoe lang dit nog het geval is, is echter maar de vraag aangezien elke dag ruim 2500 hectare (zo'n 5000 voet balvelden) verdwijnt. De planning van de Indonesische overheid is als volgt. Van de 144 miljoen hectare regenwoud is 48 miljoen hectare aangewezen als beschermd gebied of nationaal park; 66 miljoen hectare mag selectief gekapt wor den en 30 miljoen hectare zal veranderen in plantages, rijstvelden, nederzettingen, infrastructuur en transmigratiegronden. De commerciële houtkap is sinds 1980 aan strengere regels onderworpen en er geldt een verbod op de export van ruwe boomstammen. Daarnaast moeten de exploitanten voor elke kubieke meter hout zeven US-dollars betalen om herbebos singspro gram ma's te financieren. De bedoeling is dat in 1995 anderhalf miljoen hectare nieuw bos is aangeplant. Maar ook al slaagt deze opzet, dan heeft Indonesië in vijf jaartijd (1990- 1995) nog altijd 3,5 miljoen hectare bos verloren. Veel bos is ook verdwenen of aangetast omdat landloze boeren genoodzaakt waren de vroeger beschermde berghellin gen en andere bospercelen om te zetten in akkerland. Tevens is er een nijpend tekort aan betaalbare brandstof voor de huishouding; veel bos wordt gekapt tot sprokkelhout en gebruikt bij het koken van de dagelijkse maaltijd. De Perum Perhutani (Staatsbosbe heer) zet zich dan ook in om plantages met snel groeiende bomen op te zetten, speciaal als leverancier van brandstof. Onderzoek heeft aangetoond dat de bosbeheerplan nen zeer goed zijn opgesteld, maar dat de uitvoering in het veld daarbij achter blijft. Samen met Maleisië is Indonesië de belangrijkste exporteur van tropisch hard hout ter wereld en de grootste leverancier van triplex. De inkomsten uit de houthan del worden aangewend om de gedaalde inkomsten uit olie te compenseren. De toenemende ongerustheid in de wereld over de ontbossingen heeft even wel tot meerdere reacties geleid. In 1983 werd een Internationale Tropisch Hout Organisatie (ITHO) opgericht, waar twin tig producerende en 23 consumerende landen lid van zijn. Het doel van ITHO is een stabiele houtmarkt te creëren en overproduktie te voorkomen. Omdat de internationale houthandel er belang bij heeft dat het tropisch bos behouden blijft, heeft ITHO in 1990 tij dens de conferentie op Bali bereikt dat vanaf het jaar 2000 alleen nog 'duurzaam geproduceerd' hardhout geëxporteerd mag worden. Die beperking geldt voor Nederland als importeur al vanaf 1995. Neder land is na Japan de grootste ver bruiker van tropisch hardhout in de wereld. Hardhout wordt gebruikt in de woning bouw (80 in de weg- en waterbouw (10%) en voorts in de meubel industrie. In oktober 1993 maakte Shell Nederland een nieuwe vinding bekend waardoor zachthout (door een procédé van verhit ting met stoom en samenpersing) tot hardhout kan worden getransformeerd. Afgezien van de vraag of dit kunstmatig produkt zich in de praktijk kan meten met natuurlijk hardhout, komt deze vinding helaas te laat om de reeds aangebrachte enorme schade aan de tropische bossen te niet te doen. Shell Nederland valt dit evenwel niet verwijten, aangezien de vin ding per toeval tijdens een geheel ander experiment ontdekt werd. In 1985 ontstond op initiatief van vier internationale organisaties, waaronder de Food and Agriculture Organisation (FAO) en de Wereldbank, het Tropical Forestry Action Plan (TFAP). Dit plan heeft tot doel de ongecontroleerde ontbossing en de achteruitgang van de tropische bossen tegen te gaan. Het TFAP heeft vijf specifieke doelen geformuleerd: (1) De integratie van bosbouw in bestaande landbouwsystemen; (2) Het tot stand brengen van een op duurzaam bosbeheer geba seerde industrie; (3) Het vinden van oplossingen voor de behoefte aan brandhout en energie; (4) Het conserveren van tropisch bos; (5) Het steunen van de instituties die dit programma moeten uit- Het Prahoegebergte in Midden-Java met op de achtergrond de vulkaan Soembing. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 32