BRIEVENO
OVER...
Indisch Cultureel Centrum
Ereschulden
Voorplaat januari
Reactie op open brief
Racisme
Brieven voor de eerstvolgende
Moesson dienen vóór het einde van
de maand bij de redactie binnen te
zijn.
De inhoud van ingezonden brieven
valt buiten de verantwoordelijkheid
van de redactie.
Als de heren van het bestuur van het ICC
geen oplossing kunnen vinden voor het
geschil, die alle partijen kan bevredigen,
mag ik dan de suggestie aan de hand
doen dat de regeringssubsidie in de eer
ste plaats besteed wordt om de geschie
denis te schrijven over het voormalige
Nederlands-lndië in de meest uitgebreide
zin van het woord. Wel door een acade
misch geschoold historicus.
Zoals bekend was het staatsgeschied-
werk over Indië van dr. L. De Jong
incompleet en een compleet fiasco door
dat het vanuit een ideologisch gezichts
hoek geschreven was.
Een wetenschappelijk geschreven
geschiedenis over Indië zou m.i. niet
alleen alle huidige generaties van de
Indische gemeenschap kunnen bevredi
gen, doch ook ons nageslacht.
Over het ontstaan van Nederland als
natie schreef de Amerikaan John Motley
in 1860 zijn werk: 'The rise of the Dutch
Republic'. Het is nog steeds een naslag
werk en wordt nog regelmatig door histo
rici geraadpleegd.
Zou het onze Indische gemeenschap niet
tot eer strekken voor ons nageslacht, als
wij met zijn allen een dergelijk oeuvre
over ons eigen Indië zouden voortbren
gen
E. de Graaf
Las Palmas de Gran Canaria
Jarenlang heeft de Japanse regering
getracht op hun misdaden uit de Tweede
Wereldoorlog voor het eigen volk achter
te houden. Dankzij de Stichting Japanse
Ereschulden en aanverwan te groeperin
gen in andere landen is het de laatste
jaren gelukt met medewerking van de
Japanse kranten, televisie en vooralsnog
een kleine Japanse oppositie om de mis
daden aan de kaak te stellen. Mede hier
door, en o.a. de toespraak van onze
koningin in het hol van de leeuw bij haar
recente bezoek aan Tokio, is de Japanse
regering door de knieën gegaan. Zelf de
Japanse keizer biedt bij bezoeken aan
het buitenland zijn verontschuldigingen
aan over de misdaden, die door het kei
zerlijk Japanse leger zijn begaan. Ook de
Japanse jongeren krijgen steeds meer
informatie over hun Tweede Wereldoor
log. Het begin is er, het proces is gestart
maar of de Japanse regering tot uitbet
aling over zal gaan blijft voor mij twijfel
achtig. Toch is het Japanse keizerrijk ein
delijk door de knieën gegaan dankzij de
inspanning van de Stichting Japanse
Ereschulden en hun aanverwante colle
ga's in andere landen. Een geallieerd
front maar nu gelukkig zonder wapens.
Well done
Theo Kappers
Amstelveen
Lezers zullen zich wellicht afvragen hoe
de plant heet waarvan een foto de
omslag van Moesson van 15 januari
1994 siert.
Het is een Adenium obesum behorende
tot de Apocynaceae (Maagden-palm-ach-
tigen), van nature voorkomend in Oost-
Afrika en Arabië.
De plant bevat een giftig melksap en
wordt plaatselijk gebruikt om vissen te
vergiftigen.
De Engelsen noemen de soort Japanese
Frangipani, vanwege de gelijkenis met de
gewone Frangipani of Kambodja
(Plumeria rubra) die afkomstig is uit
Amerika.
Adenium is lang niet zo populair als sier
plant als Plumeria.
In de Leidse Hortus staat een fraai exem
plaar.
M.M.J. van Balgooy
Rijksherbarium Leiden
In zijn open brief aan alle Indische men
sen (Moesson 15/1/94) maakt de heer R.
van Rees te Uitgeest ons deelgenoot van
o.m. de bespiegelingen van een goede
Nederlandse vriendin van hem rond het
gegeven 'Leven als vrienden, rekenen
als vijanden'.
Het filosofietje, ook dat van hemzelf, is
weliswaar niet erg samenhangend en
weinig logisch, maar waarschijnlijk goed
bedoeld. Het maakt mij niettemin kriege
lig te lezen dat de op zichzelf al vraagte
kens oproepende slagzin wordt toege
schreven aan 'westers- imperialistisch en
kolonialistisch denken' en wordt gekwali
ficeerd als 'een minderwaardige westerse
uitdrukking'. De inzender c.q. zijn goede
Nederlandse vriendin hanteert met deze
termen de quasi-wetenschappelijke kre
tologie, die uitsluitend nog in bepaalde
politieke denkrichtingen hier te lande
populair is en voor modieus wordt gehou
den, maar in feite nergens op slaat. In de
context van zijn open brief zijn deze ter
men bovendien onnodig kwetsend.
Als dit de manier is waarop de heer R.
van Rees zich voorstelt te bemiddelen
tussen Indische groepen die met elkaar
overhoop liggen, adviseer ik hem van
harte: waarde heer, houdt zich daar
vooral verre van Met andere woorden:
kurang alus, pak
P.S. De cryptische toevoeging aan het
slot van zijn open brief, dat hij het een en
ander heeft geschreven 'met medeweten
en goedkeuring' van een tweetal mij
onbekende heren, doet bij mij de
Indische vraag rijzen: lo, hoezo
Fred Abell
Den Haag
De contouren van de jaren dertig doe
men weer op. De geweldadigheden in
Duitsland tegen buitenlanders waren de
eerst waarschuwing dat neo-fascisme de
kop weer opstak. In Nederland wachtten
wij af of het ook hier zou plaatsvinden.
Helaas bewijzen de uitlatingen van
Janmaat over minister Hirsch Ballin en
staatssecretaris Gabor wat wij voor vlees
in de kuip hebben, om nog maar niet te
spreken over zijn reactie bij het overlijden
van minister Dales. Walgelijk. Maar er zit
nog meer in het vat; dat zal in de komen
de maanden voor de verkiezingen wel
blijken. Wanneer wij in mei onze stem uit
brengen, herdenken wij een paar dagen
later onze gesneuvelden, Nederlanders
en geallieerde mannen en vrouwen die
vochten voor een vrije democratie. Die
6