bïu&i' VANAF DE ZIJGALERIJ Akliri»!ijzen MEDEDELING VAN HET INDISCH FAMILIEARCHIEF Onder een andere zon GREET GAUDREAU Zij hebben het ontdekt: het oude Indië heeft een eigen historie, een eigen cul tuur en, mogen we het zeggen, een eigen identiteit, tenminste dat denken sommi gen van ons. En sinds die ontdekking is de studie van alles wat met Indië te maken heeft tot volle bloei gekomen, een plotselinge, overdadige bloei die op zich zelf tropisch aandoet. Deze her- ontdek king van Insulinde heeft op de mensen, jong en oud, Indisch en totok, leek en vakman, zo'n indruk gemaakt dat het een stortvloed van geschreven, gesproken en op beeld gebracht gedachtengoed heeft voortgebracht. Voor al die belangstelling is de Indische gemeenschap heel dankbaar terwijl zij in ontzag toeziet hoe het land van herkomst onder de loupe wordt genomen, bestu deerd, ontleed, beschreven en tenslotte aan de openbaarheid prijsgegeven. Wij zijn dan niet alleen dankbaar maar aan genaam verrast en geïnteresseerd - al moet hier in een voetnoot bijgevoegd worden dat ónze interesse nauwelijks van belang wordt geacht en wij voelen dat met Hollandse klompen aan. Dat maakt niet uit, zoals het tegenwoordig heet. Moeder Indië staat in het middelpunt van belangstelling, ze wordt serieus geno men, dus we moeten niet te veel vragen. De diagnose is, zoals te verwachten, gevarieerd en kleurrijk: van lichtrood (gewoon rood is alweer uit de mode) tot gematigd blauw (dat is 'in'), tot smaragd groen (van de gordel van smaragd, maar daar moet je mee oppassen). Men is, ieder vanuit zijn eigen hoek, voorzichtig sympathiek (je wilt niet voor rechts aan gezien worden); meedogenloos kritisch (dat kan altijd, zonder enig bezwaar); innerlijk verdeeld, koorddansend van kri tisch naar nostalgisch en terug (als je niet voor een koloniaal aangezien wilt worden maar toch de koloniën mist); eerlijk nos talgisch; zélfs kalm objectief, met openlij ke waardering voor wat daar aan groots werd verricht. Maar dat wisten wij allang. Zo worden voor ons, gewone Indische toeschouwers, poorten geopend waar door wij enigszins bevangen grootse con treien betreden die bij elkaar Nederlands- Oost-lndië worden genoemd, maar die ons wat vreemd voorkomen, niet zo ge makkelijk herkenbaar. Het voelt aan als een keurig nieuw jasje, van duurder materiaal dan ons oude jasje maar dat ergens niet helemaal goed zit. We mis sen de onmiddellijke 'aanpas' van het oude jasje dat meteen behagelijk goed zat; het was óns jasje. Biedt dat oude huis ergens in Indonesië dezelfde aanblik aan de Indische mevrouw die daar vroeger gewoond heeft als aan haar zoon die voor het eerst in Indonesië is? Hij ziet het zoals het in wer kelijkheid is, zij zoals het eens was. Voor haar lijkt het of op dat ene ogenblik van aanschouwen een andere zon het huis beschijnt, andere geluiden te horen zijn en andere geuren zich kenbaar maken. Het is goed dat er aandacht besteed wordt aan die voorgoed verdwenen wereld. Goed dat er eerlijke kritiek wordt geleverd - er bestaat immers geen enke le menselijke samenleving die schulde loos is, tot op heden toe. Goed dat Indonesië bestaat en een eigen weg bepaalt. Maar er zijn nog altijd van die ogenblikken dat wij even stilstaan en omzien naar dat andere, oude huis, ongeschonden, wit en open, vredig onder een andere zon. Piekerans van een straatslijper DFMitf van 15 juni '94 t/m 15 juli '94 Piekerans van een straat slijper deel 1 van 27,50 voor 22,50 idem, deel 2 van 27,50 voor 22,50 Piekerans van een straatslijper In verband met de verfilming van de collecties is het Indisch Familie Archief de hele maand Juni gesloten. Ook op schriftelijke vragen kan niet worden geantwoord. De maand Juli is het archief wegens vakantie gesloten. de beheerder I.F.A. j 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 10