hun de slaapkamer aan met de vermel ding: dit is je kamer voor tien of veertien dagen. De ceremonies worden bij een begrafenis als volgt ingedeeld: 1e dag: de dode wordt van zijn huis hier heen gebracht. 2e dag: ontvangst van de gasten, die soms twee dagen duurt en het slachten. 3e dag: de begrafenis, waarbij de dode onder luid geschreeuw naar zijn stenen graf wordt gebracht. Bij een begrafenis in 1978 duurde het feest langer dan een week en duurde de bouw van het dorp meer dan een jaar. De karbouwen werden met de poten gebonden aan de menhirs en daarna geslacht. De beesten stonden altijd voor het huis waarin de dode was onderge bracht. Meestal was de overledene lang voor deze ceremonies gestorven, er is een geval bekend van twintig jaren. Dat kon, omdat er dan nog geen afspraak gemaakt was met de familie, of als de bloedverwanten ver weg woonden en als er ruzie is over de erfenis. Alleen als alles in orde is worden er afspraken gemaakt en de datum van de begrafenis vastge steld. Als de overledene een man is, mag de weduwe geen rijst eten, want rijst is een teken van vreugde. Pas drie dagen na zijn begrafenis mag ze weer een rijst- maaltijd gebruiken. Omdat Karasik een ceremoniedorp is, moet het na zo'n plechtigheid eigenlijk afgebroken worden, maar het plaatselijk bestuur heeft verzocht dit dorp te laten staan, zodat ook anderen er gebruik van kunnen maken bij de begrafenisfeesten. Er zijn daar zelfs mensen komen wonen. De eerste bewoners kwamen elders van daan, o.a. Java. Marante Marante is een dorp met het Indonesi sche wapen op het huis van het dorps hoofd. Daar vlakbij stroomt een rivier met een bruggetje erover. In de rotswand lig gen graven, waarvan de knoken in de loop der tijden uitgevallen zijn en nu over al verspreid liggen. Ze mogen echter niet worden verwijderd. Vóór de 17e eeuw werden de doodkisten beschilderd en versierd met reliëfwerk. De vorm van de kist was rechthoekig met een bootvormig deksel. Soms stelde de kist een varken voor maar had toch een bootvormig deksel. De kisten waren bestemd voor de hele familie en waren gemaakt van nangkahout. De overledene ging echter eerst voor langere tijd in een uitgeholde boomstam met een gat in het lichaam, waaruit het vocht sijpelde, dat opgevangen werd in een bambukoker. Die koker werd later in het bos geledigd. Tenslotte werden de botten opgenomen en verzameld in de kist. Als al de botten van de familie compleet zijn, wordt de kist in de rotswand geplaatst. Nanggala In dit plaatsje waren veel hekken geschil derd in helder blauw met een witte streep bovenaan en onderaan. Deze kleuren hebben geen betekenis, maar de bewo ners vinden die kleuren nu eenmaal erg mooi. De één nam die gewoon van de ander over. In Nanggala zijn veertien rijst schuren, die allemaal in het bezit zijn van één man.Dit dorp wordt beschouwd als één van de mooiste dorpen in Torajaland. De bezitter van de veertien rijstschuren overleed in 1980, terwijl zijn vrouw dood ziek lag in een ziekenhuis in Jakarta. Zijn stoffelijk overschot werd gebalsemd en in het achterhuis zorgvuldig verzorgd en bewaard. Een oude vrouw verwijderde geregeld het vocht en duwde de maden, die uit het lichaam kwamen elke keer in het lichaam terug, want alle gaatjes moe ten dicht, anders zou hij in het hierna maals daar last van hebben. In 1984 werd hij begraven, toen al het geld daarvoor aanwezig was. In dat dorp staat een z.g. jachthut, die ongeveer 500 jaren oud moet zijn. De archeologen weten er niet goed raad mee, omdat de architectuur ervan totaal afwijkend is van de andere huizen en er bovendien een keuken aanwezig is. Een zwarte- en een witte buffelkop sie ren de voorgevel. De zijtrap staat echter niet naar het noorden gericht, maar dwars op het huis. Zo goed mogelijk heeft de regering in 1970 herstellingen aangebracht, maar het bleef eigendom van de familie. Voor dit gebouwtje is, zoals voor alle hui zen hier uruhout gebruikt. De uruboom komt veel voor in Sulawesi. Bij Nanggala werd eens een oprukkende groep Islamieten tot staan gebracht. Die wilden daar een eigen rijk stichten. Zij bereikten een houten huis, dat ze in brand staken. Op die plaats is nu een school gevestigd. Als dank voor de 'hulp van de regeringstroepen' nam de 'koning' van Nanggala de commandant van dat leger als zoon aan en gaf hem dezelfde familierechten. De plek, waar het lijke- vocht van een overledene wordt geledigd wordt gemarkeerd met een paal, die men 'talang' noemt. Die paal wijst de grens aan van het gebied van de afgestorvene en mag nooit worden weggehaald. foto: A.H. Damme 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 21