djB>u.itEn(jzzLttinqzn
door msvrouuj ZZ. ds cz/daadt-dPrancjE.
dzzt 7 O
vervolg meinummer
Heel toevallig zat ik in de voorgalerij te
handwerken, toen Sidjih ons pad
opkwam, keurig aangekleed, en zes pas
sen achter haar een puber met hangend
hoofd. Ik dacht dat het een broertje was,
maar het was de bruidegom. Ik keek
neer op mijn handwerk en zag niemand.
Nu kreeg ik een lesje over adat; Sidjih
had deze jonge echtgenoot gekregen
van zijn familie om hem op te leiden in
het huwelijk. Als hij nu "knap" was
geworden, konden ze scheiden en zocht
zijn vader een jonge bruid voor hem uit.
Toen ik dit 's avonds aan Chris vertelde,
zei hij droog: "daar zal ze wel veel geld
voor krijgen".
Elke zaterdag zette ik de verbandkist
neer. Dan was het voetballen tegen
Djambi Djahats of het Ambonese elftal.
Dus geen uitjes, ik verbond een scheen
been of een afgetrapte nagel en wenste
maar, dat hij bij tennissen bleef en dat
voetballen liet schieten.
We waren nu vijf maanden in Djambi; de
djeroekboompjes liepen uit, de kippen
farm floreerde en ik zou me aangepast
hebben, als het lot niet anders beschikt
had.
Chris kwam op een zaterdag onder
steund thuis; het was nu geen teen of
een scheen, maar een trap tegen zijn
zieke lever. De dokter kwam er bij: injec
ties! Het ressort van de dokter was net
als op Borneo heel groot, maar hij kon
helpen, omdat hij toevallig niet op reis
hoefde. Hij kwam elke dag, gevolgd door
twee in het bruin geklede helpers. De
één droeg een tas, de andere een grote
stopfles met ontsmettingsmiddelen. Het
bleken dwangarbeiders te zijn, maar na
een week werd de dokter weggeroepen
en kwamen de helpers alleen. "Och", had
de dokter gezegd, "het zijn beste kerels,
maar ze zijn door hun vrouw bedrogen
en hebben hun rivaal gedood, 's Lands
wijs, 's lands eer". De injecties hielpen
niet en Chris moest naar Batavia. O, wat
was het eenzaam 's avonds. Ik kreeg wel
veel bezoek, maar ik wachtte vol onge
duld af.
Op een nacht hoorde ik een gilletje bui
ten, voetstappen op het grind en toen
doodse stilte. Ik zag niets door de jaloe
zieën. 's Morgens bediende Sidjih ons en
kort daarna kwam een politie-auto: of ik
iets gehoord had, 's nachts.
Onze Madoerese tuinman had de huis
jongen van de buren doodgestoken, toen
die thuiskwam met Gendoh uit de bio
scoop. Hij was na afloop rustig in zijn
kamer gaan zitten en was gehaald door
een agent. Oudje had Gendoh opgeslo
ten in haar kamer en de bedienden van
de buren hadden geruisloos het lijk weg
gebracht. Ik kon het me haast niet voor
stellen, maar ik was blij dat ik niets
gemerkt had.
Nu kwam er een droeve tijd. Gendoh
sloop met dik behuilde ogen rond. Sidjih
zorgde voor de kinderen en Oudje keek
kwaadaardig, mevrouw maloe (verlegen)
maken? Net nu ze alleen was? Hoe had
ze zich gedragen tegen mannen, dat dit
had kunnen gebeuren? Maar na een
week fleurde ze op, want er kwam een
brief van Chris: professor De Lange ging
een lange kuur met hem doen, een
opvolger zou komen, dus vendutie hou
den! ledereen hielp me, en na een week
liepen we naar de boom. Gendoh met de
kinderen, (Sidjih bleef in Djambi) en
Oudje erachter aan met Anoe en zes
grote kuikens in een mand. Terug met de
K.P.M. naar Priok.
Nu waren we weer terug in Batavia.
Chris had bij de Hirschmans gelogeerd;
Non en Henk waren wel elke dag op het
postkantoor, maar ze hadden een stel
goeie bedienden, en een parate kinder
meid voor Henkie, die drie jaar was en
wel veel huilde.
Prof. De Lange had in de leverkuur van
Chris ingelast, dat hij elke morgen een
bitter glaasje sla- olie moest drinken,
arme stakker op zijn nuchtere maag.
Dicht bij Non kwam op een boulevard
een paviljoenhuis vrij. Alle kamers achter
elkaar, en de achtergalerij was donker,
alleen goed om te eten. Voor hadden we
een heerlijk uitzicht.
's Middags gingen Oudje en Gendoh met
de kinderen wandelen. Aan het eind van
de boulevard was een groot onbebouwd
stuk land en als ik ze zag weggaan, viel
het me op, dat Gendoh gegroeid was, ze
stak ver boven Oudje uit. Hoe oud zou
Oudje zijn? Ze leek wel 60, aan één oog
blind (na een pokkenepidemie), maar ze
rekende het ons voor.
Ze was net naar school, zes jaar, toen de
Krakatau uitbarstte en de hele familie
Bantam uitvluchtte toen de asregens vie
len. Ma had het vaak over de Krakatau,
dat was in 1883 en nu 25 jaar later,
hemeltje, ze was pas 47 jaar oud. (Ze is
naderhand bij mij in Bandoeng overle
den, ons kranig Oudje, vlak voordat de
Jappen kwamen. Ze was een echte
major domus - voor andere bedienden
heel streng, iedereen had respect voor
haar).
Als wij zaterdag 's avonds naar de
Decapark-bioscoop gingen, lette zij op
de kleintjes. En op donderdagavond
kreeg ze twee kwartjes en gingen zij en
Gendoh ergen heen, meestal naar een
wildwest-film. Eddy Polo was toen de
held, ze genoot van het schieten, maar
soms kwamen ze eerder thuis met een
zuur gezicht: niets aan, tjoem, tjoem,
sadja.
Na het karige leven in Djambi was het
heerlijk weer van alles te kunnen krijgen.
We aten weer garnalen-croquetjes en
een overvloed aan vers fruit. De jonge
tuinman werd om half elf met de tram
naar het postkantoor gezonden met een
grote thermosfles. Die was gevuld met
een mengsel van Mangistan, rijpe
Gandaria's, Manga's, Ramboetans -
alles wat het seizoen leverde. Dikwijls
was er een briefje opgeplakt: "Heerlijk!
Henk, Wim en Jan", allemaal collega's
die ik niet kende en die meegeproefd
hadden. Alleen papaja niet, noch Chris,
noch Ankie hielden ervan. Freddie en ik
waren de vruchteneters.
Onze buren waren gepensioneerde men
sen en het viel niet mee om een gezin
met kinderen naast je te krijgen. De
bedienden brachten de klachten aan ons
over, dat het fietsje van Freddy piepte,
dat Chris om twee uur thuiskwam als zij
net sliepen, dat er niet luid afgewassen
mocht worden en dat onze kat niet op
hün erf mocht lopen. We deden ons best,
maar eerst werd de poes vergiftigd en
toen barstte Oudje los, want vier kuikens
van Anoe lagen ook te zieltogen.
Het was een dure buurt en toen Chris
hoorde van Gouvernementshuizen (14%
van je salaris), schreef hij er direct op in,
en warempel, we kregen een huisje op
de Lembangweg aan het eind van het
open terrein. Een vierkant blok, maar
met een ruime tuin en een boom op het
kleine voorerf, waar Fred meteen in
klom. Als je het terrein overstak over de
36