PUNTEN UIT DE TROPEN
ABUTILON
Klokjesbloem of Chinese lantaarnbloem, Pulutan, Pulut of Legetan
familie: Malvaceae Kaasjeskruidachtigen
NETTY SELDER
De van oorsprong tropische plant komt
oorspronkelijk uit Brazilië. Deze rijkbloei-
ende Abutilons groeien op zonnige en
licht beschaduwde plaatsen.
Er zijn circa 100 soorten die voorkomen
in de tropen en subtropen van California,
Nieuw Zeeland, Guatemala tot de
Middellandse Zee.
De afgeknipte delen kunnen gestekt wor
den. Stekken van 10 tot 16 cm wortelen
makkelijk in een flesje water of in een
potje met zand, dat matig vochtig wordt
gehouden. Zodra er groei in zit moet men
het plantje enige malen toppen, daar het
zich dan vertakt.
Abutilons moeten ieder jaar verpot wor-
Rode AbutHon
In Indonesië groeit de zogeheten
'Pulutan', een heester met rose bloemp
jes, in theetuinen, langs wegen en bos
randen. De snelgroeiende kruidachtige
struiken kunnen een hoogte van 4.50
meter bereiken.
Als kamerplant kan deze populaire
Abutilon gedurende de zomermaanden in
de tuin of op het balkon staan. Van half
april tot half oktober graaft men haar met
pot en al tussen de borderplanten in, of
zet men haar in een mooie pot op het ter
ras. Wel een plaats in de ochtendzon.
Om mooie bossige planten te krijgen
moet ze heel vroeg in het voorjaar
gesnoeid worden, dit bevordert tevens de
bloei.
den in goede bloemistengrond. Kies een
niet al te grote pot.
In groei- en bloeitijd veel water geven en
een maal per week bemesten. In hete
zomers moeten ze drie maal per dag
water hebben.
De planten bloeien van het voorjaar tot
de late herfst. Enige soorten bloeien het
gehele jaar door.
Half oktober, als de planten binnenge
haald worden, moeten ze in een licht en
fris vertrek staan, waar de temperatuur
niet te hoog mag zijn, ongeveer 15°
Celcius is voldoende. Door het tempera
tuurverschil zal ze haar bladeren verlie
zen. Ook is er bladverlies als de plant te
droog staat door droge lucht of te weinig
Het blad van de oranje Abutilon met daaronder de
zaaddoos en bloem
water of door teveel middagzon.
In de rustperiode minder water geven en
niet meer bemesten.
De planten zijn gevoelig voor witte vlieg
(moeilijk te bestrijden), voor spint (te
droge lucht) en voor blad- en dopluizen.
In het voorjaar kan gezaaid worden, de
planten bloeien al na vijf maanden.
Door de zijscheuten en de top weg te
nemen, kan men een stam-Abutilon met
kroon kweken. Als men de planten niet
snoeit kan men ze houden als klim- of
hangplant waarbij ze drie meter lange
takken kunnen krijgen.
De gesteelde bladeren staan verspreid
aan de ronde lichtgroene stengels. Ze
zijn variabel van vorm, verschillend in
grootte en kleur. De grootte van het blad
varieert van 6 x 6 cm tot 16 x 16 cm.
De vorm van het blad is hartvormig, vijf-
spletig, getand en scherp gepunt. Er zijn
soorten met groene héél zacht behaarde
bladeren (de haartjes zijn niet te zien,
alleen te voelen) en met geel of wit
gemarmerde vlekken. Deze vlekken wor
den veroorzaakt door een virus. Een virus
is een ziekteverwekkend deeltje, zó klein
dat het zich binnen een microscopisch
kleine cel nestelt, waardoor het ziektes
veroorzaakt, in dit geval lichte vlekken op
het blad. Ze zijn niet schadelijk voor deze
plant, het verhoogt wél de sierwaarde.
In het algemeen bloeien de gevlekte
soorten minder uitbundig.
De 5 cm papierdunne bloemen blijven
twee dagen open. De kleuren zijn spier
wit, roomkleurig, geel, oranje, zalm, rose,
vleeskleurig en rood. Er zijn soorten die
tweekleurig zijn en soorten met donker-
23