met de Falcons Twee sierlijke Curliss-Wright 22 'Falcons' als versterking twee stuks radiobuizen van type 6L6, die door de frontplaat uit staken. Ontvanger en zender waren één- knops. De fijnafstemming van de zender was een bijzonder kunststukje. Er was een lange koperdraad die met een haspel kon worden af- en opgerold met aan het eind een kleine windzak (waarvoor wij een eigen naam hadden bedacht). De draad sleepte achter het toestel aan. De kunst was nu om met de haspel de lengte zodanig te regelen, dat je op de ampère meter een 'dip' kreeg. Zo niet, dan zat je er wel naast en was de zender vrij nutte loos. Nu kon een echte telegrafist dat nog wel voor mekaar krijgen, maar voor de waarnemers, die in korte tijd ook nog morse moesten leren én alle procedures en afkortingen van het verkeer, was het veel gevraagd. In het begin ging er een Falcon op Tjililitan dopr de wielen, een andere maakte een crash bij Buitenzorg, maar voor de rest konden onze vaak jonge vlie gers er goed mee overweg. Bij de laatste grote parade boven Batavia, toen de M.L. alles wat kon vliegen de lucht instuurde, waren ook onze zeven Falcons van de partij. Een andere Falcon, van Kalidjati, vloog helemaal vooraan. Daarin zat de commandant M.L. die tijdens een duik naar de grote tribune het saluut aan de paradecommandant bracht. De burgerij keek de ogen uit! Toen de oorlogsdrei- Toen de toestand in het Verre Oosten begon te spannen, probeerde de M.L. in Amerika nog de hoognodige toestellen te kopen. Een van de typen die werd aange schaft, was de Falcon. Het waren lichte éénmotorige laagdekkers, bestempeld als 'advanced trainers', waarvan er nog een paar dozijn tijdig op Java arriveer den. Ze werden ingedeeld in twee afde lingen als verkenners en kregen als taken het leiden van artillerievuur, lichte aanval len met bommen en mitrailleurs en verder waarnemingen en communicatie. Meer kon van deze toestellen ook niet worden verwacht. Voordat de verkenners arriveerden werd de 1e luitenant-waarnemer J.W. Verhoe ven opgedragen zich in te werken in zijn toekomstige taken. Daarbij kreeg hij als vaste radiotelegrafist ondergetekende, die zich eveneens moest specialiseren. Vanuit basis Andir zijn toen allerlei opdrachten uitgevoerd, eerst met de aan wezige Glenn Martins, maar later met de eerste Falcons, waarvan er ook een paar op Kalidjati werden gestationeerd voor het lessen van leerling-vliegers. De eerste Verkenningsafdeling werd geplaatst op Tjililitan en kreeg als onder komen de oude KNILM-hangar, waar enkele kleine lokalen werden aange bouwd onder meer als leslokaal voor de aspirant vuurleidings-officieren. De Falcons waren tweezitters, vóórin de bestuurder en achterin de waarnemer. Bij proefvluchten zat achterin vaak de vlieg tuigmonteur en wanneer goede verbindin gen essentieel waren zat daar de enige radio-telegrafist die de afdeling rijk was. Achterin was een tweede besturing, die op eenvoudige wijze was in te schakelen. Het kwam wel voor dat een vlieger, die even op zijn kaarten moest kijken vroeg: 'Wil je hem even vast houden?' De radio-installaties waren zwak en eigenlijk alleen maar geschikt voor con tact op korte afstand van de vliegbasis en voor gesprekken onderling binnen dezelf de formatie. Het minimale zendertje bezat ging sterker werd, moest ook aan de bui tengewesten worden gedacht en maakte de afdeling Falcons een vlucht over Sumatra met bestemming Medan. Bij een tussenlanding op Pakanbaroe maakte het commandovliegtuig van Verhoeven een noodlanding, het landingsgestel wilde er niet uit. Een paar keer werd getracht het eruit te 'vliegen' maar dat hielp niet. Toen de overige zes kisten op de grond ston den en we genoeg benzine kwijt waren, zette de commandant het toestel op prachtige wijze vlak naast de baan in het gras. Toen we stil stonden keek hij om en vroeg kalm: 'Jongen, gaat het?' 'Jawel Luit, alles O.K.' antwoordde ik en we klommen er uit. De eerste persoon die we zagen was mijn vroegere luitenant Nommensen van de verbindingsdienst, die met een jeep kwam aangesneld. We moesten ruilen van toestel en een andere vlieger en monteur bleven achter voor het herstel van de Falcon, die een verbogen propeller en twee ingedeukte wielkasten had. In Medan gaven we op Polonia een lucht- show waarover de Europese bevolking nog dagen sprak. We bombardeerden een namaakhuisje met kleine zakjes meel en voerden beschietingen uit met de voormitrailleur op schijven die aan flarden gingen, 's Avonds onthaalde de burgerij ons in de grote Sociëteit en trachtte van ons te weten hoe sterk onze luchtmacht wel was. 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1994 | | pagina 36