HALIN in opspraak
Nieuw-Guinea Herinneringskruis
liepen afgeslacht te worden, zodat zij op korte termijn moesten
worden bevrijd. Vrijwilligers werden gevraagd om het terrein en
de strekte van de bewaking te verkennen. De vraag werd zo ge
steld, dat beiden ondanks het besef dat zij wederom hun leven
in de waagschaal stelden, zich verplicht voelden zich, staande
de bijeenkomst, als vrijwilligers te melden. Dat was moedig, niet
'over'moedig. Medegevoel voor de gevangenen was het dat
hen dreef om dezelfde dag bij Sidei aan wal te gaan en het
Sergeant M.C. Kokkelink,
commandant der guerilla's op Nieuw-Guinea
kamp te verkennen. Zij deden dat kennelijk zo goed, dat korte
tijd later een militaire eenheid met Kokkelink als gids (in werke
lijkheid de leider, De Koek moest inmiddels een andere bestem
ming volgen) alle gevangenen kon afvoeren naar veilige plaat
sen. Tweemaal na de twee-en-een-halfjaar guerilla heeft
Kokkelink zijn leven op het spel gezet. Dat typeert hem, zijn
durf, onverzettelijkheid en zelfverzekerdheid. Die eigenschap
pen straalden onmiskenbaar naar zijn groep in de jungle uit, zij
hadden het anders nooit zo lang uitgehouden. Ik herinner me
een uitspraak van Ltz. Abdoel Razak toen ik hem kort na zijn
succesvolle reddingsactie ontmoette: 'Ik heb vooral bewonde
ring voor Kokkelink, die na zo'n verschrikkelijke periode de dis
cipline wist te handhaven. De groep van veertien militairen en
drie burgers was in lompen gehuld maar de wapens waren
schoon, al hadden ze maar negen patronen bij zich.' Een ande
re kant van het karakter van Kokkelink kwam naar voren tijdens
een zitting van de Temporaire Krijgsraad in Biak in het begin
van 1945. Ik was waarnemend commandant van het Nica-deta-
chemant bij het aldaar gelegerde Amerikaanse leger en uit dien
hoofde voorzitter van deze raad. Terecht stond een jonge
Papoea, die tijdens de guerilla een van de leden van de groep
naar zijn kampong had gelokt, hem eten had gegeven maar
toen aan de vijand had overgeleverd. Deze welbewuste, verra
derlijke daad was voor de auditeur-militair aanleiding om de
doodstraf te eisen, ondanks het getuigenis van Kokkelink, dat
eerder vergoelijkend was dan beschuldigend. Dit getuigenis en
het feit dat de jongeman familiebanden had met het dorpshoofd
brachten de krijgsraad tot het vonnis van twaalf jaar gevange
nisstraf. De wijze waarop Kokkelink zijn verhaal vertelde, gaf
blijk van zachtmoedigheid en vergevingsgezindheid. Na afloop
van de oorlog keerde Kokkelink terug naar Manokwari om als
kolonist weer zijn patjoel op te pakken. Na het einde van het
Nederlandse bewind in Nieuw-Guinea vestigde hij zich met zijn
gezin in het oostelijke deel van Suriname. Tijdens de opstand
daar week hij uit naar Frans-Guyana. Daar heeft hij - zoals de
overlijdensadvertentie vermeldde - 'in zijn vertrouwde omge
ving' uiteindelijk zijn rust gevonden, 81 jaar oud. Een Indische
jongen, klein van stuk, maar met een karakter van groots for
maat.
C.F. Knödler
P.S. Wie meer wil weten van de strijd in de Vogelkop, verwijs ik
naar: M.C. Kokkelink, Wij vochten in het bos. De guerillastrijd
op Nieuw-Guinea tijdens de Tweede Wereldoorlog (ghost writer
Anthonie van Kampen); P.P. de Koek, De ongelijke strijd in de
Vogelkop (een onverbloemde weergave); en J.J. Nortier, Acties
in de archipel. De intelligence-operaties van Nefis lil in de
Pacific-oorlog (een kort overzicht op pagina 207 e.v.).
Het zal Telegraaf-lezers niet ontgaan zijn dat er in de krant van
17 september jl. een artikel stond waarin onrechtmatigheden bij
de HALIN (Stichting Hulp aan Landgenoten in Indonesië) wer
den gesignaleerd. Er werden vraagtekens gezet bij de beste
ding van de fondsen die bij diverse stichtingen (w.o. HALIN) bin
nenkwamen.
Daar de uiterst gecompliceerde zaak momenteel nog in onder
zoek is en nog geen duidelijkheid bestaat over het wie, wat en
waarom zullen wij met verdere publikatie wachten op het officië
le juridisch rapport.
Wel willen wij hierbij nadrukkelijk stellen dat de Stichting
Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson (Bruine Bus) geen enkele
relatie heeft met HALIN en geheel zelfstandig werkt. In Moesson
wordt ieder jaar een nauwgezet overzicht van inkomsten en uit
gaven gepubliceerd terwijl de boeken te allen tijde bij de pen
ningmeester de heer W. Rosel ter inzage liggen.
Met de heer Vroegop (geen bestuurslid van Stichting HALIN) die
al veertien jaren geheel belangeloos de administratie van de
regelmatige uitkeringen aan de gesteunden in Indonesië ver
zorgt, heeft onze Bruine Bus een bijzonder prettige verstand
houding. Behalve een jaarlijkse Kerstbijdrage en een contact
adres in Jakarta dat voor de uitkeringen naar bepaalde delen in
Indonesië zorgt heeft het Char. Fonds Tjalie Robinson geen
contact met de stichting HALIN. Wij hopen dat er spoedig klaar
heid komt in deze onverkwikkelijke affaire.
Redactie Moesson
Veel ex-KNIL militairen die op Nieuw-Guinea hebben gediend,
hebben nooit het Nieuw-Guinea Herinneringskruis ontvangen.
Thans is alsnog de mogelijkheid geopend om de onderschei
ding aan te vragen, nl. door te schrijven naar het Ministerie van
Defensie, Bureau Onderscheidingen. Op een aanvraagformulier
vermelde men naam, rang, stamboeknummer en tijd van aan
komst in en vertrek uit Nieuw-Guinea.
5