Deel 10 (slot)
19
Vicky Kaulbach
YOGYAKARTA
De weg erheen leidt eerst door een tol. Wij
betaalden 2000 roepiah. Daarna konden
wij parkeren. Nauwelijks uit de auto
gestapt, of wij werden van alle kanten
bestormd door verkopers met de gekste
artikelen, tollen en sarongs, hoeden en
leren tassen, T-shirts; ook een man met
flessen water. Onder de brandende zon
spoedden wij ons langs de prachtig
geasfalteerde wandelpaden, slingerend
langs verbrande grasvelden naar het
monument. Dat is een onvergetelijke aan
blik. Het uitzonderlijk mooie bouwwerk, pas
door Raffles begin 19e eeuw herontdekt,
en ligt majestueus in een dal. In 1983 werd
de tien jaren durende restauratie door de
Rechts van de Boroboedoer stond de zon,
die de reliëfs op de talloze muren half
bescheen, zodat een mooie foto schieten
moeilijk werd. Ongelooflijk zijn de vele tafe
relen, die het leven van Boeddha schetsen.
Op de onderste galerij staan bijna alle
Boeddha-figuren zonder kop. De afgehakte
koppen staan in een speciale schuur opge
steld en moeten nog één voor één worden
gepast op de koploze rompen. Hoe hoger
de galerijen, hoe mooier het zonlicht zodat
ik een foto maakte van een zittende
Boeddha tegen het hemelgewelf! Ondanks
de pajong werd het bloedheet.
Onverdroten liepen Maja en ik de vele stei
le trappen op naar boven. Ogen tekort voor
de vele reliëfs, die het leven uitbeeldden
van Boeddha, die 2500 jaar geleden leef
de.
Ondertussen zwalkte Paul en ik op eigen
houtje door de galerijen. Boven klommen
Miniatuur-gamelan van goud en ebbenhout
UNESCO afgerond. Toch tot op heden nog
altijd renovaties en herstellingen. Ook hier
weer betalen: 500 roepiah voor beklim
ming, maar ook 500 roepiah voor het toe
stel - dan pas mogen wij alles fotograferen.
(foto: V.E. Kaulbach)
Maja en ik op een stoepa en raakten de
binnen zittende Boeddha aan en deden
natuurlijk een (onuitgesproken) wens! Na
twee uur zwerven, galerijen aflopen, afda
len en klimmen, waren wij moe. Wij daal
den af en liepen terug, na een laatste blik
geworpen te hebben op dit wereldwonder,
want zo kun je de Boroboedoer wel noe
men. Als fijn spits, Venetiaans kant stak
het silhouet van de Boroboedoer af tegen
het blauwe zwerk van de middag.
Terug in Yogya beseften we dat we nog
niet veel hadden gezien van de stad.
Daarom bleven wij ook de volgende dag.
Het was vrijdag, en op die dag sluiten de
winkels om 11 uur omdat dit de dag is, dat
men naar de missigit gaat, dus was het
zaak zo snel mogelijk naar de binnenstad
te gaan. We liepen naar Malioboro, een
lange straat volgepakt met winkels, groot
en klein, pijpelaatjes en grote magazijnen
vol batik, sarongs, zilverwerk - noem maar
op. Ook de overdekte galerij is propvol
tokotjes en uitstallingen, zodat het een
gedrang is van jewelste. Hier haalden wij
ons hart op, kochten sarongs voor 10.000
roepiah. Wij moeten goed uitkijken en heb
ben vaak moeite met seratus (honderd) en
seribu (duizend)! Bij het teruggaan, klom
men wij in een ouderwetse andong en
reden terug naar Prangritis. Maja schaam
de zich, dat zij het afgeleefde paard voor
zich liet rijden! De koetsier droeg nog een
mooie blangkong en een matrozenkraag!
De middag brak aan met gloeiende tempe
raturen, dus gingen we even op bed.
Om een uur of vier zouden wij naar
Gambar Batik gaan. Vlakbij het hotel stond
een galerij met gebatikte schilderijen,
prachtig. Hier verloor ik mijn hart aan de
batik. Paul bracht ons naar een smalle
gang, waar hij een art shop ontdekte:
Pécé, en wat daar aan de gedekmuren
hing overtrof al onze verwachtingen! 'Dit
was kunstig.' Allerlei scènes uit de oude
verhalen zijn hier op artistieke wijze gete
kend. Die tekeningen worden door schil
ders gemaakt, maar de uitvoering
geschiedt door de batikkers, die de meest
subtiele dessins schilderen in de luisterrijk
ste kleuren. Hier zagen wij hoe Rawono
prinses Sinta schaakte. Hier werden de
gevechten nagetekend uit de
Mahabharatha. Marktscènes, de
Boroboedoer, de desa, de sapi's en gro-
baks, de dieren van het woud - de vissen
van de zee - wat al niet. Natuurlijk is het
onmogelijk al die beeldige doeken te
kopen, dus ik begon naar hartelust te foto
graferen. Vogels en bloemen, bergen en
landschappen, het werd alles fijnzinnig
gebatikt. Een ontwikkeling, die wij voor de
oorlog nooit hadden meegemaakt. Alles
wordt met batik tulis gemaakt, dus met
'geschreven' batik, waarbij de batikster met
de tjantik de was precies op het doek pen
seelt en zo de nuances aanbrengt. Elke
kleur weer in een nieuw bad. Een onge
looflijk ingewikkelde manier, maar het
resultaat; ik kan er nog geen woorden voor