Bericht uit Kailolo
Door dr. Kees Heij
In het nummer van 15 juli 1994
(pag. 30) schreef dr. Kees Heij over het
Moluks Grootpoothoen (Eulipoa
Wallacei) draagt. Dit met uitsterven
bedreigde dier wordt door de bioloog
Heij op Haruku bestudeerd. Het is een
vogel, die bij maanlicht diepe gaten in
het zand graaft en daarin een zeer
groot ei legt, dat gat vervolgens dicht
gooit en het ei vergeet. Het 'uitbroeden'
- als wij daarvan al mogen spreken -
geschiedt net als bij schildpadden
gewoon in het zand, zonder dat er iets
anders aan te pas komt. Kees Heij zit
nu op het eiland Haruku en brengt
verslag uit.
J?.--.:
Na eerst in het dorp te zijn uitgemaakt
voor toerist, buitenlander, westerling of
roti tebal (dik brood), ben ik nu Pak Kees
geworden en ik hoor er nu volledig bij.
We maken vele - vooral nachtelijke - uren
in het veld en ieder doet zijn best om mij
zoveel mogelijk te helpen. Laten we
hopen dat dat zo blijft. Het is nu zo, dat
de zaak goed loopt en dat men de waar
nemingen nauwgezet zélf op voorgedruk
te lijsten invult. Dus ben ik nu zo'n twee
weken op Haruku rond volle maan en de
rest van de maand op Ambon om mijn
gegevens uit te werken. Dan bezoek ik
ook andere plaatsen, die in de literatuur
genoemd worden als zou 'mijn vogel'
daar ook voorkomen of voorgekomen
zijn. Ik kijk dan of er nog iets te vinden is.
Op Haruku eet ik drie maal per dag rijst
met vis en ik slik vitamine C om het tekort
aan groenten aan te vullen. Ik kan hier
een tweedehands motorfiets gebruiken,
die overigens door iedereen gebruikt
wordt en daarom perampuan heet. Ik heb
de familie die mij huisvest een ijskastje
gegeven nu er sinds twee jaar 's avonds
en op zondag stroom is. Ze maken daar
mee ijsjes, die in de omliggende dorpen
uitgevent worden. Er is hier bijna geen
werk en alles wordt aangegrepen om een
centje te verdienen. Ik moet nog eens
een koelbox voor ze kopen, zodat de ijs
jes niet te vlug smelten als de stroom
wordt uitgeschakeld. Af en toe breng ik
van Ambon 25 kg katjang mee, die na
hier te zijn geroosterd door de jongste
dochter aan de man gebracht worden
tegen een prijs van 100 Rupiah (10 cent)
per 25 katjangs. Tegenwoordig schrijft
men dat hier als kacang. Zo verdient ze
haar schoolgeld. Men ziet mij als een
geschenk uit de hemel want ik zorg ook
voor wat koffie, thee, rijst, suiker en der
gelijke dingen, die hier als een luxe wor
den beschouwd. Soms neem ik wel eens
wat durians mee (een vrucht die ruikt als
rotte vis in een oude gaspijp, maar die je
tong streelt als een engeltje). Daarnaast
betaal ik het gezin goed, volgens de loka
le normen. Dit alles is mij mogelijk
gemaakt door enkele grotere sponsors,
maar toch ook kleine bijdragen, die ik uit
Nederland ontvang.
Als ik op Ambon ben huur ik een kamertje
bij de zusters. We hebben een deal
gemaakt: als ik er niet ben omdat ik bij
voorbeeld op Haruku zit wordt mijn kamer
verhuurd aan toeristen en gaan mijn spul
len veilig in een kast op de gang. Op
Ambon ontbijt ik met brood en eet verder
twee keer per dag van alles, maar nooit
vis. Dat eet ik op Haruku genoeg.
(lees verder op bladzijde 39)
Een volwassen exemplaar van Eulipoa wallacel. Burn, november 1984. De vogel was dooreen
auto aangereden en stond op het punt te worden geslacht. (foto: Max van Balgooy)
Na een heleboel papierwerk op Jakarta
en bij het wetenschappelijk centrum LIPI
in Bogor kwam ik een paar maanden
geleden via Ambon, uiteindelijk aan op
mijn werkplek in de desa Kailolo op het
eiland Haruku. Ik heb veel geluk gehad,
want de pachter van het broedgebied
nam mij als piara (zoon) in zijn gezin op.
Ik ben inmiddels ook al geaccepteerd
door zijn raapteam van zes mannen, die
het betreffende gebied bewaken en elke
ochtend de eieren verzamelen. Ze zorgen
ervoor dat niet alle eieren opgegraven
worden, zodat het voortbestaan van deze
vogel niet al te zeer bedreigd wordt. Dit
gaat zo al honderden jaren en ik probeer
er nu achter te komen hoe het precies
komt dat die vogels hier nog niet zijn
uitgestorven, zoals dat op veel plekken
wèl gebeurde. Over de leefgewoonten
van het hoen bestaat nog veel onduide
lijkheid.
23