infiltreren met instemming van de
Republikeinse regering. In moeilijk
toegankelijke berggebieden vormde de
TNI de guerillagroepen en de kern van
hun strijdwezen was: vermijd het gevecht
met sterkere Nederlandse eenheden,
maar val de kleine posten aan en sabo
teer de verbindingen. De steun van de
bevolking was uitermate belangrijk voor
de guerillagroepen; het onwillige deel van
de bevolking werd met geweld de hulp
afgedwongen.
We vormden een contra-guerilla tegen de
TNI; het betekende uitputtende patrouille-
tochten om de guerillagroepen uit te
schakelen en zo nodig werd het Korps
Speciale Troepen (KST) ingeschakeld dat
was gespecialiseerd in contra-guerilla.
Ook wij hadden de hulp van de bevolking
nodig voor het verkrijgen van inlichtingen
in ruil waarvoor zij voedsel en medische
zorg kregen.
De guerilla op Java was in de eerste
maanden na de eerste politionele actie in
1947 vrij hevig ondanks voortdurend
patrouilleren en zuiveringsacties. De anti-
guerillatactiek bestond behalve uit het
verkrijgen van inlichtingen van de bevol
king uit: spreiding van de troepen over
een zo groot mogelijk terrein (detache
menten van 25 tot 30 man) op onderlinge
afstand van 10 kilometer; grootst mogelij
ke geheimhouding van eigen plannen en
onverwacht en snel optreden; naar de
bevolking toe: goed alternatief bieden
voor de leuzen van de guerilla-strijders
(herstel van orde en rust, legitiem gezag
brengen, ambitie om economie op gang
te brengen).
Of ik bang ben geweest? Ja soms, vooral
in de nacht, op wacht of als ik als officier
van piket een aantal kazernes of wacht
posten af moest rijden, alleen, in een
open jeep, in de pikdonkere tropen
nacht...en waarschijnlijk terecht want we
hadden grimmige tegenstanders. Niet dat
wij echt als vijanden tegenover elkaar
stonden, het was immers de politiek die
ons tegenover elkaar had gezet. Er was
vaak echt goed contact met de Javaanse
bevolking. Ik denk dat dit ook kwam
omdat vóór de oorlog bij de gewone man
een bepaald idee heerste van de Toean
Besar en toen wij kwamen was het wel
een heel ander slag Nederlanders. Wij
deden ook vuil werk: schoenen poetsen,
schoonmaken, zweten enz. Wij voelden
ons echt niet verheven boven de gewone
man in de dessa, wij gingen met hen om
als mens tegenover mens.
Operatie Product
En aldus ontstond er vanaf 1947 een poli
tieke patstelling: de Republiek bestond
nog, de Indonesische kwestie was groter
dan ooit, in de wereld had Nederland
sympathie en prestige verspeeld. De
28
Veiligheidsraad gaat het conflict 'begelei
den' met een Commissie van Goede
Diensten, een driemanschap van diplo
maten uit Amerika, Australië en België.
Tot overmaat van ramp voor de
Nederlandse politiek bleek de Republiek
in staat op eigen gebied, in Madioen, een
communistische opstand te onderdruk
ken. Zo kreeg de Republiek politiek gewin
in de westerse wereld, vooral in Amerika.
Politiek werden echter aan beide zijden
fouten gemaakt. Wij waren de uitvoerders
van een bepaalde politiek en hebben
onze taken goed, gewetensvol en ook
met succes volbracht.
Hier en daar werd gesuggereerd alsof wij
'soldaatje gingen spelen'. Wij vochten
een vreemde, onophoudelijke strijd uit
met een vijand die zich niet aan een
boekje hield. Met alle respect overigens
voor wat het republikeinse leger heeft
gepresteerd onder generaal Nasution,
het is hem nooit gelukt om maar één post
van 20 man of meer onder de voet te
lopen of te verdrijven.
De grootste slag die de KL (Koninklijke
Landmacht) is toegebracht is een
patrouille van tien man die niet is terug
gekeerd.
Vergeleken met de guerillaoorlog in
Vietnam is het een hemelsbreed verschil:
aan Nederlandse zijde zijn ca. 2500 man
in totaal gesneuveld in de periode 1945
tot 1950 en dan in hoofdzaak bij ongere
gelde gevechten. Militair gezien hadden
wij het gevoel: wij zijn sterker.
Eén ding was voor Nederland wel
geslaagd: de meeste ondernemingen op
West-Java (thee, rubber, koffie, kinine,
cacao) en suikerfabrieken in Oost-Java
waren bevrijd en het produkt van deze
ondernemingen was weer beschikbaar
voor Nederland. De codenaam voor de
eerste politionele actie 'Product' bleek
zijn naam weer waar te maken.
Toch kon de tweede politionele actie niet
uitblijven; het was als de prediking tot de
eerste kruistocht: 'God wil het'. Zowel
Beel als de Hoge Vertegenwoordiger van
de Kroon in Djakarta als het kabinet had
den nog maar één gedachte: de mars
naar Djokja om een eind te maken aan
de terreurpolitiek van de Republiek.
De enige die nog wat tegenpruttelde was
Drees: '...ik verwachtte toch al niet anders
dan ongunstige oordelen internationaal
en in de Verenigde Naties, maar de posi
tie van Nederland om zich te verdedigen
zou helemaal onmogelijk worden als de
Minister-President en enige ministers
weggingen en tegenover onze soldaten
die daar zo lang waren en zo lang
bedreigd waren en nu opdracht kregen
op te treden, dat achter hun rug de rege
ring in elkaar zakte, dat was ook alleen te
verantwoorden geweest als ik zei: ja, het
mag helemaal niet, het is moreel tegen
over de republiek volstrekt ontoelaatbaar
en dat was door de houding van de repu
bliek volstrekt niet het geval...'
Vóór de aanvang van de tweede politio
nele actie gaf generaal Spoor de volgen
de dagorder uit: 'De regering heeft zich
genoodzaakt gezien uiteindelijk de slot
som te trekken uit de souvereine rechten
en plichten, die zij alsnog over Indonesië
uitoefent. Op U wordt een beroep gedaan
de laatste acte te voltrekken, nu in einde
loze onderhandelingen het geduld is uit
geput en geen andere weg meer over
blijft. Bij de afronding van Uw taak wek ik
U op, doortastend te werk te gaan doch
daarbij bovenal de menselijke eigen
schappen, die U sieren, te ontplooien.
Beseft, dat gij geen krijgsvolk zijt doch
brengers van recht en veiligheid aan de
bevolking, die reeds te lang zuchtte onder
terreur en onderdrukking. Verlicht haar
noden, vermeerdert deze niet. Onthoud U
dus van elke daad, die niet den toets van
sterke critiek zou kunnen doorstaan. Zijt
beslist, doch tevens menslievend en ont
ziet andermans eigendom. Ik stel mijn
volle vertrouwen in Uw houding. Moge
God U leiden en behoeden in de komen
de dagen.'
Spiegel en boekenkast
De tweede politionele actie kreeg de
codenaam 'Kraai'. Het startsein voor de
acties werd gegeven in de nacht van 19
op 20 december 1948. Het was een snel
le, voortreffelijk georganiseerde actie,
met behulp van parachutisten.
Djokjakarta werd snel bezet, acht uur na
aanvang van de acties. De leiders wer
den gevangen genomen en verbannen:
Soekarno en Hadji Agus Salim naar
Sumatra en Hatta naar Banka. Sjahrir zei
hierover later: 'De Hollanders toonden
wel gevoel voor onze behoeften en voor
humor: ik kreeg een kamer met een
goedgevulde boekenkast en Soekarno
had een vertrek met een grote spiegel',
doelend op zijn eigen leeskoorts en
Soekarno's ijdelheid. De militaire leiders
waren gevlucht.
Tegelijkertijd zetten ook elders in Mid
den-, Oost-, en West-Java Nederlandse
colonnes de aanval in om de rest van
Java te bezetten en de tegenstander uit
te schakelen, maar de troepen konden
deze keer minder snel oprukken dan de
eerste keer. De Republikeinen hadden
ditmaal de wegen veel beter versperd en
bovendien viel de actie in de west
moesson, de regentijd dus, waardoor de
wegen toch al moeilijk begaanbaar
waren. De actie werd op Java op 31
december 1948 stopgezet, de belangrijk
ste steden waren toen in Nederlandse
handen. Ook de tweede politionele actie
was militair gezien een eclatant succes,
maar in politiek opzicht niet.
(wordt vervolgd)