O O (vervolg van bladzijde 25 Het Sultanaat Cirebon, aflevering uit de serie 'Vorstenhuizen van Indonesië') Tijdens het Britse Tussenbestuur maakte Raffles een definitief einde aan het feite lijke bestaan van de sultanaten. Bij over eenkomsten in 1813 en 1815 deden de sultans - tegen een jaargeld dat op hun opvolgers over zou gaan, het vruchtge bruik van enige sawahs en het behoud van hun titel - afstand van al hun gezags- rechten ten behoeve van het gouver nement. In hun plaats kwamen regenten als in de andere gouvernementslanden. Daarna werd de rust, afgezien van enig verzet van de bevolking tegen de invoe ring van het Cultuurstelsel in 1830, niet meer verstoord. Wanneer de sultanswaardigheid in een der takken openviel, wees de Indische regering een opvolger aan, op wie de titel, het beheer van de kraton en de fami liegoederen en de zorg voor de familiebe trekkingen overging. Bij misdraging of niet nakomen van zijn verplichtingen kon hij worden ontzet van zijn waardigheid. Zo werd in 1875 besloten tot de ont heffing van sultan Sepuh IX. Nog altijd bestaan de drie takken Sepuh, Anom en Cirebon, die ieder een eigen kraton bewonen. De tegenwoordige sultan Sepuh XIII Pangeran Raja Adipati Maulana Pakuningrat is bankier, de huidige sultan Kanoman XI zet zich in voor de bevorde ring van het toerisme en voor het behoud van de cultuur van de kraton. Sultan Cirebon VIII Pangeran Mohamad Mulyono Amlr Natadiningrat (vervolg van bladzijde 14 Nationalisatie) Een ander voorbeeld dat van nationalisa tie geen sprake was, is dat de KPM-sche- pen die niet naar Singapore hadden kun nen uitwijken in de Indonesische havens vastgehouden werden. De Nederlandse staven bleven aan boord. Ook in Palembang lagen maandenlang twee schepen op de Musi, totdat ze eind maart 1958 plotseling mochten vertrekken. Vermoedelijk nadat op internationaal niveau was uitgevochten dat een dergelij ke vorm van piraterij niet toelaatbaar was. Nadat ik in februari vrouw en kinderen naar Nederland had gestuurd, hield ook ik het eind juli voor gezien, ook al had de directie mij nog een anderhalfjarig con tract aangeboden op vrij gunstige voor waarden. Voor mij en vele anderen was het duidelijk dat het doek was gevallen en langer uitstel om te trachten in Nederland aan een nieuwe carrière te beginnen onverstandig zou zijn. Het verenigd Europa kwam van de grond en alle teke nen wezen erop dat men aan het begin stond van een economische opbloei. Voor de meesten van mijn lotgenoten is dat, achteraf bezien, een verstandig besluit geweest. Wat er daarna is gebeurd kunnen alleen de directies vertellen, die uiteraard als laatsten het zinkende schip mochten ver laten. De tijd dringt, de pensioenleeftijd was 55 jaar. Inmiddels zijn 36 jaar verlo pen en de sterftestatistiek is onverbidde lijk. Enige tijd na terugkeer in Nederland werd mij door de directie gevraagd bepaalde gegevens te verstrekken in verband met een vergoedingsregeling, maar de ware toedracht daarvan is mij niet bekend. (vervolg van bladzijde 29. Interview met Frans Heerschap, een Hollandse dalang) Het publiek bespeelt de gamelan. Kan dat zo maar? Dat kan omdat er geen dissonant zit in deze eigengemaakte gamelan. De ceprak wordt tussen de tenen geklemd en daar mee geef je de maat aan. De kendang neemt het ritme over en de andere instru menten vallen in. Bij het afgesproken stopsignaal houdt iedereen op met spe len. Een laatste vraag: hoe lang gaat u er nog mee door? Zolang ik kan! Een voorstelling kan tien minuten tot drie uur duren! Ik treed door het hele land op. Er zijn in de afgelopen Links is Semar, rechts is Sepot. Op een dag wil Sepot de hulp vragen van de zeegod. Semar vraagt hem: Heb je al een offer gebracht?' Semar wijst dus op de adat. jaren een paar dalangs overleden. Dit vak moet doorgegeven worden, anders ver dwijnt ook dit unieke poppenspel. Ik hoop zo dat er onder de jongeren lezers en lezeressen zijn die net zo gefascineerd zijn door de wayang-golek als ik. Wanneer zij bereid zijn om diep in deze materie te duiken ben ik graag bereid hen te begeleiden. Ik heb voldoende poppen. Wie interesse heeft kan een brief aan Frans Heerschap sturen via de redactie. 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 33