PLANTEN UIT DE TROPEN
Melia Azedarach Koraalboom
Ms van India - Indische sering - Chinese bes
Mindi ketjil - Tjakra Tjikri - Gringging
Familie: Meliaceae Meliaachtigen
DOOR NETTY SELDER
Deze fraaie boom groeit in de tropen en
subtropen. De snelgroeiende boom kan
tien tot twintig meter hoog worden, maar
oud wordt ze niet. Ze vernieuwt zich door
vele uitlopers.
Oorspronkelijk komt ze uit China en het
Himalayagebied. In veel grote steden
wordt ze als laanboom aangeplant, ook
komt ze in het wild voor. Vroeger plantte
men de bomen veel in de nabijheid van
tempels. De Melia stond in hoog aanzien
en men vereerde haar. Vooral in Sri
Lanka, Maleisië, Perzië (Iran), Oeganda,
Zuid-Afrika en Westafrikaanse landen.
Op koffieplantages in El Salvador worden
Melia's met hun ijle kronen als schaduw-
bomen gebruikt.
De schors van de rechte stam is bleek
bruin, de bladerkroon breed en bolvor
mig; de boom ruikt onaangenaam. De
takken zitten laag aan de stam en zijn
tamelijk broos. Ze breken gemakkelijk af
door de wind.
De drievoudig gevinde bladeren staan
tegenover elkaar. De bladstaal kan 50 cm
lang worden. De puntige bladeren zijn
lancetvormig, donkergroen glimmend en
gezaagd en 2 bij 4 cm groot. Drievoudig
gevind noemt men een samengesteld
blad als de hoofdspil dubbelgevinde
onderdelen draagt. Een samengesteld
blad wil zeggen: blad dat uit meerdere
bladeren aan één bladsteel zit.
Meliabomen lijken op een Es (Fraxinus).
In tegenstelling tot een onaangename
reuk van de boom is de geur van de bloe
men lekker, iets van chocolade en serin
gen. De vijftallige bloemen staan op
sterk vertakte 18 cm grote trossen en
komen uit de bladoksels. De vijf zachtha-
rige lichtlila kroonbladeren hebben een
donker paarse meeldraadbuis, wat een
mooi contrast geeft met de zacht lila
kleur. De helmdraden zijn tot één buis
vergroeid (éénbroederig). In Oost-Afrika
is een soort met witte bloemen. In
Suriname heet de boom Tak fan filia (tak
van vele jaren).
Uit het vruchtbeginsel groeit een meer-
hokkig goudgeel ovaal vruchtje dat later
geelbruin wordt. Na het vallen van de bla
deren blijven de harde vruchtjes als kra
lensnoeren aan de boom hangen. Men
maakt rozenkransen van de vruchtjes,
vandaar de naam Kralen- of Pater
nosterboom.
De vruchtjes hebben één pitje met daarin
vijf zaadjes. De giftige zaden bezitten een
zwarte olie die bitter, scherp en vies ruikt.
Deze olie wordt tegen huidziekten
gebruikt (membaolie). In Indonesië wor
den de zaden gebruikt als visvergif en
voor insecticide. De zaden worden ver
moedelijk in het water gegooid, de vissen
raken bedwelmd en komen bovendrijven
en kunnen dus op die manier makkelijk
gevangen worden. Sommige plantdelen
zijn ook giftig.
De bladeren bevatten een groene kleur
stof en gomhars en verschillende stoffen
voor medicijn. Een afkooksel van blade
ren wordt gebruikt tegen diarree.
Huiduitslag wordt behandeld met een
smeersel van bladmoes en gestampte
bast. Schurft wordt behandeld met blad
moes dat op de aangetaste plekken
wordt gesmeerd. Blad en bloem zijn pijn
stillend. De plantdelen schijnen een anti-
kankerwerking te hebben en worden ook
gebruikt om hernia te bestrijden en om de
bloedsuikerspiegel te laten dalen.
De wortelhuid is dik en voorzien van een
rode kurklaag. Het merg uit de wortel is
wit en heeft een scherp bittere smaak. De
wortelhuid bevat een witgelige hars en
ondermeer Azedarachzuur, saponine,
looistof en bitterstof. De verse wortelhuid
heeft een samentrekkende werking en
wordt als anti-wormmiddel gebruikt
(inwendig). Bij inwendig gebruik kunnen
bijwerkingen optreden als duizeligheid en
braken. Het middel mag men dan niet
meer gebruiken en dient onmiddellijk te
worden stopgezet.
De schors bevat bitterstoffen en wordt
gebruikt bij eczeem, kloven, schurften en
andere huidaandoeningen. Het wordt uit
wendig gebruikt als smeersel en om de
huid mee te wassen. Van de gebrande
schors wordt hiervoor een aftreksel
gemaakt. Het in de kern rode hout is
buigzaam; er worden meubels van
gemaakt en muziekinstrumenten. Verder
voor huizenbouw en het afvalhout is een
goede brandstof.
Melia's worden vermeerderd door zaad,
uitlopers en stronken.
In Nederland kan ze goed als kamerplant
en orangerieplant dienen. Gedurende de
zomermaanden kan ze de tuin in. 's Win
ters verliest ze haar bladeren en moet ze
koel staan. Het is een makkelijke, mooie
plant en een snelle groeier. Zaad meege
bracht uit vakantielanden van sub- en
tropen kiemt heel goed. Na vier a vijfjaar
kan ze gaan bloeien.
Of deze planten in Nederland te koop
zijn? Ik ben ze nog niet tegen geko
men.
32