Herinneringen aan Arie van Bodegraven, architect B.O.W.
O
Een woudreus, die zal worden opgeruimd met dynamiet. Zevende van rechts Arie van
door Jan van Bodegraven Bodegraven, naast hem, ondergetekende met de hond. Portret: Arie van Bodegraven,
architect Burgerlijke Openbare Werken (B.O.W.) omstreeks 1940.
Bij het bekijken van enkele oude foto's
moest ik weer aan mijn vader denken. Hij
kreeg in 1928 van het Indische gouverne
ment de opdracht tot uitvoering van de
Zuid-Semeroeweg. Het project zou in
twee gedeelten worden gedaan; de eer
ste fase, beginnend bij Pasirian in het
oosten, tot aan de kali Glidik, waar
meteen een nieuwe brug moest worden
gebouwd. Vervolgens het tweede deel,
vanaf de brug westwaarts tot in de buurt
van Dampit. De beide uiteinden vonden
hun aansluiting op bestaande wegen. Het
was dus een ontbrekende schakel in het
Javaanse wegennet.
Ik was nog en scholier van twaalf jaar
maar weet nog goed dat ik heel vaak op
het werk van mijn vader te vinden. Voor
mij altijd een avontuur, maar ook had ik
een indruk van de ontzaglijke moeilijkhe
den, die het ruwe terrein aan de aanleg
bood. Steile hellingen en diepe ravijnen,
allemaal uitlopers van de 3600 meter
hoge Semeroe. Overal lagen zware rots
blokken, het was een dicht bebost terrein
met hier en daar heel grote oude bomen.
Sommige ervan moesten worden
'gebrand', wat dagen kon duren en daar
na met behulp van dynamiet opgeblazen.
Ook zware rotsformaties, die op het tracé
voorkwamen moesten worden opgebla
zen, waarna de koelies ze verder met
houwelen moesten klein maken. Het
38
Jaren later, heb ik die weg nog eenmaal
teruggezien. Het was toen een gladde
asfaltweg geworden, waar wij als krijgs
gevangenen van de Japanners met
oude foto's, gemaakt van glasplaatnega
tieven, die intussen ook reeds verdwenen
zijn.
gesteente werd gebruikt om grote kuilen
op te vullen en om de zijkanten van de
weg op te hogen. Het werk vorderde heel
langzaam, soms waren ze dagenlang op
dezelfde plek bezig. Vader was overal te
vinden en klauterde steeds over boom
stronken en rotsblokken heen. Hij zocht
op doortasten
de wijze voor
alle proble
men een
oplossing. Zijn
opzichters en
mandoers
hadden groot
respect voor
hem en
samen heb
ben zij dit
grote karwei
uitgevoerd.
De verbin
dingsweg is
er gekomen,
dwars door
het zwaarste
terrein, dat Indruk van het tracé van de nieuwe weg. Alle obstakels moesten worden
men zich den- weggeruimd. Staand, meester A. de Bruin, schoolhoofd in Loemadjang
ken kan.
vrachtauto's in de richting van het kamp
te Malang werden vervoerd. Hier en daar
kon ik nog omgehaalde woudreuzen zien
liggen. Vader overleed in 1944, ver van
zijn familie in het interneringskamp te
Tjimahi, slechts 59 jaar oud. Als herinne
ring aan hem hebben we nu een aantal