Door C. van Heekeren
O
39
Foutje S!S
Toen mijn vriend Henk in Indië residentie
secretaris werd, kreeg hij daarmee tevens
de bevoegdheid op te treden als ambte
naar van de burgerlijke stand, speciaal
voor het sluiten van huwelijken. Hem
werd wel te verstaan gegeven, dat het de
bedoeling was, dat hij alleen van die
bevoegdheid gebruik zou maken voor
leden van de diplomatieke dienst, voor
familieleden of goede vrienden, omdat
het anders een te grote belasting op zijn
tijd zou worden.
Henk was ook toen al niet zo erg zeker
van zichzelf en vond het maar een grie
zelige zaak. Maar toen zijn neef Bob, die
maar tien jaar jonger was dan zijn oom,
hem voor die taak vroeg, was hij dadelijk
bereid, omdat hij het jonge stel goed
kende en van hen hield. IJverig ging hij
de wet en de handleiding bestuderen,
zodat hij de grote dag betrekkelijk rustig
tegemoet trad.
Maar toen hij, in zijn beste uniform gesto
ken, het jonge paarde zaal, waarin hij
hen afwachtte, plechtig en verlegen zag
binnentreden, werd hij door ontroering
overmand. Hij beleefde plotseling weer
de trots en de ontroering, die hij voelde
toen hij als tienjarige hoorde, dat hij OOM
was geworden en hoe hij met vertedering
en bewogenheid het kind in zijn armen
had genomen. De jaren daarop zag hij
het jongetje tot een fijne en aardige jon
gen van zestien jaar opgroeien.
Toen was Henk als bestuursambtenaar
naar Indië gegaan en nu na tien jaren
mocht hij dit huwelijk sluiten en zo een
belangrijke rol in het leven van zijn neef
en diens jonge, knappe vrouw spelen.
Met lichttrillende stem las hij de saaie,
verplichte tekst voor en stelde de beken
de vragen. Daarna moesten de handteke
ningen worden gezet, maar toen zijn
beurt kwam, was hij zo ontroerd en
bevangen door emoties, dat zijn handen
hevig trilden. Hij was niet in staat om een
handtekening te zetten en fluisterde de
Menadonese bijzitter toe: 'Dat doe ik
straks wel', waarop deze fluisterde: 'En u
heeft ook vergeten te zeggen: geeft
elkander de rechterhand.' 'Dat staat niet
in de wet, dus dat is niet belangrijk', was
het zachte antwoord.
Ondanks zijn bewogenheid hield Henk
toch nog een toespraak en feliciteerde
het echtpaar met hun nieuwe status.
Niemand merkte hoe nerveus hij was,
want alleen een enkeling wist, dat Henk,
als hij verlegen was, steeds verwaander
ging kijken, zodat niemand iets van zijn
verwarring merkte. Opgewekt en opge
lucht ging oom Henk na de plechtigheid
mee naar de trouwreceptie waar hij zich
goed amuseerde en alles vergat.
Deze gebeurtenis speelde in de laatste
jaren veertig. De geschiedenis kwam in
versnelling en enkele jaren vlogen voor
bij. Oom Henk zat in Nederland en zocht
een baan; neef Bob zat met zijn Hetty en
hun kind in Venezuela, waar Bob in
dienst was van een grote 'international'
(u mag raden, welke).
Op een gegeven dag eiste de overheid,
dat Bob zijn huwelijksakte zou overleg
gen, waarna hij vruchteloos naar dat
document ging zoeken. Omdat hij dat
ding niet kon vinden, kreeg Hetty natuur
lijk de schuld, waarbij hij haar verweet
een sloddervos te zijn en dat ze de akte
'natuurlijk weer had weggemaakt'. De
klassieke term 'jij ook altijd' viel daarbij
wederzijds.
Tenslotte werd een brief naar Djakarta
gestuurd om een afschrift van de akte en
tot hun verbazing kregen Bob en Hetty al
na twee maanden een lang document in
het Indonesisch, waar ze zwaar voor
moesten betalen. Zoals de meeste kolo
niale Nederlanders, die zeiden, dat ze
goed maleis spraken, konden ze de tekst
niet lezen. De Venezolanen natuurlijk ook
niet.
Met veel moeite en veel hulp van de
Nederlandse ambassade werd in
Suriname een beëdigde tolk Indonesisch-
Nederlands gevonden, die bereid was het
document te vertalen. Maar wel tegen
een pittig honorarium. Met spanning werd
die vertaling afgewacht, die na een
maand verscheen. Bob las het plechtig
voor. Het begon met de normale droge
tekst van een Nederlandse huwelijksakte.
Maar in de tweede helft, die nogal uitvoe
rig was, werd vastgesteld, dat het huwe
lijk niet was geregistreerd, omdat de
handtekening van de ambtenaar van de
burgerlijke stand ontbrak. Het huwelijk
was dus niet geldig.
Een verbijsterende stilte viel, toen Bob
klaar was met zijn voordracht. Hetty stond
met open mond van verbazing naar haar
man te kijken, totdat ze opgewekt
opmerkte: 'Dan hebben we al die jaren in
ontucht geleefd, Bob! Eigenlijk wel leuk,
hè? Jammer, dat ik dit niet heb geweten;
dat had ik wel spannend gevonden.'
Waarop Bob antwoordde: 'En kleine
Henk is een onwettig kind en draagt jouw
naam en niet de mijne.' Hierna kregen ze
van de schrik een hulpeloze, slappe lach
en Hetty zei: 'Als mevrouw Algera dit
hoort, mag ik niet meer op de verplichte
ochtendkoffie voor de vrouwen van de
staf-employé's komen, een blessing in
disguise.' Ze grinnikten beiden, tot Bob
plotseling ernstig werd: 'En het kan ons
de gehuwdentoeslag kosten! We moeten
het geheim houden!'
Hoe ze het hebben gefikst, weet ik niet,
maar in de zuidelijke, meer gemoedelijke
landen is veel met wat goodwill en wat
materiële bewijzen van waardering te
bereiken, zodat het huwelijk 'in orde' is
gebracht. Nobel is, dat ze oom Henk de
flater pas vele jaren later onder het oog
hebben gebracht. Logisch is, dat hij zich
hevig schaamde.
Ze waren al weer lang in Nederland, toen
ze hun zilveren huwelijksfeest uitbundig
vierden. De inmiddels bejaarde oom
Henk was daar ook bij aanwezig en werd
door iedereen duchtig geplaagd met zijn
'deskundig' eerste optreden als ambte
naar van de burgerlijke stand.
Ondanks de ellende die hij het paar had
aangedaan, bleef de vriendschap tussen
oom en het nu niet meer zo jonge paar in
stand.