in een nieuwe Indische wijk O M door: D.A. Visker Als getrouwde KNIL-militair hoefde je niet meer in de tangsi (kazerne) te wonen. Je kreeg een dienstwoning toegewezen en, als er geen beschikbaar was, dan mocht je een vrije woning buiten huren. Zo deden wij in 1939 in Batavia, daar was juist tevoren achter Senen een complex Volker-woningen gebouwd op een droog gelegd sawa-terrein. Het waren heel pie perig kleine huisjes, maar we waren er al blij mee. Met wat meubeltjes van de schoonouders en verder enkele kleine aankopen, richtten wij ons in. Het was best gezellig. Elke ochtend om 6 uur, op de tonen van de BRV (Bataviase Radio Vereniging) verliet ik de Poerbajaweg en tufte ik op mijn kleine DKW-motor naar mijn werk op het vliegveld Tjililitan. Intussen werd er thuis vlug opgeruimd en, zodra de baboe uit de kampong kwam, ontving zij instructies voor het aan kopen op de dichtstbijzijnde pasar Senen. Het wonen in zo'n pas aangelegd stads deel had ook nog gevolgen. De kleine diersoorten voelen zich verdreven uit hun milieu en zij gaven de strijd niet gauw op. In de keuken en zelfs in de slaapkamer drongen de kleine zwarte mieren door. Ons bed werd met de poten in vier bakjes water geplaatst, wat wel enigszins hielp, maar onze etensvoorraad moest altijd van de mieren worden gezuiverd. De baboe tikte met geduld op de suikerpot om de snoepers te vangen. De kleine muurhagedis, de tjitjak, huppel de vrolijk over alle wanden, doch die lie ten we met rust, zij vingen voor ons de muskieten, hun lievelingsgerecht! De eitjes van de tjitjak vonden we verborgen in de stopcontacten... Wanneer het regentijd werd kwamen de larongs in groten getale van onder de grond te voorschijn. Dat zijn vliegende mieren, die in zwermen hun bruidsvlucht doen om daarna neer te dalen en hun vleugels te verliezen. Ze kwamen altijd op ons licht af. Mijn vrouw had bij haar thuis 42 al geleerd dat je ze makkelijker kon van gen. Alle overbodige lampen gingen uit en onder de hoofdlamp werd een schaal met water geplaatst, waar ze dan in terecht kwamen. Op een dag schoof ik mijn soldatenkist van onder het bed en ontdekte dat er een nest met witte mieren onder zat, rajaps. dat zijn dieren met harde sterke kaken, die alles aan kunnen. De bodem van mijn kist hadden ze reeds voor een deel opge peuzeld. Met veel moeite hebben we ons van die menigte verlost, maar we wisten dat ze steeds terug konden komen. Toen Foto: IFA we met de feestdagen een korte vakantie bij de schoonouders in Tjimahi hadden doorgebracht ontdekten we bij onze thuiskomst, dat de rajaps dit keer het hele huis hadden bezet. Onze mooie wandkle den van Soembawastof zaten vol grote gaten. We zijn meteen an de slag gegaan en hebben een hele dag gewerkt om alles naar buiten te brengen en schoon te maken. Ook het huis kreeg een nauwkeu rige inspectie, waarna we weer eventjes van de medebewoners waren verlost... SINAR SURYA Ik dwaal langs grote kleurenfoto's van dorpen en mensen in Indonesia Sinar Surya Ik wil in de foto's stappen en net als die orangs met blote tenen gespreid in plastic teenslippers Het is oktober en het is hier niet warm Sinar Surya Ik zie ronde buikjes onder vale t-shirts en verlegen lachjes Een beetje lachen die mannen op de foto's Sinar Surya Ik wil in de maquette van dat dorp stappen en wandelen langs die huizen over slingerdeslang paden en lopen onder de palmbomen Sinar Surya Ik hoor de bahasa en volg mijn oren Ik wil in het huis van dat televisiespel in Indonesia zijn Sinar Surya De manier van praten van de acteurs is mij zo bekend en is mij zo lief Wah! Die vent... Aan wie doet hij mij denken... Sinar Surya Op de achtergrond tijdens het televisiespel hoor ik straatgeluiden En ik wil die geluiden ook in mijn straat Sinar Surya Straal van de zon Tentoonstelling in het museum van bruine mensen Waarom is er zo weinig zon in dit kouwe kikkerland. Madeleine Gabeler De tentoonstelling Sinar Surya is nog tot en met mei te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 42