BRIEVEN
OVER...
De inhoud van ingezonden brieven
valt buiten de verantwoordelijkheid
van de redactie.
Planten uit de tropen
Nationalisatie?
Hollandse dalang
Jacaranda
Staatsbezoek (1)
Staatsbezoek (2)
Tot mijn spijt moet ik u attenderen op
enkele onjuistheden in Moesson van 15
januari. De meest storende zijn: De foto
op pagina 30 is van de boom Adenan-
thera pavonina behorende tot de familie
Mimosaceae, terwijl het artikel gaat over
de klimplant Abrus precatorius van de
familie Papilionaceae. De zaden van
eerstgenoemde zijn vele malen groter
dan die van de Abrus, zijn enigszins
afgeplat en missen de zwarte vlek.
Helaas worden beide soorten aangeduid
als 'Saga'.
In het artikel over Kostermans op pagina
10 staat dat hij 2.000.000 plantensoorten
zou hebben verzameld. Dok was een
voortreffelijk verzamelaar. Zelf wist hij
niet hoeveel hij in de loop der jaren bij
een heeft gebracht. Echter het hele
Herbarium Bogoriense telt 'maar'
2.000.000 nummers (exemplaren). Ruw
geschat heeft Kostermans daar zo'n
30.000 op zijn naam staan. Een nummer
wordt aan elke verzameling gegeven en
elk nummer kan weer bestaan uit een
aantal doubletten die aan zusterinstituten
worden gestuurd, o.a. naar Leiden.
M.M.J. van Balgooy, Rijksherbarium Leiden
Het artikel 'Nationalisatie?' van de hand
van B. de Wit Moesson 15 februari)
vraagt, terwille van een correcte
geschiedschrijving, om enige verduidelij
king. Door het opnemen in het artikel van
een foto van een bekladde KPM-woning
in december 1957 en het spreken verder
op in de tekst van KPM-schepen wordt,
geheel ten onrechte, de indruk gewekt
alsof de schrijver tijdens de gebeurtenis
sen in Indonesië eind 1957 in dienst van
de KPM werkte en het over de (al dan
niet) nationalisatie van de KPM heeft.
Wat er in die dagen met de KPM en
andere bedrijven gebeurde was inder
daad formeel geen nationalisatie, doch
tijdelijk-onder-beheer-stelling. Maar het
effect was wèl dat in ieder geval de KPM
van de ene op de andere dag volledig
(en wat Indonesië betreft blijvend) werd
stilgelegd. Bij andere bedrijven (het is
niet duidelijk voor welk bedrijf de schrijver
werkte) zal stillegging door de aard van
het bedrijf wellicht wat geleidelijker zijn
gegaan. Maar desastreus waren de
gebeurtenissen wel, zowel voor de bedrij
ven als het voor het land. Het is onduide
lijk hoe de schrijver uit het feit dat 'de
KPM-schepen in de Indonesische havens
vastgehouden werden' kan concluderen
dat er van nationalisatie geen sprake
was. Ook zijn mededeling dat de
'Nederlandse staven aan boord bleven' is
voor het merendeel van de schepen
onjuist. De Indonesische bemanningen
bleven aan boord, de Nederlandse offi
cieren moesten in veel gevallen de sche
pen verlaten. Wat er precies in die dagen
gebeurde, en ook de voorgeschiedenis
van de gebeurtenissen, staat duidelijk
beschreven in het boekje Uittocht. Het
einde van de Koninklijke Paketvaart-
Maatschappij in Indonesië.
R. Koopmans, Papendrecht
Naschrift redactie:
U wordt op uw wenken bediend. Naar
aanleiding van het bovengenoemde arti
kel van heer B. de Wit ontvingen wij van
de heer L.F. Kreeuseler een artikel over
de KPM. Zijn bijdrage staat op pagina 24
van deze Moesson.
Allereerst mijn bewondering voor de heer
Frans Heerschop om zich in deze mate
rie te verdiepen en uit te dragen. Bij de
afgebeelde foto van Frans Heerschop
met de wayangpop voorstellende
Gatotkaca Moesson 15 februari) stond
geschreven: 'Tijdens een gevecht tegen
Bima daagt Gatotkaca hem uit in de trant
van: "Jij kunt mij toch niet treffen met je
wapen." En hij verdween weer achter de
wolken. Maar Bima raakte hem toch en
Gatotkaca stierf.'
Bima is Bratasèno of Werkoedoro. Bima
is de vader van Gatotkaca. In de Brata-
Joeda (eindstrijd) werd Gatotkaca echter
gedood door Adipati Karna, zoon van de
zonnegod en Dewi Kunti. Adipati Karna is
een halfbroer van de vijf Pendawa's.
H. Niggebrugge, Heemskerk
Graag zou ik willen reageren op een arti
kel in Moesson van 15 februari. Het gaat
over het stukje van de Jacaranda
geschreven door Netty Selder. Ik was zo
blij er het een en ander over te lezen. Wij
hebben namelijk ongeveer tien jaar aan
de Cóte d'Azur gewoond. Op één van
onze vele tochten daar en op weg naar
Monte Carlo kwamen we, ik meen langs
de baai van Villefranche-sur-Mer. En
daar zagen we deze prachtige bomen
staan. Bij enkele bloemisterijen daar in
de omgeving zijn we naar de naam gaan
vragen. Wel, niemand kon me verder hel
pen. Daarom ben ik zo blij met dit stukje.
Mw. F.M. van Brakel-Kolff, Eindhoven
Gaarne mijn complimenten voor het arti
kel 'Het staatsbezoek en de historie' van
F. van Garling Moesson 15 maart). Het
stuk munt uit in evenwichtigheid: de
geschiedenis beschreven in helder en
correct verband, de gevoelens van vele
Indonesiërs en Nederlanders anno 1995
met inzicht en uitzicht weergegeven.
Hartelijk dank!
Tenslotte hoop ik dat de heer Manders al
ternes poekoelend nog jaren in goede
gezondheid een bijdrage uit zijn grote
kennis aan Moesson mag leveren.
Ami Emanuel, Rijswijk (ZH)
Het artikel van F. van Garling is een ver
frissende weergave van, en kijk op de fei
ten en gevoelens zoals die onder de
meesten van ons temidden van de vaak
sombere geluiden die ons willen doen
geloven dat een 'onverwerkt verleden'
een goede verstandhouding tussen beide
landen (nog) niet mogelijk is. Het is inder
daad jammer dat ons staatshoofd niet in
de gelegenheid wordt gesteld om op 17
augustus a.s. in Indonesië aanwezig te
zijn bij de viering van de 50' verjaardag
van het uitroepen van de onafhankelijk
heid van dat land. Ik ben eerlijk gezegd
wat verbaasd over het feit dat het staats
bezoek pas op 21 augustus plaatsvindt;
het lijkt wel een tussenweg: niet op 17
augustus, de dag van de viering, ook niet
op 27 december, de dag dat Nederland
de onafhankelijkheid erkende. Zoals de
schrijver zegt: 'Hare Majesteit is er dan
wel en toch ook weer niet'; dezelfde poli
tiek als in de jaren 1947-1948: wel militai
re acties en toch geen oorlog!
De premier en de minister van buiten
landse zaken hebben op vragen van de
Tweede Kamer met betrekking tot het
tijdstip van het staatsbezoek laten weten
dat 'de regering al in 1947 met de onder-
6