Journalist en schrijver Noor Djaman
door Inge Dümpel
Een aantal maanden geleden kregen wij, als
reactie op het artikel 'Gedichten uit de biblio
theek' Moesson 15 oktober 1994) een tip van
een lezer om eens met Noor Djaman te gaan pra
ten. Noor Djaman woont in Amsterdam en is
journalist en schrijver van boeken, essays, korte
verhalen en poëzie. Zijn boek Drama Kampus is
in het Engels vertaald. Andere boeken door hem
geschreven zijn Kisah puteri remaja (Verhaal
over een jonge prinses), en Kisah dua sahabat
(Verhaal over twee vrienden). En in het Engels
verscheen The earth.
Voor zijn poëzie heeft Noor Djaman al twee keer
een onderscheiding gekregen. In augustus 1993
kreeg hij van de National Library of Poetry in
Maryland (VS) de 'Editor's Choice Award for
Outstanding Achievement in Poetry 1993' en in
augustus 1994 kreeg hij in Washington D.C. van
de International Society of Poets de Interna
tional Poet of Merit Award 1994 uitgereikt. Hij
viel sterk op met zijn gedicht 'The Earth Like a
Mere Dot of Sand' (mijn vrije vertaling: De aarde
is niet meer dan een korreltje zand).
24
Ik maakte een afspraak en bezocht hem
in zijn woning, waar ik door hem en zijn
vrouw heel hartelijk en gastvrij werd
ontvangen. Noor Djaman werd geboren
in Cikampek in West-Java. Zijn vader
werkte hier bij de Staatsspoorwegen
onder de Nederlanders. Na de middelba
re school (SMA) ging hij naar de univer
siteit in Jakarta waar hij Engels en
Sociale Wetenschappen studeerde.
Verder volgde hij administratieve cursus
sen. Noor Djaman werkte vanaf 1954 op
het secretariaat van de
Scheepvaartmaatschappij Nusantara,
daarnaast studeerde hij. Na de
souvereiniteitsoverdracht namen andere
landen de handelspositie van Nederland
over in Indonesië. Hierdoor verslechterde
de economische situatie. Toen bijvoor
beeld de KPM, die traditioneel de verbin
dingen met de buitengewesten onder
hield, werd opgeheven was er aanvanke
lijk helemaal geen transport voor mensen
en goederen.
Door zijn werk voor een buitenlands
bedrijf ontstond bij Noor Djaman een
brede interesse voor en nieuwsgierigheid
naar de wereld buiten Indonesië. Zijn
vader stimuleerde hem om de journa
listiek in te gaan. Djaman volgde toen
een schriftelijke cursus in Semarang.
Daarnaast besteedde hij ook aandacht
aan economie en filosofie. In 1961 werd
hij voltijd student aan de Universitat
Rakayat, academie Journalistiek. In die
tijd was er controle op de pers, de mili
tairen hadden veel invloed. Djaman merkt
op dat wat dat betreft er intussen nog niet
veel is veranderd. Hij schreef veel voor
kranten. De censuur kwam altijd achteraf:
als er iets was geschreven wat de over
heid niet beviel werd de krant verboden.
Djaman schreef over politiek in Warta
Bandung, Bintang Timur en Katulistiwa.
Het was de tijd van de zogenaamde
geleide journalistiek, d.w.z. de overheid
oefende sterke controle uit over wat in de
pers geschreven werd. In 1962 werkte hij
als correspondent van People's Daily in
China. Hij schreef artikelen en korte ver
halen. Ook ontmoette hij in China veel
Indonesische jongeren.
De jaren 1960-1965 waren in Indonesië
erg onrustig. Er was de konfrontasi-po\\-
tiek met Maleisië en er waren veel
opstandige gewesten. En er werd een
sterke censuur uitgeoefend. Als journalist
moest je voortdurend op je tenen lopen,
herinnert Djaman zich, want als je iets
verkeerds schreef lag je eruit. Niets was
er mogelijk zonder de goedkeuring van
de regering. Djaman denkt dat dit abso
luut ontbreken van persvrijheid ook had
te maken met de scholing van de bevol
king. Hij schreef over cultuur en vriend
schap tussen volkeren.
In 1963 verliet hij Indonesië en ging weer
naar China. In die tijd verlieten ook veel
Chinezen Indonesië om terug te keren
naar China. Daar raakten zij van de
regen in de drup, want het politieke sys
teem in China bleek nog erger te zijn dan
in Indonesië!
Djaman ging als correspondent werken
voor het persbureau Foreign Languages
Press. De mislukte couppoging in
Indonesië in 1965 zou voor hem en zijn
gezin een keerpunt blijken. Zij konden
niet meer terugkeren naar Indonesië,
omdat zij voor communisten werden
gehouden. Hun paspoorten werden
ingenomen. Aanvankelijk leek het of dit
slechts van tijdelijke aard was. Maar na
vele maanden werd het duidelijk dat zij
(voorlopig?) hun paspoort kwijt waren en
dat zij dus nergens heen konden. De
Chinese overheid bood hen werk aan als
journalist, maar zij moesten vloeiend
Chinees (Mandarijn) leren spreken. In
1966 brak in China de culturele revolutie