fra/num In Q^ntlf'së
I"
door V.E. Brookman-Swart
Qj$>//evee/rAtde awn/iedm
Toen ik nog in Indië woonde, vond ik de
palmen prachtig en klonk het zachte
geruis van de grote bladeren mij zo mooi
in de oren. Verder stond ik er niet bij stil,
maar toen ik jaren daarna als toerist weer
een bezoek bracht aan mijn geboorte
land, keek ik er anders tegenaan. Ik zag
toen niet alleen de schoonheid en groots
heid van die reusachtige bomen, maar
ook drong de commerciële waarde ervan
tot me door. Misschien kwam dat, omdat
ik zoveel jaren in een land gewoond had
waar de nadruk gelegd werd op commer
cie en gewin. In deze bijdrage wil ik in het
28
kort een achttal palmen de revue laten
passeren.
middag weg en omgekeerd. Elke keer
wordt er ook een schijfje van de opening
weggesneden. Het sap kan wel drie
maanden blijven druppelen. De vruchten
worden gegeten als lekkernij en kolang-
kaling genoemd. Ze worden gekookt en
gesuikerd en moeten zo een week blijven
staan voor fermentatie. Ook worden ze
gebruikt als vrucht in limonadesiroop, dat
zijn de z.g. glibbertjes. Het sap wordt
gekookt en ingedikt tot suiker: Javaanse
suiker of gula batok. Men kan het sap ook
24 uur laten gisten en drinkt het dan
onder de naam tuak. De tuak wordt ver
kocht in bambukokers en men vindt het
over het algemeen erg lekker. De zware
vezels tussen de bladstengels gebruikt
men voor bezems, borstels en touw, men
noemt ze ijuks. Deze worden echter na
een jaar weggehaald, omdat de boom
anders verstikt. Deze palm is dus goed
geschikt om voor commerciële doelein
den te worden gebruikt.
De sagopalm wordt voor vele doeleinden
gebruikt. Van de kern maakt men sago-
meel, het hoofdvoedsel op verscheidene
eilanden, vooral op Ambon. Dit meel
wordt verdikt en in schuitjesvorm in de
handel gebracht. Men giet er wat sajor
over, zodat het uiteen valt en gebruikt dat
zo als middagmaal. Het meel wordt ook
verwerkt tot een typisch Ambonese lek
kernij: de bagea. De bladeren dienen als
dakbedekking, die atap genoemd wordt.
De nerven ervan worden gevlochten en
als muurwand gebruikt of als bezem
bijeengebonden. De jonge bladeren
gebruikt men om er tabak in te rollen,
deze sigaretten noemt men krètèk. Het
hout wordt gebruikt bij de huizenbouw.
Het sagomeel wordt aldus gewonnen:
men legt de kern in het water, de sago
zakt dan naar beneden en het vuil drijft
boven en kan weggeschept worden.
Daarna wordt het meel gedroogd en van
dit meel maakt men broden en veekoe
ken.
De stengel van de arenpalm vormt zich al
na een maand. Na zes of zeven jaren
vormen zich vruchten in trossen.
Maandenlang wordt de stengel beklopt
om sap naar de top te laten stromen. Dan
wordt de punt ervan afgesneden en een
bambu onder de opening geplaatst om
het sap op te vangen. Doet men dit in de
morgen, dan haalt men de bambu in de
De kokospalm kan wel 25 meter hoog
worden. Ze heeft een kroon van grote,
gevederde bladeren. De vertakte bloeiwij-
ze komt uit een schede. De grote vruch
ten zijn eerst groen en worden later bruin.
Onder de schil heeft de vrucht een vezel-
laag, die door arme mensen gebruikt
wordt bij de afwas. Dan komt er een
harde schaal, de batok, waarvan men