een zéér goede dokter en volslagen aller
gisch voor het filosofisch gedachtengoed.
Gezond is gezond, ziek is ziek en dood is
dood. Zo eenvoudig is dat. Geen mis
schien of wellicht toch wel en alsmaar
dubbend in een waterval van lange zin
nen en van woorden, woorden en woor
den en niets te zeggen te hebben.
'Enerzijds en anderzijds' verhullen leu
gens. In een eerder artikel heb ik verteld
- en wat mijn gedachten daarover zijn -
over de wijsgeer Diogenes en het wijsge
rig denken. In elk geval niet zo fris van lijf
en geest, die oude goeroe. Toch zou die
zelfde Diogenes de leermeester zijn
geweest van Alexander de Grote. Dat is
niet te geloven en lijkt mij onwaarschijn
lijk; of Alexander moet in alle haast het
hazepad hebben gekozen om aan die
'luchten' te ontkomen en en passant
Griekenland, klein-Azië, het Perzische
rijk, de helft van India en Egypte te vero
veren. De legende ontstaat snel en wordt
met de jaren grootser, romantischer en
meer ongelooflijk.
U kent vast wel het verhaal van
Blauwbaard. Een kasteelheer, vele hon
derden jaren geleden, die naar zijn kas
teel allerlei schone en rijke jonkvrouwen
liet brengen, die hij trouwde en na enige
tijd het mooie hoofd liet afhakken. Zo had
de onaardige man niet alleen elke keer
weer een jonge en mooie bruid maar hij
vergaarde op die manier een groot for
tuin.
Totdat Anne op de proppen kwam. De
zuster van zijn allerlaatste bruid, die kans
had gezien haar potige broers te waar
schuwen dat zij snel naar het kasteel van
BB moesten komen, wilden zij hun zuster
nog in levende lijve aantreffen.
De kreet: 'Zuster Anne, ziet gij nog niets
aankomen?' is een klassieker geworden.
Hoe dan ook, de broers kwamen op tijd,
sloegen BB in de boeien en zij vonden tot
hun stomme verbazing alle acht vrou
wen, die Blauwbaard hadden getrouwd
terug in de kerkers van het kasteel. Niet
alleen daarover stonden de broers met
open mond van verbazing. De kerkers
waren getransformeerd tot luxe vertrek
ken en slaapzalen en er was eten en
drinken in overvloed. En een lol dat die
meiden hadden!
Waarom? vroegen de broers aan BB en
wat zijn je plannen? Er was geen waar
om en hij had geen plannen zei de -
zoals gebleken is - toch wel goedige dik
zak met de blauwe baard. De legende is
Frans van oorsprong en BB moet zoiets
hebben geantwoord als: 'C'est pour Ie
legende que je fais ca.'
Hij deed het dus voor de legendevor
ming, die slimmerik. De legende vertelt
van roof en moord en niets bleek minder
waar. Blauwbaard moet een filosoof zijn
geweest en zijn filosofie bleek niet boos
aardig, een uitzondering dus! Toch pakte
het slecht voor hem uit.
De legende was het enige - zij het tot in
lengte van eeuwen - wat Blauwbaard
restte. Hijzelf stierf op het schavot. Zo zie
je maar, goedheid wordt niet altijd
beloond en van een 'goede' filosoof wil
zeker niemand iets weten. Een goede
filosoof bestaat niet, goed in de zin van
aardig, en blijken ze toch tussen ons te
verkeren, dan slaan we ze gewoon de
kop af. Maar het rommelig gedachten-
goed van de filosofen is springlevend en
kan ons denken en handelen flink teiste
ren en ondermijnen.
U bent een gewaarschuwd mens. Ik her
inner mij nog heel goed, ook al is het
alweer heel lang geleden, een nachtelijk
telefoongesprek, die ik met een patiënt
van mij had.
'Dokter', sprak de man op bedroefde
toon, 'kunt u niet even komen? Mijn
vrouw kan niet slapen.' Van verbazing
was ik meteen klaarwakker: 'Is zij dan
ziek?' klonk het wat bozig van mijn kant.
'Heeft zij koorts of pijn?' 'Nee hoor', klonk
het laconiek, 'zij kan niet slapen en dan
stoot zij mij elke keer weer wakker.'
'Morgen op het spreekuur praten we ver
der!', ik had enige moeite om gewoon te
klinken en hing op. Na enige tijd rinkelde
de telefoon weer en weer was de man
van de vrouw met slapeloosheid aan de
lijn.
'Kunt nu wel slapen?' vroeg hij.
Een filosofische vraag heb ik gedacht en
hing snel op. Ik kende het echtpaar gerui
me tijd reeds. De psychiatrie spreekt over
deze mensen - naar mijn idee niet zonder
gevoel voor humor - over een 'folie
deux'. Eén van de twee heeft een gekte
en de ander doet mee, alsof hij of zij
(ook) met een gekte is behept. Het zijn
meestal best aardige mensen, maar kun
nen zeer lastig zijn en heel veel aandacht
vragen. Altijd zien zij ook kans een druk
spreekuur uit te zoeken om elkaar in de
spreekkamer steeds gekker te maken. Zij
zijn (meestal) niet agressief maar kunnen
gezamenlijk tot een verbaal geweld
komen, dat een huizenblok verder te
horen is.
In het geval van dit echtpaar had zij
reeds enige psychiatrische opnames
achter de rug en waren er wel een klein
dozijn psychiatrische diagnoses op haar
geestelijk lijden geplakt. Hij was een
redelijk intelligente man en had een func
tie als ambtenaar. In één situatie vloog
de man uit de bocht als ik het zo zeggen
kan en dat was wanneer zijn vrouw zich
weer eens begluurd, bespioneerd en
bedreigd voelde door allerlei onwerkelijke
zaken, maar die voor haar een realiteit
waren. Op het dak bij de overburen had
den haar vijanden een grote kijker opge
steld en werd zij voortdurend door hen
begluurd en door de kijker konden zij ook
allerlei dreigementen uiten, die hoorde zij
ook 's nachts in bed en dan kon zij niet
slapen! Gevraagd wie haar vijanden
waren, dan volgde een serie fantastische
verhalen over onzichtbare mannen! En
pompelmoesen op harige benen en grote
ogen en duivels en engelen en zelfs de
buren links en rechts van haar en de
buur van boven, allen zaten zij op dat
dak.
Vraag in geen geval wat zij bedoelde met
onzichtbare mannen. Je krijgt dan een
uitleg, die zeker drie kwartier aanhoudt
en alsmaar onbegrijpelijker wordt, zoals
ik ondervonden heb. In die situatie flipt
de echtgenoot mee en dan is Leiden in
last en het hek van de dam.
In zo'n situatie zijn beiden meerdere
malen opgenomen in een psychiatrisch
ziekenhuis. Meestal duurde zo'n opname
niet langer dan veertien dagen en dan
kwamen zij even vrolijk en 'gewoon' weer
thuis.
De man moet op een gegeven ogenblik
gedacht hebben wanneer ik nu maar
even raar doe als zij, dan gaat het snel
over, want heel raar was haar gedrag.
Dat is hem nogal eens gelukt en hoefde
zij niet te worden opgenomen.
Maar in die paranoïde situaties is hij op
een gegeven moment die gekte niet kwijt
geraakt en hij kon dan verhalen vertellen,
nog meer bizar van inhoud, dan die van
vrouwlief.
Zoals de man heeft gedacht, zou ik psy
chologisch denken willen noemen. Voor
mij altijd (ook) een vreemd gedachten-
goed maar veel minder onzinnig dan wat
de filosofie te berde heeft gebracht.
In gesprekken met co-assistenten had ik
al snel in de gaten dat medisch-heroï-
sche casuïstiek (dit zijn ziektegevallen)
hen niet of nauwelijks interesseerden. Zij
trokken er een gezicht bij van: Alles al
eens een keer eerder gehoord. Maar bij
de verhalen over patiënten, die in hun
eigen en onwezelijke gedachtenwereld
leefden, dan hingen zij aan je lippen. Met
glimoogjes of zorgelijk kijkend.
Wat maakt dit onderwerp toch zo boei
end en interessant voor hen? De herken
ning van eigen verborgen idioterie? Of
het grote veinzen van die personen die in
hun eigen wereld leven? 'Zij veinzen het
leven en gingen er daarom aan voorbij',
heb ik ergens gelezen. Ik vond en vind
dat heel mooi gezegd en heb het daarom
ook onthouden.
De filosoof gaat aan het leven voorbij. De
psycholoog probeert de achtergronden
van het eigen leven te achterhalen en te
begrijpen. Van zijn eigen leven, van haar
leven, van jouw leven, van mijn leven.
'Doe maar niet!', heb ik meerdere malen
gezegd.
(lees verder op pagina 41)
32