O alom en een wereldsensatie. Gouverneur-Generaal De Jonge stuurde de kruiser een eskader achterna en een aantal vliegtuigen. Op 10 februari laat een van de vliegboten een waar schuwingsbonn vallen; maar die wordt een voltreffer. De muiterij drijft het grootste deel van de Nederlanders op Java op één hoop: voor het paleis van de Gouverneur-Generaal werden vaderlandslievende betogingen gehouden. Onze gezagsdrager zwelgt in de solidariteit van de burgers en roept uit: 'Wij zullen handhaven'. In feite stak de koloniale politiek van Nederland anders in elkaar als die van de andere koloniale mogendheden: Engeland en Frankrijk. Frankrijk had het stelsel van de aanpassing: de bewoners van de koloniën moesten Fransen wor den, kregen Frans onderwijs en werden tot Fransen opgevoed. De Fransen beschouwden de inwoners van de kolo niën als Fransen en dat doen ze nu eigenlijk nog. Tegen rasmenging was geen enkel bezwaar. ben nooit geprobeerd de Javanen of Indonesiërs tot Nederlanders te maken; integendeel, wij probeerden hen in hun eigen cultuursfeer te laten. Ons huis en de Suikerfabriek Oemboel lagen aan de Grote Postweg. De Grote Postweg werd niet zomaar voor de aar digheid aangelegd, het was bittere nood zaak dat die er kwam. De Engelsen beheersten in die tijden de zeeën; de wegen die tot dan toe op Java bestonden verdienden die naam nauwelijks. Vooral in de regentijd kon geen kar vooruitko men. Toen Daendels zelf van Buitenzorg naar Semarang reisde in 1808 en dat was aan het begin van de droge moes son, deed hij daar twaalf dagen over! Dit deed hem besluiten om eerst een weg te laten aanleggen dwars over Java. Maar er waren meer redenen voor: het trans port van de produkten zoals koffie moest worden verbeterd, uit militair oogpunt was een goede weg belangrijk (Daendels was een bewonderaar van Napoleon, pro- Frans en anti-Engels dus; de noordvlakte Regentschaps-pasanggrahan Soekapoera 1932 De Engelsen daarentegen moesten van rasmenging niets hebben. Engelsen woonden niet in hun koloniën, maar kam peerden er. Gezin, vrouw en kinderen bleven veelal in Engeland en de vrouw kwam zo nu en dan eens uit gezelligheid kijken. Wat de Nederlandse koloniën betreft: wij, Nederlanders, woonden in de koloniën; wij werkten daar en voelden dat wij daar hoorden; Nederland was ver weg en kwam op de tweede plaats. Wij heb- van Java zou een gemakkelijke prooi voor de Engelse vloot zijn!) In eerste instantie werd de weg tussen Buitenzorg en Cheribon aangelegd. De bewoners van de bij de weg gelegen desa's dienden na afloop van de rijst oogst, dus in de slappe tijd, hun krachten te geven aan de aanleg van de weg. Het echt zware werk in de bergen werd in loondienst uitgevoerd waarvoor een bedrag van 30.000 rijksdaalders werd uit getrokken voor het stuk over de Megamendoeng, de Poentjak dus (thans Puncak). De reden dat deze weg over die bergke ten werd aangelegd en niet over Java's noordkust, was dat men dan geen brug gen behoefde te bouwen over de talrijke rivieren die uitmonden in de Javazee. Daendels was er vast van overtuigd dat de weg ook voor de Javanen zelf grote voordelen zou opleveren; zo schreef hij aan de Minister van Koloniën: 'verbete ring der wegen in de gevolgen tot eene werkelijke verligting van den gemeenen Javaan...zou strekken...heb ik vermeend denzelven als eene buitengewone taak, zonder kosten van het Gouvernement, naar billijkheid daarmede te kunnen belasten'. Het werk geschiedde onder toezicht van de residenten, door de Frans georiënteerde Daendels prefecten genoemd en door Koning Lodewijk die echt Hollands wilde doen: landdrosten. De weg moest een breedte hebben van twee Rijnlandse roeden (ca. 7'A meter), zodat de voertuigen elkaar ongehinderd konden passeren. De weg moest tonrond zijn en aan weerszijden voorzien van greppels, zodat het water in de west moesson niet op de weg bleef staan. Om de 400 Rijnlandse roeden (1507 meter) liet Daendels 'een paal stellen' zodat reizigers de afstanden konden afle zen en men de plaatsen voor onderhoud van de weg kon aangeven. Hieraan wordt het woord paal ontleend dat een afstand van 1507 meter aangeeft (Pal in het Javaans). De hele Postweg werd in twee jaar aan gelegd behalve het stuk over de Megamendoeng, dat wat meer tijd verg de. Over deze Postweg heb ik heel wat gere den van ons huis naar school en terug; ook onze laatste gang in die tijd ging over de Grote Postweg van Sf Oemboel naar Soerabaja; het was november 1935. Ik herinner me nog de laatste nacht in ons huis; ik kon niet zo goed slapen want ik wist dat het de laatste nacht in Indië zou zijn; uit de desa hoorde ik gamelan- muziek, die een machtig mooi decor vormde voor de door het maanlicht beschenen sawahvelden en het Tenggergebergte achter ons huis. De lucht was doortrokken van de zoete aroma van het suikerrietsap. De laatste drie regels waren en zijn de kern van het geheim van de suikerfabriek Oemboel. Oemboel bestaat niet meer, maar het mysterie van de aantrekkings kracht van Java blijft bestaan. 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 22