theater is altijd verwant aan het wayang-
theater dat werd ontwikkeld onder de
bescherming van de oude Javaanse vor
stenhoven. Nog steeds is dit het meest
opvallende en meest invloedrijke voor
beeld van het Indonesisch theater. Er zijn
verschillende wayangvormen die elk in
verschillende delen van Indonesië wor
den opgevoerd. Het wayangtheater heeft
geen geschreven dialoog en er wordt nog
steeds gesproken in de plaatselijke,
regionale taal, liever dan in het
Indonesisch. Er zijn een aantal varianten
in het wayangspel te onderscheiden:
Wayang kulit
Deze vorm, waarschijnlijk de meest
bekende stijl van het wayangtheater, ont
wikkelde zich ergens tussen de achtste
en tiende eeuw na Christus. De meest
kenmerkende versies van verhalen uit de
voorindische heldendichten Ramayana
en de Mahabharata worden door een
dalang (poppenspeler) verteld die zijn
platte, leren poppen (van de huid van een
waterbuffel) gebruikt achter een scherm
dat ook aan dezelfde kant verlicht is. Het
publiek kan alleen de schaduwen zien
van de ingewikkelde poppenconstructies
die op het scherm worden geprojecteerd.
Zij kunnen de spectaculaire kleuren van
de poppen niet zien; die zijn voorbehou
den aan de dalang en de leden van het
gamelanorkest, dat het verhaal en
gezang van de dalang begeleidt. De
avontuurlijke verhalen variëren van die
van de Prins Arjuna, die schitterend
hoog-Javaans spreekt, tot die van de vier
Punakawan clowns, die in de volkstaal
spreken. Een verdeling in maat
schappelijke klassen die goed vergeleken
kan worden met de toneelstukken van
Shakespeare, waar de hogere klassen in
dichtvorm spreken, terwijl de clowns en
de werklieden het streekdialect gebrui
ken. Wayang kulit wordt voornamelijk op
Java en Bali uitgevoerd, waar de voor
stelling gewoonlijk om ongeveer negen
uur 's avonds begint en pas eindigt om
zes uur 's morgens, wanneer de zon
opkomt en het effect van licht en scha
duw verdwijnt.
Wayang golek
Dit is een wayangstijl uit de negentiende
eeuw en wordt opgevoerd met drie
dimensionale poppen die in prachtige
kostuums zijn gekleed en die gezichten
hebben die op schitterende opgemaakte
maskers lijken. Zij zijn minder gestileerd
en meer individualistisch dan de wayang
kulit. De wayang golek toneelstukken
gaan vaak over de komst van de islam in
Indonesië. De dalang vervult hier dezelf
de rol als die van de wayang kulit, maar
hij gebruikt geen scherm dat aan de ach
terkant is verlicht, maar een opening op
het toneel dat enigszins doet denken aan
een poppenkast met Jan Klaassen en
Katrijn. Ook hier zit het gamelanorkest
achter de dalang.
Deze vorm van wayang wordt dikwijls
overdag opgevoerd en gaat over wereld
lijke zaken. De voorstelling mist de magi
sche atmosfeer van de wayang kulit met
zijn licht- en schaduweffecten. Deze vorm
van wayang wordt alleen op Java opge
voerd, voornamelijk in de gebieden rond
Jakarta en Bandung.
Wayang orang
Bij deze vorm van wayang wordt de voor
stelling door acteurs en dansers uitge
voerd. De voorstelling, hoofdzakelijk een
dansdrama, ontwikkelde zich in de acht
tiende eeuw uit de wayang kulit. Ook hier
komen de verhalen uit Indonesische
varianten op de Ramayana en
Mahabharata.
Ook wayang orang wordt voornamelijk op
Java en Bali opgevoerd, waar de voor
stellingen op een voortoneel worden
uitgevoerd met werkelijk schitterende
decors. De mooi aangeklede acteurs en
dansers worden begeleid door een game
lanorkest. De lengte van de voorstelling
wordt tegenwoordig beperkt tot drie uur.
De acteurs en dansers imiteren de plat
heid van de wayang kulit, vandaar de
naam wayang orang (menselijke pop
pen).
Wayang topeng
Dit is de maskerdans van Bali, ofschoon
deze ook wordt vertoond in Oost-Java.
De voornaamste figuren dragen volledige
maskers, terwijl de clowns halve maskers
dragen. Men zegt dat sommige maskers
magische krachten bezitten en van de
oudste maskers wordt beweerd dat zij
afkomstig zijn van Oost-Java uit de
middeleeuwse Mojopahit periode.
Wayang klitik en wayang krucil uit
Midden-Java maken gebruik van houten
poppen met menselijke vormen. Zij voe
ren Arabische, Perzische, voorindische
en Chinese verhalen op uit de Mojopahit-
periode. Veel andere regionale variaties
van het wayangtheater komen elders in
Indonesië voor. Enkele variaties zijn: de
wayang ronggeng en de wayang golek
purwa in West-Java; de wayang madya
(leren poppen vertellen verhalen over his
torische koningen) in Midden-Java; de
wayang wong, een populaire variatie van
de wayang orang in Yogyakarta; en de
wayang parwa op Bali.
Het stadstheater
Zo'n honderd jaar geleden ontwikkelde
zich een ander soort theater, het populai
re stadstheater of stadstoneel dat onder
één noemer is samen te vatten: teater
rakyat. Net als bij het wayangtheater is
ook hier geen geschreven script en wordt
de streektaal gesproken. Maar bij het
klassiek wayangspel is het taalgebruik
zeer verfijnd (halus), terwijl bij het teater
rakyat de taal eenvoudiger is en van een
lager niveau (kasar). Dit komt omdat de
voorstellingen van dit theater gericht zijn
op een minder ontwikkeld publiek. Deze
vorm van streektheater, of wat James
Peacock in zijn schitterende boek Rites of
modernization: symbolic and formal
aspects of Indonesian proletarian drama
'proletarisch' noemt, varieert sterk per
gebied.
Het teater rakyat kent verschillende stij
len, maar wat zij alle gemeen hebben is
het gebruik van streektaal, het ontbreken
van een script en het feit dat de voorstel
lingen elke avond worden gegeven door
beroepsartiesten voor de lagere sociale
groepen in de samenleving, zowel in de
desa als de kampong. De toneelstukken
zijn gebaseerd op bekende verhalen of
gebeurtenissen uit het dagelijks leven. Er
is geen vaste tekst voor het stuk, alleen
de intrige staat vast. De voornaamste
ontwikkelingen in het stuk worden vóór
de voorstelling afgesproken en de details
worden op het toneel geïmproviseerd.
Deze improvisatie kan grotendeels in de
vorm van een dialoog zijn, zoals in
lenong (Westjavaans volkstoneel) of
ludruk (Oostjavaans volkstoneel), of deze
improvisatie is afhankelijk van een dans
of een lied, zoals bij arja (Balisch volksto
neel). De voorstellingen worden meestal
begeleid door muziek, zowel traditionele
als westerse muziek, of er zitten muzikale
intermezzi in. Er zijn vaste, soms uitge
breide kostuums voor de acteurs.
Ketoprak, dat in de jaren twintig is begon
nen, is het theater van Midden-Java. In
Midden-Java geven zo'n dertig groepen
met beroepsartiesten uitvoeringen in
grote steden als Yogyakarta, Surakarta,
Semarang en Magelang. De Yogya-
variant, het bijzonder populaire ketoprak
plesedan, brengt dwaze en komische
voorstellingen. Er worden veel woord
spelingen gebruikt. Op de avond van de
voorstelling worden de hoofdpunten van
het scenario opgeschreven op een stuk
papier en ergens achter de schermen
opgehangen. De spelers moeten op deze
vastliggende regels improviseren,
ofschoon de karakters vaak stereotiep
zijn. Deze vorm van toneel lijkt heel veel
op het vroegere westerse vaudeville
(variété voorstelling). Bij ketoprak werd
de muziek meestal gespeeld op eenvou
dige, plaatselijke instrumenten, maar in
1927 werd door de toevoeging van een
gamelanorkest een formeel tintje aan de
avond gegeven.
(wordt vervolgd)
25