EEN WEERZIEN NA 63 JAAR HET VERHAAL VAN DE BROERS HENK EN FRITS HOYER Moesson Terimah Kasih Banyak! Merci Beaucoup. Wie zou het maandblad Moesson zo dankbaar zijn en waarom? Mijn naam is Shéhérazade Hoyer-Barthel. Van beroep ben ik free-lance tolk te Strasbourg in Frankrijk, waar ik ook in de Raad van Europa regelmatig als tolk werkzaam ben. Ik bezit de Franse natio naliteit, maar daarnaast voel ik mij ook een beetje... Indisch door de afkomst van mijn vader. Mijn vader Henk Hoyer is geboren in 1911 te Lebong Soelit op Sumatra in Nederlands-lndië, waar ook zijn zuster Felicitas (Benkoelen) en zijn broer Oskar (Batavia) zijn geboren. Mijn grootmoeder Marie-Henriëtte is geboren te Makassar uit het huwelijk van de reder Robert Görtz en Sahara een prinses van Goa op Celebes. In 1921 hebben mijn grootou ders zich in Den Haag gevestigd aan de Mauvestraat en later de Jan van Nassaustraat. In 1925 werd daar mijn oom Frits geboren. Voor 'Fritsje' was de oudste broer Henk altijd zijn bescherm engel. In 1931 is mijn grootvader Otto Hoyer gestorven. Mijn grootmoeder Marie-Henriëtte is in 1932 met mijn ooms Oskar en Frits naar haar zuster Liesbeth in Batavia teruggegaan. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is nog regelmatig schriftelijk kontakt geweest. De grote misère kwam na afloop van de oorlog in 1945. Mijn vader heeft van een officiële instantie te horen gekregen dat oom Oskar als reserve-luitenant bij een troepentransport was verdronken en dat mijn grootmoeder in het kamp zou zijn gestorven. Van mijn oom Frits en tante Felicitas ontbrak elk spoor. Na de oorlog heeft mijn vader mijn moe der, van Pools-Franse afkomst, in Nederland ontmoet. Uit dit huwelijk ben ik geboren. Mijn ouders hebben zich vervol gens in Frankrijk gevestigd in de buurt van Toulouse, waar ik een gelukkige jeugd heb gehad. In Frankrijk was er voor mijn vader geen enkele mogelijkheid het Indische verleden met anderen te delen. Er was er maar één op wie hij zijn Indische belevenissen kon overdragen en dat was zijn kleine prinses en dat heeft hij ook gedaan. Voor mijn vader was het echt triest na de oorlog te hebben moeten ervaren geen enkel familielid meer over te hebben. In de loop der jaren had mijn vader zich er min of meer bij neergelegd ooit nog een familielid te treffen. Dit gevoel werd bevestigd na ons bezoek aan Indonesië in 1991. Eigenlijk een Pulang Kampung voor mijn vader met de vage hoop ooit nog iets van zijn naaste familie te mogen ervaren. Bij toeval kregen wij in Jakarta het telefoonnummer van een jeugdvriend van oom Frits. Alles wat deze Bapak van Chinese afkomst ons kon vertellen was dat oom Frits in 1942 het huis in Batavia had verlaten en naar Bandoeng was gegaan. Aan hem had oom Frits zijn hond afgegeven, die hij echter nooit meer is Voor het volgen van de taalcursussen kon ik kiezen uit Amsterdam of Den Haag. In 1993 voor mij geen moeilijke keuze... Den Haag natuurlijk, want daar hebben mijn grootouders en mijn vader gewoond. Het is zomer 1993 en in mijn hotelkamer heb ik in het telefoonboek van Den Haag naar Hoyers gezocht. Het waren er vier. Kan ik misschien de verloren familieleden treffen? Zouden zij dan toch nog in leven zijn? Zijn het misschien nabestaanden van oom Frits of van tante Felicitas... wie weet? komen afhalen. Voor ons was dat een heel trieste ervaring en eigenlijk vervloog elke hoop die wij nog hadden. Vanwege mijn Indische achtergrond heb ik naast mijn specialisme in Frans en Duits voor Nederlands als extra taal gekozen, alhoewel in eerste instantie andere Europese talen zoals Italiaans en Spaans meer voor de hand lagen. 'Indië' vind je toch in Nederland en van mijn vader leerde ik bovendien een beetje Nederlands. Ik heb mij de eerste paar dagen met het telefoonboek in de hand werkelijk zitten verbijten. Zal ik bellen, of niet... ofwel of niet? Zo goed beheers ik het Nederlands nu ook weer niet dat ik mij direct ver staanbaar kan maken. Misschien worden de mensen bingoeng van mij? Maar als ik niets doe gebeurt er verder ook niets. 'Ajo lekas' zei mijn vader altijd... Dus ajo dan maar... Ik kreeg eerst Maureen Hoyer aan de lijn, die mij niet verder kon helpen. Maar zei Maureen, ik zal je het nummer van mijn vader geven, die heeft een hele 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 23