O
Let op!
stamboom van de Hoyers gemaakt.
Hopelijk kan hij jou wél verder helpen.
Dus draaide ik het nummer van Kolonel
b.d. P.A. Hoyer (nu oom Piet voor mij...
hoe kan het ook anders!). Helaas bleken
wij geen enkele familierelatie te hebben
en was het gesprek eigenlijk ten einde,
maar gelukkig zei oom Piet: 'Wij zijn ook
Indische Hoyers en zouden het toch erg
leuk vinden om nader kennis met je te
maken. Mijn dochter Cherna is lerares
Frans en zij kan eventueel als tolk funge
ren. Je bent in ieder geval van harte wel
kom.' En ik ben gegaan. Mampir noemt
men dat. Mijn eerste kennismaking met
de Indische gastvrijheid! De betekenis
van de woorden selamat datang en sela-
mat makan die mijn vader mij leerde wer
den mij bij dit bezoek volledig duidelijk.
De resterende dagen vergeet ik nooit
meer. Straks thuis in Frankrijk had ik heel
veel te vertellen. Mijn vader zou genieten
ondanks het feit dat ook alle andere
'Haagse Hoyers' geen familie bleken te
zijn.
In de zomer 1994 heeft Cherna mij uitge
nodigd in plaats van in een hotel bij haar
en haar 'suami' Sven een aantal dagen te
logeren om mijn kennis van het
Nederlands te onderhouden en te verbe
teren. Voor mij was deze uitnodiging een
'bijna vreemde' zo maar te laten logeren
compleet nieuw. De Indische gastvrijheid
begreep ik blijkbaar toch niet zó goed.
Maar nu weet ik wel beter. Weer had ik
een onvergetelijke tijd. Via Sven - Deen
se Indo - heb ik mijn kennis van het
Bahasa Indonesia aanzienlijk uitgebreid.
Vroeger leerde ik van mijn vader alleen
wat Maleise woorden.
Nog wat over mijn vader. De Franse kin
dertjes kregen altijd van hun vader een
kus. Ik nóóit. Mijn vader snoof altijd aan
mijn wang of aan mijn hoofdhaar en ik
begreep maar niet waarom hij mij zijn
genegenheid op die manier moest tonen.
Bij Sven en zijn anak mas zag ik op een
gegeven ogenblik hetzelfde. Voor mij een
zeer verrassende gewaarwording. Toen
zij mij uitlegden dat het een Indische
gewoonte is vond ik dat... heerlijk!!
Op een avond na de rijsttafel heb ik Sven
en Cherna het trieste verhaal verteld van
de familie van mijn vader, dat oom Frits
en tante Felicitas onvindbaar waren. Na
het verhaal aangehoord en verwerkt te
hebben zeiden Sven en Cherna:
'Waarom zouden wij geen advertentie
plaatsen in het familieblad Moesson
onder de rubriek 'Wie, Wat, Waar,
Wanneer? Je kunt nooit weten. Dan heb
je in ieder geval het gevoel dat je al het
mogelijke hebt gedaan en mochten zij
niet meer leven melden zich misschien
nabestaanden.' En zo geschiedde.
Bij de selamatan in Strasbourg had ik
opnieuw heel veel te vertellen. Ik had
namelijk mijn vrienden en kennissen in
Frankrijk, die inmiddels op de hoogte
waren van mijn Indische betrokkenheid,
bij terugkeer een 'echte selamatan'
beloofd. Daarvoor heb ik Toko Djadi zo'n
beetje leeg gekocht en er was die dag
geen kwee, lemper en bahpao-pedis
meer te koop! De Fransen hebben geno
ten!! De Franse keuken is niet slecht,
maar boven 'de Indische dapoer' gaat
betul niets!
Tijdens het bezoek van oom Piet, tante
Mary, Cherna en Sven (onze Indische
familieleden yang baru) aan ons in
Strasbourg zijn de gegevens verstrekt
voor de te plaatsen advertentie.
Mijn ouders hebben al die jaren gebeden
alsnog tenminste één familielid in leven te
mogen aantreffen. Maar zoals gezegd
mijn vader had zich er reeds mee ver
zoend nooit meer iets van zijn familie te
horen. Dat is het noodlot volgens hem,
maar mijn moeder is er altijd in blijven
geloven dat oom Frits ergens op aarde
nog in leven moest zijn!
In het Novembernummer 1994 is de
advertentie verschenen. Twee dagen
later kwam een reactie van Erik van
Rooy, die oom Frits in oorlogstijd had
meegemaakt. Oom Frits kwam regelma
tig bij hen aan huis. In de bersiaptijd zijn
zij elkaar helaas uit het oog verloren.
Maar via een aantal omwegen had Erik
nog vernomen dat oom Frits in 1952 in
Palembang moet hebben gewoond.
Samen met een foto van de achttienjarige
oom Frits uit het van Rooy Archief waren
het voor mijn vader zeer emotionele
ervaringen dat zijn broertje Frits, die hij
als zesjarige voor het laatst had gezien
en reeds lang dood gewaand had tenmin
ste in 1952 nog in leven was. Er zijn nog
een aantal heel sympathieke reacties
geweest, die echter geen direct resultaat
opleverden. De maanden verstreken en
inmiddels werd het januari 1995, het werd
februari, het werd maart... en nog maar
steeds geen reactie totdat... op een zater
dag avond eind maart Edith Leeflang
geboren Schweichler vanuit Wijchen naar
Cherna en Sven belde. Haar broer Alex
net terug uit Brazilië was bij haar gelo
geerd en las de achterstallige Moessons
door, waarbij hij op onze advertentie stuit
te. Hij had namelijk jarenlang met een
Frits (J.F.V.) Hoyer in Brazilië gewerkt,
die hij ook al vóór de oorlog uit Batavia
kende. Uit gegevens van meneer
Schweichler (zeg maar Alex) kon het niet
anders zijn, dat deze Braziliaanse Frits
Hoyer onze oom Frits moest zijn.
En dat was ook zo.
Oom Frits leeft inderdaad nog. Sinds
1955 woont hij in Brazilië. Voor ons en in
het bijzonder voor mijn vader een fantas
tisch bericht. Oom Frits en Pappie heb
ben al een aantal malen telefonisch kon-
takt gehad en... na 63 jaar zullen de
beide broers elkaar terugzien.
Na de oorlog had de twintigjarige oom
Frits nog hoop om zijn zuster Felicitas en
broers Oskar en Henk terug te zien. Zijn
moeder Marie-Henriëtte was reeds in
1940 gestorven en oom Frits was pas vijf
tien jaar oud. Van een officiële instantie
kreeg hij informatie over oom Oskar, dat
tante Felicitas bij een vliegtuigtransport
was neergestort en mijn vader als vermist
was opgegeven. Toen tante Liesbeth in
1947 overleed had hij echt niemand
meer.
Nu in 1995 heeft hij zijn oudste broer
Henk terug!!!
Adoeoehh... En dan te bedenken dat Alex
ons niet eens had willen bellen. Hij was
van mening dat wij oom Frits toch al had
den gevonden, omdat de advertentie
reeds vier maanden oud was. Maar
gelukkig heeft zijn zuster Edith doorgezet.
Edith en Alex, merci.
Onze familie is uitgebreid met oom Frits,
zijn vrouw en acht kinderen. Als je na de
oorlog helemaal geen familie meer hebt
en helemaal alleen bent dan geldt dua
anak cukup niet zegt oom Frits. Hij wilde
een grote familie stichten en dus geen KB
(keluarga berencana) voor hem, maar KA
(Keluarga Alam; alam de natuur).
Overigens als de familie van oom Frits in
Brazilië lekker wil eten maakt hij
Ajam-Goreng klaar naar een recept dat
hij ooit in 1965 uit de Tong Tong heeft
gehaald. Sinds kort heeft oom Frits van
ons een abonnement op Moesson gekre
gen, waarin hij naast informatie ook nieu
we recepten kan aantreffen en.... 'Ik
beleef mijn Indische verleden weer' heeft
oom Frits ons geschreven.
Nogmaals Moesson Terimah Kasih
Banyak. Merci beaucoup.
Shéhérazade Hoyer-Barthel
Strasbourg, juli 1995
(advertentie)
De enige echte Indische saucijzen van
H. v. Olphen zijn op de Haverkamp
(Mariahoeve) alleen verkrijgbaar bij de
GROENTEMAN
H. VAN OLPHEN.
Tevens BABAT - PAROE - LIMPA en
OETAK
Tel. 070 - 383 96 99
24