PLANTEN UIT DE TROPEN Cyperus Papyrus DOOR NETTY SELDER Parapluplant Papajoengan Familie: Cyperaceae Cypergrasachtigen De Cyperacea zijn een zeer grote familie van voornamelijk overblijvende en enkele éénjarige grasachtige kruiden. Het Griekse woord 'kypeiros' is afgeleid van Cyperus. Papyraceus betekent 'papier voortbrengend'. Er zijn 600 soorten van deze familie. De Cyperus papyrus komt oorspronkelijk uit Madagaskar en heeft gevlochten zoals vroeger op de kleuter school matjes werden gevlochten. Het vlechtwerk wordt geperst en in de zon gedroogd. Daarna worden de matjes glad gestreken. Het zo ontstane papier wordt niet gelijmd en kan daarom maar aan één kant gebruikt worden. In Noord-Afrikaan se landen zijn vaak schilderijen te koop zich verspreid in tropen en subtropen. Langs de rivier de Nijl groeien kilometers lang papyrusplanten. Ze kunnen meters hoog worden. Men zegt wel een meter of acht. Deze planten werden 3500 jaar vóór Christus al gebruikt om er papier van te maken, daarvoor haalde men het merg uit de stelen. Deze kern wordt ver volgens in dunne repen gesneden en kruisgewijs over elkaar gelegd. Eigenlijk die op dit papier zijn geschilderd, meestal met Egyptische afbeeldingen. De Griekse aanduiding voor het stroken materiaal is 'byblos', een woord dat in een bibilion (=boek) bewaard is gebleven. Veel Cyperussoorten zijn rijk aan zetmeel en olie in de wortelstokken. De wortel stokken kunnen gegeten worden. Bij allerlei buikaandoeningen wordt een aftreksel gemaakt van de wortelstokken dat in warme melk wordt opgedronken. Een smeersel tegen gewrichtspijnen wordt gemaakt van geraspte wortelstok ken gemengd met brandspiritus of alco hol. Van de bast maken ze manden, mat ten en touw. Deze kruisachtige moerasplant houdt van warmte en zon. Uit de stevige in het slik kruipende wortelstokken komen de afge ronde driekantige stengels. De stengels zijn behoorlijk dik en kunnen acht meter lang worden. Aan de top van de stengels staan de grote bolvormig uitstralende schermen met plusminus 100 witachtige bloemen, telkens drie aartjes bij elkaar. Daaronder de kransstandige fijne en lange groene of geelgestreepte lijnvormi ge bladeren, met de buitenste overhan gende bloeiwijze een sierlijk geheel vor mend. De planten kunnen door middel van de sterke uitlopers vermenigvuldigd worden en zijn gemakkelijk te splitsen. In Nederland zijn deze moerasplanten moei lijk te houden. In de eerste plaats hebben ze veel licht en zon nodig. Het is eigenlijk een plant voor de warme kas. Toch kan ze in warme zomers met pot en al in de vijver worden gezet. Maar eerst moet ze langzaam wennen aan de zon en de bui tenlucht. Planten die binnen blijven kun nen twee meter hoog worden. Ze moeten in een grote plantenbak staan, eerst een laag aarde, dan een laag kiezels, daarna een laagje water. Staat de plant te droog dan worden de stengels slap en kan ze rode spint krijgen. Cyperusplanten die gemakkelijk in de huiskamer kunnen worden gehouden zijn de lagere soorten zoals de Cyperus ulbo- variegatus die bladeren met witte strepen heeft. De Cyperus diffusus (wijd vertakt) is wat gedrongener van vorm dan de Cyperus albovariegata maar bloeit gemakkelijker. Aan het eind van de sten gel spreiden zich de bladeren als een paraplu. Deze Cyperus houdt niet van onder water staan, maar moet wel goed vochtig worden gehouden. Katten zijn dol op de blaadjes. Men noemt deze plant daarom kattegras. De plant vormt scheu ten met eigen wortels die verplant kunnen worden. De Cyperus altermifolius (met verspreide bladeren) is 40 tot 90 centimeter hoog en heeft lange smalle puntige bladeren. Ze is kleiner dan de Cyperus diffusus en houdt van meer warmte, maar kan koelte toch verdragen. Deze Cyperus kan gestekt worden. Snij de parapluutjes af met een 10 centimeter lange stengel, hal veer de smalle blaadjes en zet deze rozetjes in het water totdat de sprietjes uitkomen. Dan kunnen de jonge plantjes gepot worden. Cyperus planten moeten vaak besproeid 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 36