MSWfML Ketoet Tantri en Pramoedya Ananta Toer Stichting Oud-Jakarta De Tienduizend Dingen van Maria Dermoüt Lambert Giebels overhandigt het eerste exemplaar van Opstand in het paradijs aan Lilian Ducelle. Foto: Peter van Wiechen Op donderdag 17 augustus werden bij boekhandel Van Stockum twee nieuwe uit gaven van uitgeverij De Geus ten doop gehouden: Opstand in het paradijs van Ketoet Tantri en De stroom uit het noorden van Pramoedya Ananta Toer. Eerst Ketoet Tantri. Wat moetje zeggen over deze vrouw en haar autobiografie? In een notedop komt haar verhaal hier op neer: Haar echte naam was Vanine Walker, ze werd geboren in Glasgow in 1899, groeide op in Schotland en emi greerde later naar Amerika. In 1933 vestigde zij zich op Bali en nam daar de Balische naam Ketoet Tantri aan. Ze wist tijdens de Japanse tijd vrij lang buiten het kamp te blijven, maar werd in juni 1943 toch gearresteerd op verdenking van spionage. In 1945 koos ze partij voor de Republiek. Als radiospreekster voor zen der Pemberontakan van Bung Tomo zou ze zich in Soerabaja gehaat maken bij de Nederlanders. De Britten gaven haar de bijnaam 'Surabaya Sue'. Haar ver haal, Revolt in paradise, verscheen voor het eerst in 1960. Maar wat is er eigenlijk van waar? Dat kwam ter sprake bij de introductie van de Nederlandse vertaling, die door drie sprekers werd ingeleid: Lambert Giebels, Rudy Kousbroek en Lilian Ducelle. Dat de schrijfster het in haar autobiografie met de waarheid niet zo nauw neemt werd nog eens bevestigd. Lambert Giebels, die het boek samen met Jan Beerens, Peter van Wiechen en Ineke Wortelboer heeft vertaald, meent dat juist het pro-Indonesische standpunt, het boek de moeite van het lezen waard maakt. Het boek is 'faction', zei hij, zonder duidelijk te maken wat hij daarmee nu precies bedoelt. Ook de tweede spreker, Rudy Kousbroek, ontkende niet dat het een fantasierijke autobiografie is, maar door de anti-Nederlandse opstelling van de schrijfster heeft het boek zijn sympathie. Lilian Ducelle, tenslotte, deed verslag van een (onaange name) persoonlijke ontmoeting met Ketoet Tantri in Soerabaja. 'Ze was een naar en lelijk mens', zei Lilian, 'ze leek op Youp van 't Hek'. Volgens haar is Opstand in het paradijs vooral geschikt als ontspanningslectuur voor het slapen gaan. Jammer dat de presentatie van het tweede boek, hier wat bleek bij afstak. De stroom uit het noorden van Pramoedya Ananta Toer verdient eigenlijk een eigen presentatie. Het boek, dat in Indonesië verboden is, is onderdeel van een veel groter project van de schrijver: een geschiedenis van Indonesië in de vorm van historische romans waarin fantasie en feiten met elkaar verweven zijn. Wat dat betreft is er bij Pramoedya Ananta Toer tenminste geen onduidelijkheid over vorm en inhoud (ML). In april 1991 werd in Nederland de Stichting Oud-Jakarta opgericht, een stichting die zich inzet voor het behoud en het herstel van het cultureel-histori- sche erfgoed, zowel van Indonesische als van Nederlandse oorsprong, in de Indonesische hoofdstad Jakarta. De Stichting Oud-Jakarta streeft ernaar de publieke aandacht in Nederland voor deze culturele nalatenschap te vergro ten. Bovendien worden fondsen geworven voor studie- en restauratie projecten in Jakarta en wordt deskundige begeleiding gegeven bij de uitvoering ervan. De Stichting Oud-Jakarta is voor haar inkomsten afhankelijk van de steun van particulieren, bedrijven en instel lingen, die zich met dit streven kunnen verenigen. Toekomstige donateurs en belangstellenden kunnen een (gratis) informatiebrochure aanvragen bij de secretaris van de stichting, Prof.dr. M. van der Ploeg, Fruinlaan 2, 2313 ER Leiden, tel. 071-146090 en fax 071- 276180. Voordrachtkunstenares (wat een lang woord) Ingeborg Uijt den Bogaard draagt op 22 en 23 september in Literair Theater Branoul, Maliestraat 12 in Den Haag, voor uit Maria Dermoüts meesterwerk De Tienduizend Dingen. Het verhaal speelt zich af op het eiland Ambon, en evenals de zee die erom heen ligt slechts weinig prijs geeft van de mysterieuze wereld die zij in de diepte verborgen houdt, zo ligt onder de rust en het beheerste ritme van het verhaal de onderliggende stroom van een onherroepelijk noodlot. Ingeborg Uijt den Bogaard speelde van 1954 tot 1967 bij de toneelgroep Studio in Amsterdam en trad daarna op als freelancer voor film, televisie en radio. Naast Maria Dermoüt is er in Theater Branoul de komende maanden aandacht voor Multatuli, Hella Haasse en Tjalie Robinson (zie de evenemen tenagenda op pagina 48).

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 6