Sukarno en Hatta, nu vrijgelaten uit
gevangenschap, zagen samenwerking
met de Japanners als een weg naar de
nationale vrijheid. Sjahrir verfoeide de
Japanse fascisten en wachtte hun neder
laag af. Toen die een feit was, dwongen
jonge nationalisten (pemuda's) Sukarno
en Hatta de Republiek Indonesië uit te
roepen (17 augustus). Pas in september
verscheen een Brits generaal om het mili
tair bestuur over te nemen; 80.000
Nederlanders zaten toen nog steeds in
de kampen.'
Sommige auteurs kozen voor een exclu
sieve belichting van een bepaald aspect
van die periode, zoals in Andere tijden
(1992):
'De Japanners speelden een spelletje
met de inheemse bevolking. Ze deden
alsof ze Indië kwamen bevrijden van de
koloniale overheersers. Maar in werke
lijkheid gedroegen ze zich als spijkerhar
de uitbuiters. Van de inheemse bevolking
werden er miljoenen gedwongen tot wer
ken voor de Japanners. Het lot van de
dwangarbeiders (romoesja's) was
afschuwelijk. Tegelijkertijd roofden de
Japanners wat ze konden. Er ontstond
toen in het laatste oorlogsjaar hongers
nood en gebrek aan medicijnen, vooral
op Java. Naar schatting zijn er van de 50
miljoen Javanen tussen de twee en
tweeëneenhalf miljoen omgekomen als
gevolg van de Japanse bezetting!
Voor de Nederlanders in Nederlands-
Indië was het ook een ellendige tijd. De
bijna 100.000 landgenoten werden opge
sloten in kampen. De mannen zaten bij
de mannen, de vrouwen bij de vrouwen,
de kinderen tot een bepaalde leeftijd bij
de moeders. De kampen waren aan de
ene kant anders dan de Duitse concen
tratiekampen, waar mensen naar toe
gestuurd werden om vernietigd te wor
den. Aan de andere kant behandelden de
Japanners de gevangenen zo slecht dat
14% van de burger-gevangenen om het
leven is gekomen. Het sterftecijfer onder
de gevangen genomen militairen was
veel hoger. Een groot deel van hen bleef
niet in het kamp, maar werd als dwangar
beider ingezet bij o.a. de aanleg van de
Birmaspoorweg. Van hen is 25% omge
komen.' 4)
Politieke geschiedenis
In weer een ander werk Geschiedenis in
onderwerpen (1976), waarin negen pagi
na's zijn gewijd aan het onderwerp
'Soekarno, opkomst en val van een volks
leider', is de aandacht vrijwel volledig
gericht op de politieke geschiedenis:
'In de Japanse tijd raakten de nationalisti
sche leiders in heel het deel van Zuid-
oost-Azië dat door Japan was bezet in
De auteur van dit artikel Tom van der Geugten, voor het proclamatiemonument
een moeilijk parket. Japan beloofde hen
nationale zelfstandigheid. Ook aan de
Indonesische leiders werden zulke belof
ten gedaan. De verstandigsten, zoals
Soetan Sjahrir, trapten er niet in. De
ongeduldigen, naïeven of eerzuchtigen,
zoals Soekarno wel. Ze werkten mee aan
de Japanse anti-geallieerde propaganda.
Ze hadden misschien hun grote twijfel,
maar ze steunden de Japanse pogingen
om Indonesië in de "Groot-Aziatische
Welvaartssfeer" (het Japanse economi
sche systeem) in te lijven. Was niet
Japan bereid de Indonesiërs een veel
grotere rol te geven in de zaken van hun
land dan ze onder de Nederlanders ooit
hadden gehad: in het regeringsapparaat
tot in de hoogste posten, in het leger en
in het comité ter voorbereiding van de
komende onafhankelijkheid. Toen de mili
taire toestand voor Japan in Zuidoost-
Azië veel ongunstiger werd, kwam er van
de beloften tot spoedige onafhankelijk
heid niets terecht, waardoor de goede be
trekkingen van de Indonesische leiders
met de Japanners verkoelden. De
Indonesische nationalisten stonden voor
een dilemma. Moesten ze zelf dan maar
tot het uitroepen van hun eigen onafhan
kelijkheid overgaan en wel voordat het
koloniale gezag van Nederland in Indo
nesië zou zijn hersteld? Soekarno en zijn
naaste medewerker Mohammed Hatta
aarzelden. Toen werden ze door radicale
jongerengroepen onder druk gezet, ont
voerd zelfs om hen te dwingen Indonesië
onafhankelijk te verklaren. Ze deden het
als president en vice-president van de
nieuwe republiek op 17 augustus 1945.' 5)
Minder etnocentrisch
Vanaf omstreeks 1975 is de
dekolonisatiegeschiedenis van Indonesië
in een toenemend aantal schoolboeken
niet behandeld als onderdeel van
Nederlandse geschiedenis, maar in een
apart deel over Indonesië of over de
dekolonisatie in het algemeen. Deze ont
wikkeling kwam voort uit een toenemend
besef over het etnocentrisme in
Nederlandse schoolboeken. Steeds meer
auteurs probeerden om dit soort histori
sche onderwerpen evenwichtiger te
beschrijven, dat wil zeggen uit meer dan
alleen het eigen perspektief. Ter illustratie
een fragment uit Sporen (1993), waarin
wordt uitgegaan van de proclamatie in
1945. Bij de periodisering is rekening
gehouden met zowel het Indonesische
als het Nederlandse perspectief:
1. De koloniale tijd: het land was toen een
Nederlandse kolonie. Het werd Neder-
lands-lndië genoemd. Dat duurde tot
1942, toen Indonesië door de Japanners
werd bezet.
12