DE BRUINE BUS GAAT DICHT BIJ DE VOORPLAAT Semarang, 25 november 1945 Voormalig geïnterneerden worden aan boord geholpen van een landingsvaartuig (L.C.T.) dat hen naar het Japanse schip Simaru Maru zal brengen voor transport naar Batavia. Deze unieke foto is gemaakt door de Engelse luitenant David Soltau, die toen hij dit vastlegde pas vijfentwintig jaar oud was. David Soltau maakte deel uit van een RAPWI-team, dat na de Japanse capitulatie met een parachute boven Java werd neergelaten om contact te leggen met de interneringskampen. Tijdens zijn ver blijf op Java heeft hij veel foto's gemaakt, waarvan een aantal is opgenomen in het boek Semarang, Beeld van een stad, dat deze maand bij uitgeverij Asia Maior zal verschijnen. Deze maand is het vijftig jaar geleden dat de bersiap begon, de eerste en meest gruwelijke fase van de Indonesische revolutie. In de komende nummers wordt aan deze traumatische periode aandacht besteed. In dit nummer geven R.J. van Meerten en Vicky Kaulbach hun persoonlijke ervaringen in deze dagen weer. Nog steeds wordt er weinig gepubliceerd over de belevenissen van de (Indische) Nederlanders tijdens de bersiap, uitzonderin gen zoals Mary van Delden's Bersiap in Bandoeng en A.C. Broeshart's Dagboek over de Bersiaptijd in Soerabaja daarge laten. Daardoor is het beeld van deze periode nog steeds ver ward en uiterst onduidelijk en dreigen de Indische Nederlanders ook in de geschiedschrijving van het Nederlands-Indonesische conflict tussen wal en schip te vallen. Redactie BERSIAP Jij werd geboren in een oerwoud van vernedering. Jouw eerste oogen-blik werd gevangen in een web van mishandeling. Jouw kinderlijke horizon werd gekleurd door bloed in de rivier van het leven. Jouw eerst gevoelde slagen in het zwembad kreeg jij in je gezicht van het verleden De pijn die je toen voelde loopt nog door in de aderen van jouw gevoel. Toch blijf jij hopen op het ontwaken van een vredig voelende toekomst... Jouw Mijn... ...Jij Ik.... Batavia 1942 Semarang 1948 Jakarta 1995 Rob van Rees Foto: David Soltau 'Direct kunnen helpen als het nodig is.' Met deze leuze begon 30 jaar geleden wat sindsdien de 'Bruine Bus' werd genoemd. Geld bij de hand hebben om bij te springen in geval van nood, zonder (vaak vergeefs) aan te hebben geklopt bij de overheid. Die eerste nood kwam van een lezeres van Tong Tong, die vertelde dat haar leven afhing van een operatie die alleen uitgevoerd kon worden in het buitenland. Het was in de jaren '60, spe ciale ziekenfonds voorzieningen beston den niet en - zoals ook nu nog - was het verkrijgen van faciliteiten voor genees kundige hulp buiten Nederland een moei zame procedure. Dankzij snelle reacties van behulpzame lezers kon Tjalie voor deze dame het geld krijgen. Ze werd geholpen en wat het geweldige was, de chirurg was zo getroffen door deze spon tane hulp, dat hij zijn gage niet wilde heb ben. De patiënt hoefde alleen de ver- pleegkosten te betalen! Het geld dat dus over was gaf ze terug aan Tong Tong. In die tijd kwamen de berichten dat de 2 warga negara's in Indonesië het heel erg moeilijk hadden. Via het NASI-Comité en de Halin kwamen de spijtoptanten terug. De Halin schoot de reiskosten voor en steunde terugkomers financieel. Maar ook de achterblijvers werden niet verge ten. Een gigantische hulporganisatie, de Halin, met steun van het Rijk, maar voor al door de vrijwillige donaties van duizen den Nederlanders. In Oost-Java, Surabaya, deed op kleinere schaal de Gitta Kirti (GIKl) hetzelfde. Een voortbestaan van het IEV dat oorspron kelijk tot doelstelling had de vooroorlogse scholen te behouden en die leerlingen toeliet die niet of weinig konden betalen. Bert Horst, Lien Bierhuys, de heer en mw. Soetjahjo bestuurden deze prachtige instelling. Naast de scholen ontfermde de GIKl zich uiteindelijk ook over armlastige Indische families. Tjalie richtte toen de Bruine Bus op, met als motto 'Bruine munten voor bruine mensen'. Er werden bruine blikken busjes gemaakt, niet om te collecteren maar om thuis elke cent of stuiver die men kon missen in de gleuf te laten glijden. Vele kleintjes maken één grote, dat bleek toen er bijna dagelijks iemand zijn bus kwam legen! Kilo's centen, stuivers maar ook dubbel tjes, kwartjes, 40, 50 gulden zat er vaak in zo'n bruine bus. Tijden veranderen, de Bruine Bus werd 'Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson'. Centen waren er niet meer, in de to ko/boekhandel werden guldens, rijksdaal ders, maar ook briefjes van 10 en 25 in het busje gestopt, maar de Tong Tong (later Moesson) lezers gireerden nog meer. Bedragen van een rekening wer den naar boven afgerond 'voor de BB!' Brigitte Bardot was niet meer de enige BB in de wereld! 30 Jaar lang heeft Wim Rosel, de meest nauwgezette penningmeester/boekhou der, het fonds beheerd en met verstand én gevoel het BB-kapitaal verdeeld. Niet alleen GIKl in Soerabaja, maar ook con tractpensions in Medan, Palembang, Padang, Jakarta en Bandoeng kregen geregeld vaste bedragen. Naast de gewone uitkering ook vaak extra geld voor dokterskosten, studiegeld, huishuur (in Indonesië bestaat nog steeds de absurde regel dat iemand die nauwelijks maandelijks kan toekomen, één jaar huur vooruit moet betalen!) Lees verder op pagina 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 2