Receptie
S-
8?
Brisbane calling
Pedis!
C. van Heekeren
O
31
Gerrit was een teleurgesteld mens. Toen hij als jong bestuurs
ambtenaar naar Indië vertrok, zag hij een prachtige loopbaan
voor zich, maar hij werd - zo vond hij - door pech achtervolgd.
Zijn eerste chef had ogenblikkelijk het land aan hem en liet dat
duidelijk merken. Toen Gerrit de eerste dag in zijn lelieblanke
uniform verscheen, werd hij prompt op een doelloze tocht door
een eindeloos moeras gestuurd en de eerste maanden kreeg hij
steeds opdrachten, die hij zinloos vond en waar hij geen raad
mee wist. Hij begreep niet dat dit een grap was, die vele contro
leurs met hun aspiranten uithaalden, een soort ontgroeningsrite.
Gerrit zei niets, maar zijn vrouw protesteerde heftig en herhaal
delijk en maakte Gerrit het leven nog moeilijker door hem te
verwijten, dat hij over zich heen liet lopen en dat hij een zwak
keling was.
De grootste klap kreeg hij echter sociaal, toen hij door een over
stroming werd ingesloten in een pasanggrahan op een heuvel,
waar toevallig ook de jonge vrouw van de regent haar toevlucht
zocht. Zij was bij haar ouders in het binnenland op bezoek
geweest en was op de terugweg ook door het water verrast. De
twee jonge mensen die hier samen kwamen, hadden niets
gemeen, konden niet samen spreken, want de vrouw kende
geen Nederlands en Gerrit wist nog geen raad met het Maleis.
Zo zaten ze zich te vervelen in het weinig comfortabele houten
gebouwtje tot tien dagen later het water voldoende gezakt was
om terug te reizen. Maar tot ver buiten het ressort liepen aan
ochtendkoffie en borrel giechelende verhalen over de aspirant
en de jonge raden ajoe. De regent die veel ouder was, voelde
zich diep in zijn eer aangetast en Gerrit kreeg zijn eerste straf-
overplaatsing waar men bij zijn aankomst al overal op de hoog
te was van zijn 'romantisch avontuur'.
Het leek wel of deze gebeurtenis zijn verdere loopbaan bepaal
de. Overal waar hij geplaatst werd, hadden rampen plaats als
aardbevingen, bosbranden, opstootjes en hongersnood door
mislukte oogsten. En Gerrit werd er op aangekeken.
Hij bracht het tot veler verbazing nog tot 'assistent-resident eer
ste klasse ter beschikking van de gouverneur', een keuzebe
noeming, een prettige representatieve functie in een koele
plaats met een gemoedelijke chef. Hij besefte, dat dit zijn eind
station zou zijn; het was al een wonder dat hij deze post had
gekregen. Bovendien was hij al een paar keer voor een resi
dentsbenoeming gepasseerd en zijn vrouw had hem verlaten.
Een resident hoorde wel een vrouw naast zich te hebben. Over
een jaar zou hij met pensioen naar Holland kunnen gaan. Hij
vond het best. Hij kon het daarom eerst niet bevatten, toen hij
op dat moment een telegram kreeg van de Algemene
Secretarie met de mededeling, dat hij benoemd was tot resident
van Poerbologo. Weliswaar de slechtste, kleinste en armste
residentie maar toch; resident! De glorie van de titel en het
fraaie zwarte uniform met het vele goudgalon! Even overwoog
hij nog, die benoeming te weigeren, maar de glans van de over
winning gaf de doorslag.
Al een week later nam hij de zaak over van zijn meesmuilende
voorganger die met spoed met ziekteverlof naar Nederland ging
en dezelfde avond moest hij de grote kennismakingsreceptie
geven voor de notabelen van de residentie.
Terwijl het publiek in de ontvangsthal binnenstroomde en zich
volgens rang en stand opstelde, stond de resident nog in zijn
onderbroek met zwarte sokken en sokophouders in zijn privé-
vertrekken. Het warme zwarte uniform met steek wilde hij pas
op het laatste moment aantrekken. Hij had de aspirant-contro
leur voor de deur geposteerd met de order om op sein de dub
bele deuren open te zwaaien en de resident luidkeels aan te
kondigen. De jongeman stond doodzenuwachtig en in spanning
het sein af te wachten. De resident keek door de spleten van de
jaloezieën naar de voeten van de binnenkomende gasten om
het moment af te wachten dat de zaal vol was gestroomd.
Opeens kreeg hij de kriebelhoest, waarop de aspirant met
kracht de beide deuren openzwaaide en luid aankondigde: 'de
resident van Poerbologo!' Op hetzelfde ogenblik zag hij zijn
hoogste chef in zijn onderbroek staan en sloeg de deuren weer
met kracht in zijn gezicht dicht.
Het was in een flits gebeurd, maar iedereen in de zaal had het
tafereel gezien. Een moment ontstond een verbijsterende stilte,
maar toen brak er een algemene slappe lach uit, waaraan geen
einde leek te komen. De receptie ging niet door: 'De resident
had een malaria-aanval gekregen.' ledereen wist toch hoe plot
seling zoiets kon opkomen!
Lina verdween voor een uurtje in de keuken en even later stond
er een schaal heerlijke sambal goreng boontjes op tafel. We
hadden twee Aussies te gast. Tot mijn schrik zag ik Joe flink
toetasten. Nu zijn Una's sambals altijd erg pedis, dus wachtte ik
angstig Joe's reactie af. En ja hoor... hij greep telkens naar zijn
glas met water en veegde af en toe over zijn mond. Daar had je
het al! Even later verdween hij naar de keuken en leek het of hij
de kraan leegdronk. Later vroeg ik voorzichtig of het eten hem
gesmaakt had. 'Het was of ik vuurwerk in mijn mond had', ver
klaarde Joe. Het kan verkeren, want voor mij kan een sambalan
niet heet genoeg zijn. Maar wat ik nog altijd niet lust, is de zoe
tigheid bij de thee. Mierzoete cakes, jams en creams. Daar eet
men zich hier een ongeluk aan. Zo zie je maar weer... 's lands
wijs, 's lands eer.
Ons buurmeisje vindt mijn eten colourful, dat zei ze toen ze mijn
nasi goreng zag. De sambalans hebben ook een kleurtje. Dan
ziet de Hollandse pot er maar saai uit.
Vorige week vroeg haar moeder mij te eten. Het was wel sma
kelijk, maar niet erg hartig. Vooral de pies vond ik tamelijk flauw.
Maar het toetje was weer heerlijk. Ice cream met abrikozen
saus.
Gisteren vroeg Joe mij, wanneer ik weer eens 'those beautiful
fried rolls' voor hem zou maken. Hij bedoelde loempia's!
Tilly Breeman Q