DE LICHTEN VAN BANDOENG Ervaringen van een 16-jarige jongen in een mannenkamp, ten tijde van de Japanse capitulatie. door R.J. van Meerten Het kamp hield de adem in. Plotseling was alles anders. Er gebeurde dingen die we tot nu toe voor onmogelijk hadden gehouden. Van de ene op de andere dag moest het gereedschap worden ingele verd. Dat hield dus in dat het afgelopen was met het gezwoeg aan die vermaledij de spoorlijn. Wat kon dit betekenen? De Jap gaf natuurlijk geen krimp. Die ging gewoon door met ranselen, en naar onze indruk frequenter en heviger dan anders. Moesten we deze ontwikkelingen als gun stig zien, of stonden ons nieuwe moeilijk heden te wachten? Ons instinct zei dat de situatie ten goede was gekeerd. Dit werd mede ingegeven door de aard van allerlei kleinere gebeurtenissen, en we vonden dat ook aan de harde meppen van de Jap een luchtje zat. Daar kwam nog eens bij, dat het niet in het karakter van de Jap lag opgesloten om met een betrekkelijk nieuw project, om het kamp zo maar eens te noemen, ineens weer te stoppen. Daar moest wel een dwingende reden voor zijn. 32 Langzamerhand werd over het, in onze ogen schier onmogelijke, gesproken: de capitulatie van Japan! Je dorst de woor den nauwelijks uit te spreken. Stel, datje het mis had! Gesprekken hierover gingen dan ook meestal gepaard met een stevig ingebouwd voorbehoud: eerst zien, dan geloven! Toen vond de volgende, onvoorstelbare gebeurtenis plaats. Gedurende een aan tal nachten werd steeds een groep gevangenen afgevoerd, totdat iedereen uiteindelijk vertrokken was. Zoals gebrui kelijk was de bestemming onbekend, maar het sterke vermoeden bestond, dat we terug gingen naar Tjimahi. Mijn broer en ik behoorden tot een van de laatste groepen. Op den duur heerste er in het halfverlaten kamp een onwezenlijke sfeer. Tot diep in de nacht werd er bij walmende olielampjes geboomd. Onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar die dag in Tjimahi, toen we te horen kregen, datje je kon aanmelden voor een ander en nieuw kamp. Degenen die zich er voor beschikbaar stelden, zou den voortaan verzekerd zijn van een dub bele portie eten. Na lang wikken en wegen, besloten mijn broer en ik ons op te geven. Kon het slechter dan nu? (Het zou blijken dat dat kon.) We waren bang, dat ik door mijn jeugdige leeftijd zou kun nen worden afgekeurd en mijn broer, die twee jaar ouder was, niet, waardoor we van elkaar gescheiden zouden worden. Om mijzelf een enigszins stoer voorko men te geven, trok ik op de dag van de keuring een oud militair overhemd aan. Vol spanning stonden we in de rij. Aan een eenvoudig houten tafeltje zat een militaire arts, en één voor één moesten we naar voren treden. Met een vluchtige blik nam hij je op, waarna hij met een handgebaar, begeleid door enig gemom pel, aangaf of je linksaf, dan wel rechtsaf kon gaan. Linksaf betekende goedge keurd, en zowel mijn broer als ik werden, tot onze opluchting, allebei naar links gestuurd. De Jap hield woord. Kort daarop kregen we dubbele porties eten, terwijl het zeker nog een week zou duren, voordat we zouden vertrekken. Echter, zodra we waren gearriveerd in het nieuwe kamp werden de porties al minder en minder, totdat we weer de bekende hoeveelheid voorgeschoteld kregen. Eindelijk was het zover dat onze groep kon vertrekken. Ik pakte mijn schamele bezittingen in mijn koffer, die door de erbarmelijke staat waarin hij verkeerde, met touw bijeen moest worden gehou den. We verkeerden in gespannen onze kerheid, maar hadden goede hoop, toen we in het donker zwijgend de poort uitlie pen. Behalve door een enkele Jap, werd de colonne begeleid door heiho'ers. Het kamp, dat we nu in het nachtelijk duister achterlieten, zou voor onze komst een pannenbakkerij geweest zijn. Geheel opgetrokken uit bamboe, lag het temid den van rijstvelden, omgeven door beboste heuvels en in de verte toonde zich een snoer van blauwe bergketens. Een schitterende natuur, waar we weinig van hebben kunnen genieten. De aanleg van de spoorlijn was nog maar weinig gevorderd. We hadden ons tot nu toe

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 32