De staf van ziekenhuis iSoekoen in Afalang
Deze duidelijke foto, ontvangen uit de nalatenschap van mijn moeder, Francien Adolphine Cornelia Hübner
(staande rechts achteraan) is gemaakt in 1933. De foto toont de directeur van het ziekenhuis 'Soekoen' in
Malang, professor dr. Leber en zijn directe staf van verpleegsters.
Mogelijk zijn er lezers die familieleden herkennen er erover willen schrijven. Misschien is er een lezer te
vinden die een verhaal over het bestaan van ziekenhuis 'Soekoen' wil opstellen.
C.P. Hübner, Dolton, Illinois (VS)
wortel helpt tegen geslachtsziekte. Pas
geplukte, dus verse bladeren, in de nabij
heid van de zieke gelegd, werken koorts-
werend. Fijngemalen blad op steenpuis
ten gelegd werkt als trekzalf.
Volgens J. Kloppenburg-Versteeg (krui-
dendeskundige) om braken op te wekken
bij vergiftiging, gebruikt men een handvol
bladeren die tot moes gestampt worden,
een glaasje water erbij, zeven en dan
opdrinken. Het overgeven is nodig om de
giftige stoffen uit het lichaam te verdrij
ven.
Lantana is hier in Nederland een kamer-
en oranjerieplant waar men jarenlang
plezier van kan hebben, bij een juiste
verzorging. Er zijn in de loop der jaren
veel kruisingen ontstaan. In de kamer
staat de plant graag voor een zonnig
venster. Het hele jaar door heeft ze
behoefte aan vocht, maar niet te nat
natuurlijk. In de zomermaanden om de
twee weken bemesten. De plant houdt
van frisse lucht.
Het beste is om de Lantana van half mei
tot half oktober in de tuin te zetten.
Regelmatig water geven en enigszins
kalkhoudende grond. Fijngemaakte eier
schalen door de potgrond mengen bij
voorbeeld. De bloeitijd begint in juni en
duurt tot laat in de herfst. Als de planten
half oktober naar binnen gaan hebben ze
voldoende aan een kamertemperatuur
van plm. 8 tot 10 graden Celcius. In
februari kan de Lantana warmer staan,
plm. 15 graden Celsius. In het voorjaar
kan ze gesnoeid worden (april) en
gestekt. Zaaien gebeurt ook in het voor
jaar. Stekken in augustus is eigenlijk het
beste. Stekken van zes tot tien centi
meter wortelen vrij gemakkelijk in een pot
met bladaarde en scherp zand onder een
plastic zakje. Zodra de stek groeit het
plasticzakje af en toe verwijderen totdat
de plant eraan gewend is. Het topje eraf
knijpen zodat er zijscheuten gevormd
kunnen worden. Deze zijscheuten ook
weer aftoppen. Op deze manier krijgt
men een bossige plant die in enkele
maanden tijd een flink exemplaar kan
worden. De plant moet enige keren in de
zomer verpot worden. Een paar weken
wachten met bemesten na het verpotten.
Zaaiplantjes ook op deze manier behan
delen.
Stamboompjes worden verkregen door
de hoofdstengel niet te toppen en elke
zijscheut van de hoofdstengel te verwij
deren. Heeft de plant de gewenste hoog
te bereikt, dan kan getopt worden. De zij
scheuten komen dan boven uit. Bindt het
ijle stammetje goed vast met een stevig
bambustokje en zorg dat het stammetje
recht blijft groeien. Bambustokjes zijn bij
de bloemist verkrijgbaar.
In de Koninklijke tuinen in Brussel (in het
voorjaar enkele dagen open voor het
publiek) en in Meise (België) staan heel
oude exemplaren op stam. Ze zijn zeker
vijfenzestig jaar oud. Soms worden tere
exemplaren geënt op een sterke
Lantanastam.
Literatuur:
Plantkundeboek van voortgezet onder
wijs van Ned.-lndië
Bunga Hias Flora Indonesia
Majuluh Tumbuh Q
38