r
I
Sterke verhalen
door J.A. Stolk, huisarts
39
opuwce'/onpheip
Afkortingen, veranderingen, verbeterin
gen, technisch vernuft en de magie van
de techniek. Van die techniek ben ik wis
en waarachtig buiten adem van bewon
dering. Over de vele nieuwe moge
lijkheden daardoor. Dan praat ik hier en
nu enkel en alleen over de technieken
en het technisch kunnen in de medische-
en medicijnwetenschappen. Dit laatste
noemt men wel eens de farmacie.
Eén week geleden, ben ik voor de twee
de maal geopereerd aan een cataract en
een glaucoom. Dit keer van het rechter
oog. Een week daarvoor kreeg ik mijn
visus terug van het linkeroog door zo'n
zelfde operatie.
Ongelooflijk, ongehoord en voor mij bijna
een wonder, dat wil zoveel zeggen, dat ik
nooit zo goed het gekanker op artsen
heb begrepen, maar na bovenvermelde
ervaring, denk ik 'klets!'
Even een vertaling daarbij.
Cataract grijze staar
Glaucoom verhoogde oogboldruk en
wordt ook wel (eens) groene staar
genoemd
Visus het (weer) kunnen zien
De operatie onder plaatselijke verdoving,
wat zoveel wil zeggen dat je een prik in je
oogbol krijgt, is bepaald niet prettig te
noemen. Die prik is pijnlijk zonder meer.
Daarna voel je er niets meer van, tijdens
en na de operatie.
Onder een laken op de operatietafel in de
OK (operatiekamer) maak je alles bewust
mee en kan je van alles horen. Ook wan
neer de operateur tegen de OK-zuster
zegt 'Haal eens een kop soep voor mij,
want anders kom ik nog naast collega
Stolk op de tafel te liggen'. Heel gerust
stellend is dat. Maar nu zie ik weer elk
pluisje, elk stofje, elke kruipende mier in
de tuin. Het meest vervelende van die
operatie vond ik, was dat ik elk piepje
van de monitor kon horen. Elke keer
weer dacht ik, dat is dat piepje van mijn
hartslag, klinkt anders. Fout piepje? En
dat piepje is van mijn ademhaling. Wat
nou weer? Of is het van mijn bloeddruk,
maar zover ik weet piept die niet. Of wel?
Op dat moment voelde ik mij een weer
loos slachtoffer van de moderne, heden
daagse geneeskunde. Heb af en toe
behoorlijk in mijn rikketik gezeten en kort
daarna bleek daar geen enkele reden
voor te zijn.
Mijn echtgenote kon de operatie in de
kamer naast de OK - het hele gebeuren -
volgen op een televisiescherm. In kleur
en grootbeeld. 'Heb niet geweten, datje
zulke mooie bruine ogen hebt', was haar
commentaar en dat is toch heel erg pret
tig om te horen.
Eén lustrum geleden, d.w.z. een periode
van vijfjaar, werd de psychiatrie voor het
merendeel mondeling bedreven.
Goedpraten, rechtpraten, anders praten,
leren praten, bijpraten, veel praten, wei
nig praten bij de psychiater of in praat
groepen en bij patiëntenbijeenkomsten.
Babbel, babbel, babbel en nogmaals
vele, vele babbels. Een enkeling 'kwam
eruit' maar de meesten bleven in zijn of
haar 'gekte' steken.
Er is een hoop fout gegaan in die praat-
tijd van de psychiatrie. Wee je gebeente
echter wanneer je als huisarts of psychia
ter de man of de vrouw met een gekte
durfde medicatie te geven.
'Medicaliseren' was en is de bezopen
strijdkreet van de tegen-standers van het
medicijn. Al die chemische 'troep', niet
het geringste effect en dus onzin.
Medicaliseren is, zo denk ik, onzinpraat
zeer en zeer luidruchtig ventileren. Hoe
harder de schreeuwer schreeuwt, hoe
meer hij denkt gelijk te hebben. Hadden
zij gedacht, die veelpraters en harde
schreeuwers. Er is nu veel veranderd
dankzij de farmacie. Een mens, een per
soon, een individu zien als de resultante
van chemische reacties, dat is even wen
nen. Zowel voor de theosoof, de filosoof,
de psycholoog en de medicus. Toch blijkt
het zo te zijn.
Eerder waren het de dominante vaders
en de koele, ijskoude moeders, die ver
antwoordelijk werden gehouden voor de
vele vormen van psychopathologie. Het
sterk afwijkende gedrag van zielszieken,
de oorzaak daarvan lag diep verborgen
in hun jeugd. Onverwerkt psychotrauma.
Enfin, bijna een ieder kent heden ten
dagen deze psychiatrische kretologiën.
Dieven, (zelfmoordenaars, sadisten, ver
krachters en nog wat andere vormen en
soorten van gekte, de verklaring voor al
die idioterie, dat afwijkende en krankzin
nige gedrag, lag in hun jeugd.
Pa en/of Ma niet helemaal 'wat je noemt'
en dus ook de dochter en/of zoonlief niet
watje noemt. Eindeloze discussies zijn
er geweest en nu ook nog, of psychopa-
tisch gedrag erfelijk was of dat slechte
ervaringen traumatiserende ervaringen
uit hun jeugd oorzaak kon zijn voor dat
absurde gedrag.
De zeer- en hooggeleerde zieleknijpers
zijn daar nooit uitgekomen.
En toen was daar de farmaceut met een
pil, een poeder, een tablet, een drankje,
een capsule en ver... het hielp en het
helpt nog steeds. De gekte is een ziekte,
die farmacologisch - steeds beter - bes
treden kan worden. Prettig is dat te
weten en ook heel goed is het feit dat ik
Ma en Pa niet meer de schuld kan geven
voor al dat rare (gedrag) van mij.
Medicaliseren, je zal zulke prietpraat als
argument in je mond durven nemen en
wat betekent dat?
Inderdaad is het zo dat er nog heel veel
te doen is en er nog veel, heel veel onbe
kend is over werking, bijwerking en de
consequenties van langdurig medicinale
therapie en wat dies meer zij.
De vraag van kleine Janneman, die zijn
aspirientje niet wil innemen, aan zijn
moeder: Hoe weet die pil nu waar mijn
hoofdpijn en mijn koorts zit? is nog
steeds niet volledig beantwoord door al
die geleerde beoefenaars van de
geneeskunde. Maar of je Janneman niet
moet medicaliseren en het ventje zijn
koortsstuip daarom moet gunnen, lijkt mij
een retorische vraag. Wat er wel duidelijk
door wordt, is de bombast van het woord
medicaliseren.
Een ietwat vreemd en onwezenlijk idee te
weten dat het ook voor een groot deel te
wijten is aan verkeerde en gestoorde
chemische reacties in het lichaam en in
je hoofd wanneer wij daardoor verstande
lijk ziek zijn geworden. Een teveel of te
weinig serotinine in je hersenpan of een
gestoorde synaps van één van de grijze
cellen in je cerebrum en een aardig en
goed mens verandert in een monster.
Goed en kwaad in het laboratorium van
dr. Jekyll en mr. Hyde in afzonderlijke
kolfflessen gescheiden. Science fiction of
wetenschappelijke onzin en verlakkerij in
de tijd van schrijvers als Stevenson, Poe
en Jules Verne, maar in het laatste
decennium van onze 20e eeuw een reali
teit.
De ernstig depressieve jongeman, die
door mij - op advies van de psychiater -
met medicijn werd behandeld, na vele
mislukte sessies en psychiatrische opna-